Ooms
en tantes, ik had er veel.
Een letterlijk bonte stoet aan types en
persoonlijkheden. Gelukkig heb ik geen slechte herinnering aan al die ooms en tantes. Dat het anders kan bewijzen de literatuur én de
ervaringen van anderen: het
barst van de foute ooms en gemene tantes. Ik zal dus
wel geluk hebben gehad, want
al mijn tantes waren min of meer lief dan wel hartverwarmend en mijn ooms grappig,
interessant of anderszins bijzonder. Ach, het zal te maken hebben met persoonlijke beleving, perceptie dus, zo ook in geval van ooms en tantes.
Sommige van mijn ooms en tantes waren overigens geeneens echte ooms en tantes. Je noemde ze gewoon zo, en gek genoeg voelde het hetzelfde. Zelf
ben ik ook een oom, ofschoon ik dat woord eigenlijk nooit in mijn
bijzijn hoor gebruiken omdat ooms en tantes
tegenwoordig vaak met hun voornaam worden aangesproken. Overigens is of wordt doorgaans iederéén oom of tante, of soort van, kortom het
krioelt ervan. Vreemd genoeg heb ik toch het
idee dat ooms en tantes heden ten dage een vergeten gezelschap vormen, het bezit nog amper status. Als hommage aan hen had ik daarom zin een stukje te tikken waarin het wemelt van de
ooms en tantes. Bij dezen. Trouwens, wemelen vind ik een mooi en beeldend werkwoord. Evenals zemelen. Vooral over ooms en tantes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten