Zojuist keerde ik terug van een imaginair uitstapje naar
Duitsland. Ik verbleef er diep in Beieren, in een stadje dat Freyung heet. Het
is niet groot, slechts 7000 inwoners, maar prachtig gelegen in het Bayerische
Wald. Toen ik er virtueel wanderte waren
de omliggende heuvels fraai besneeuwd; skiën en langlaufen deed men volop.
Verder is het zo’n typisch Zuid-Duits stadje met spitse kerktorens en wit gestucte huisjes waaraan zomers geraniums bloeien. Wat ik daar deed? Mijn wortels
zoeken.
Voor de geboorte van mijn oma gaan we terug naar het Freyung van 1889. Duitsland was toen pas 18 jaar jong. Auto’s reden nog niet. Telefonie stond in haar kinderschoenen. Mannen liepen, vertelde mijn oma mij ooit, dagelijks rond in Lederhosen en als ze vrolijk of dronken waren sloegen ze op hun blote dijen en kuiten. Verder schreef Karl May in die tijd zijn beroemde boeken, regeerde Von Bismarck als een ijzeren kanselier, maar was koningin Victoria de machtigste mens op aarde.
In hetzelfde jaar dat mijn oma het levenslicht zag, werd niet ver bij haar vandaan een jongetje geboren, ene Adolf. Zijn kribbe stond echter net aan de overkant van de Inn, de rivier die de grens tussen Beieren en Oostenrijk markeert. Helaas stak hij die later over. Soms zijn grenshekken zo gek nog niet.
![]() |
Filmpje zien van Freyung? Kijk HIER |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten