vrijdag 7 februari 2020

Zandloper

In de zomer van 1971 stonden mijn vrienden en ik een paar dagen op een lieflijke camping die was gesitueerd op een lage grasoever aan een Noorse fjord. Naast ons kampeerde een jong gezinnetje: man, vrouw en een uk van pakweg anderhalf. Het jochie heette Burt, ik weet dat nog goed omdat zijn moeder ons toen vertelde dat hij vernoemd was naar een Amerikaanse filmacteur. Hoe dan ook, Burt stal direct onze harten. Onder goedkeurende blikken van zijn ouders kwam hij dagelijks gezellig bij ons buurten. Wij, vroege twintigers, dolden met het koddige manneke, legden hem in de watten.
Onlangs dacht ik terug aan die Noorse vakantie. Niet zonder schok realiseerde ik me dat die lieve, kleine Burt nu een kerel van vijftig is. In het verlengde daarvan overdacht ik mijn eigen doen en laten in die voorbije halve eeuw. Jawel, heel existentieel bezig was ik, met als pijnlijk gevolg dat ik mijn bestaan als ultrafijn zilverzand tussen m'n vingers zag neerdwarrelen - ik als zandloper. Maar kop op, geen gelul, kijk voor je uit richting toekomst! Oké dan, hier gaat-ie: vijftig jaar vooruit denkend ben ik allang dood en de ooit zo koddige en kleine Burt hoogstwaarschijnlijk ook. Bovendien is de lieflijke, op de lage grasoever aan een Noorse fjord gesitueerde camping tegen die tijd weggespoeld, met dank aan de smeltende ijskappen.
Achteromkijken is heus zo gek nog niet.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten