Later, weer thuis, bracht mijn zoekmachine de antwoorden. Zo bleek dat er begin zestiende eeuw twee herbergen aan ieder uiteinde van de steeg stonden. De ene heette ‘Hel’, de ander ‘Vagevuur’. Liep je door het gangetje (meer is het niet), dan bevond je je dus altijd ergens tussen hel en vagevuur, wat de steeg zijn (bij)naam gaf. Beide kroegen werden niet veel later gesloopt, maar de straatnaam bleef. Ook las ik dat er in die tijd vlakbij nog een andere herberg klandizie trok, ‘Paradijs’ genaamd.
Tja, die zestiende eeuwers waren best gezellige lieden. Ze
stapten al ver voor hun dood op gezette tijden de hel, het vagevuur of het paradijs binnen om
zich er klem te zuipen of te hoereren. Gelijk hadden ze. Luim en vermaak vormen prima remedies tegen de (zelf)verzonnen onzin waar religies zich op baseren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten