zaterdag 28 maart 2020

Schuldgevoel

Het overkomt me ieder voorjaar weer. De hele naargeestige winter heb ik gedroomd, verlangd, gesmacht om lijf en leden bloot te kunnen stellen aan de koperen ploert. Maar als die stralende dag in maart of april uiteindelijk is aangebroken, dan zit ik binnen de kortste keren in de volle zon (uit de wind) in mijn luie tuinstoel te zweten om, godbetert, snel weer een koeler plekje op te zoeken. Watje!
Maandenlang fantaseren over dat gelukzalige moment om al rap te merken dat de zonnestralen wel erg warm zijn - té warm. Misschien komt het doordat je winterbleke vlees nog moet wennen. Mogelijk loopt je geest uit de pas met je lijf. Of betreft het onrust? Bij de eerste mooie lentedagen dien je immers volgens je biologische smartwatch je woonstee op te poetsen, het tuingereedschap gevechtsklaar te maken, bomen en hagen te snoeien of op je racefiets te springen. (Op zoek gaan naar een welwillend medemens teneinde een liederlijk paringsritueel op te voeren valt onder dezelfde noemer.)
Aha, dát zal het zijn: een schuldgevoel omdat je in die heerlijke lentezon zit te luiwammesen terwijl er juist nu allerlei acties van je worden verwacht. Daar krijgt een mens het snel (te) warm van. Was het maar november.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten