woensdag 28 maart 2018

Marskamp Ermelo

Met enige regelmaat denk ik aan de oude Romeinen die ooit in onze contreien bivakkeerden, vooral bij slecht weer. Wat ging er toen in ze om? Die legionairs kwamen uit een hoogontwikkelde, zonnige, Mediterraanse omgeving en werden naar de grauwe, regenachtige en sompige Rijndelta gestuurd om aldaar de noordelijke grenzen van het Romeinse Rijk te bewaken. Ellendig, lijkt me, zeker als je je opdracht op sandalen, met wapperende rokken en harde ijzerwaren aan je lijf moet zien te volbrengen.
Mijn begeleidster en ik pellen al mijmerend onze mandarijntjes op een bankje met uitzicht op een aarden wal die een oud Romeins kampement markeert. We bevinden ons op een groot heideveld oostelijk van Ermelo. Opgravingen en wetenschappelijk onderzoek toonden aan dat hier ongeveer tweeduizend jaar geleden pakweg zesduizend Romeinse soldaten een tijdelijk bivak opsloegen, een zogenaamd marskamp. Waarschijnlijk verbleven ze slechts enkele dagen op deze locatie. Over het waarom van dit kamp tast men in het duister. Het ligt immers zeker twee dagmarsen buiten Romeins territorium (zie het tent-symbool in het lichtgele gebied op de kaart hieronder). Sommige historici vermoeden dat het een verkenningseenheid betrof die het Flevomeer trachtte te bereiken. Anderen denken dat het om een strafexpeditie ging tegen Germaanse stammen. Spannùnd, denk ik, terwijl even verderop een schaapsherder, bijgestaan door twee bordercollies, doodkalm zijn kudde wolbalen managet. Alles op dit heideveld ademt vandaag de dag een vredige rust uit. Ik hoop dat die Romeinse legionairs dat tweeduizend jaar terug ook zo hebben ervaren. En dat ze na jarenlange dienst in deze grauwe uithoek van hun immense rijk, nog lang en gelukkig leefden in zonnig Rome. Wat ik wél zeker weet, is dat onze mandarijntjes heerlijk smaken.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten