Afgelopen week had ik familie te logeren, dat was erg gezellig. Maar voor een solistisch, ietwat asociaal, in balsturige tijden ronduit misantropisch mens, is een logeerpartij ook best een opgave. Zelfs als je gasten van het meest lieve en ingetogen soort
zijn.
Want.
Ineens
kun je niet meer in je blote toges door je pand. Ineens moet
je de wc-deur zedig achter je dicht trekken als je je gevoeg doet.
Ineens zeg je ‘goedemorgen, lekker geslapen?’ terwijl je juist zo graag je dan nog ongepoetste bakkes zou willen houden.
Ineens mag je niet meer in al je ontluistering op je eigen bank
hangen. Ineens moet je gezellig
converseren, ook al zou je het liefst stilzwijgend naar wolkenluchten staren of mijmeren over verloren liefdes. Ineens moet je vaste etenstijden aanhouden,
douchebeurten inplannen, je woning permanent aan kant hebben. Ineens
moet je 'rekening houden met' terwijl je juist zo gesteld bent op de
persoonlijke ebjes en vloedjes die een nogal egocentrisch mens zo comfortabel doen deinen in zijn eigen sop.
Natuurlijk
kun je je als gastheer best teweerstellen tegen dit soort ongemakken. Het beste
wapen is - zoals altijd - gewoon lekker jezelf blijven en overal
schijt aan hebben. Maar ook dán is het raadzaam de wc-deur achter je te sluiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten