Onlangs
sprak ik met een erudiete kennis over onze samenleving. ‘Ruud, wat
we in deze roerige tijden vooral missen, is visie,’ zei hij met het alwetende timbre van een wijze, oude indiaan. Mijn achting voor hem verdubbelde terstond, want wie zoiets beweert is zelf visionair. Nietwaar?
Tijdens
mijn lange rit huiswaarts – mijn erudiete kennis woont op achtentachtig minuten autorijden – dacht ik na over zijn wijze woorden. Was ik ook maar een visionair, mijmerde ik jaloers. Maar ja, dan ben je er nog niet,
sufte ik verder. Probeer je visie, hoe briljant ook, maar 'ns ergens te slijten. Want stel, je bent een weldenkende leider (m/v), zit
vol met idealen, hebt diep over de dingen nagedacht en alles tot in den
treure bestudeerd zodat
je tot een mooie omvattende visie bent gekomen. Hoe breng je die dan
over aan het volk? Dat is namelijk per definitie boos vanwege gebrek aan middelen, aandacht, vooruitzichten, zorg, schone lucht,
welzijn of welvaart, kwesties die vaak tegengestelde oplossingen vragen. De enige mogelijkheid is dan schipperen of water bij de wijn doen. Polderen dus. Lekker hoor, daar ga je met je visie!
Om
die reden vermoed ik dat echte visionairs hun ideeën liever binnenskamers
houden of hooguit bespreken met intimi. Extra fijn daarom om tot
die intimi te behoren. Zelfs al moet ik er achtentachtig minuten voor autorijden. En weer terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten