zondag 24 maart 2019

Paradijs

In Enkhuizen stond ik in een steegje. Hij was kort en smal; twee fietsers konden er mekaar nauwelijks passeren. Zo te zien was er maar één woonadres, op huisnummer 1. Wie zou hier wonen, dacht ik. En waarom? De steeg was nogal donker, ja zelfs een beetje gribusachtig: een fijn straatje om te pissen. Aan de andere kant kon je ook zeggen dat je hier, in het pittoreske hart van het oude VOC-stadje, tamelijk uniek woont. Wat het steegje vooral bijzonder maakt is zijn naam: Tussen Hel en Vagevuur. Welke straatnamencommissie heeft deze gekkigheid bedacht?
Later, weer thuis, bracht mijn zoekmachine de antwoorden. Zo bleek dat er begin zestiende eeuw twee herbergen aan ieder uiteinde van de steeg stonden. De ene heette ‘Hel’, de ander ‘Vagevuur’. Liep je door het gangetje (meer is het niet), dan bevond je je dus altijd ergens tussen hel en vagevuur, wat de steeg zijn (bij)naam gaf. Beide kroegen werden niet veel later gesloopt, maar de straatnaam bleef. Ook las ik dat er in die tijd vlakbij nog een andere herberg klandizie trok, ‘Paradijs’ genaamd.
Tja, die zestiende eeuwers waren best gezellige lieden. Ze stapten al ver voor hun dood op gezette tijden de hel, het vagevuur of het paradijs binnen om zich er klem te zuipen of te hoereren. Gelijk hadden ze. Luim en vermaak vormen prima remedies tegen de (zelf)verzonnen onzin waar religies zich op baseren. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten