woensdag 19 augustus 2020

Edelweiss

Een cabinelift bracht ons zojuist naar de top. Nu staan we met onze wandelschoenen in de Tiroler sneeuw. In het lieflijke dal ver beneden ons was het zonet nog zomers warm, maar op deze hoogte overheerst verkwikkende frisheid. Om ons heen de andere drieduizenders met hun besneeuwde pieken. We voelen ons nietig en ademen de pracht van deze grootse en verstilde bergwereld in. We zijn hier niet de enige toeristen, maar gelukkig is het rustig. (Dank, o gij machtig virus.) Iets verderop staan groepjes gezond ogende, welvarende mensen. Sportief volk, zeg maar. Zij maken foto’s of gooien sneeuwballen, net als wij. Ze lachen hun witte lach, laten hun konen gloeien. Kinderen maken een sneeuwpop; nergens een wanklank, slechts een door natuur gedempte stilte.
Om dit beeld ietwat te verduidelijken moet je eigenlijk even de Haagse Schilderswijk of het Utrechtse Kanaleneiland voor ogen hebben. Welnu, stel je daarna het tegenovergestelde voor en je bent weer in 'onze' Tiroolse regio met zijn almen en bergtoppen, zijn edelweiss en bergmarmotten. Iedereen is hier wit en spreekt een Indo-Germaans taal; niemand schreeuwt of rapt; nergens schotels; de seksen zijn gelijkwaardig; een schattig spits kerktorentje is de enige religieuze uiting; jeugd rijdt rond op ATB's en niet op scootertjes; geen mens rochelt, spuugt op de grond of dumpt afval; nergens etnische onvrede, boosheid of misdaad. Kortom, van een multiculturele samenleving heeft men hier nog geen last. Ik gun de bewoners dat het zo blijft. En ook hun gasten. Ons dus.

Bovenop de Gaislachkogel. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten