Vanwege
het virus wordt er nauwelijks nog gesport. Voor zeer velen, waaronder ik, maakt dat het leven een pietsje grauw. Saaie tijden dus voor zowel actieve als passieve
sportliefhebbers. Sport is strijd - vaak ook tegen jezelf - en in het gemis daaraan zit vooral de pijn, denk ik.
Verlangen naar strijd zit stiekem diep in ons DNA. ‘Stiekem’
omdat we zelden bereid zijn toe te geven ervan te houden. Liever verpakken we het anders, bijvoorbeeld door te stellen
dat we nu gezamenlijk en wereldwijd strijden tegen het virus, wat een band schept. Het helpt. Een beetje.
Volgers
van dit blog weten dat mijn 'favoriete' strijd de Eerste Wereldoorlog
is. Die waanzinnige competitie waarin men met een 19de eeuwse mentaliteit
streed tegen wapens uit de 20ste eeuw. Dit leidde tot loopgraven
waartussen niemandslandjes ontstonden waarop miljoenen soldaten sneuvelden. In dat laatste oorlogsjaar (1918) kwam er nog iets
anders bij, het virus dat we Spaanse griep noemden. Deze griep
kostte volgens alle schattingen tussen de twintig en tachtig
miljoen mensen het leven.
Tja,
zo bezien is de rust en saaiheid van nu ineens toch minder erg. Misschien is het zelfs wel fijn dat we minder sporten, reizen,
feesten, kortom samenklitten. Hoogste tijd daarom om de rust en
saaiheid te koesteren in plaats van ertegen te strijden. Strijden doen we wel tegen het virus. Ofschoon dat absurd heroïsch klinkt voor lijdzaam de tijd uitzingen, -zitten of -zieken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten