Van
jongs af aan had ik hier al willen zijn, eindelijk is het zo ver: ik
reis momenteel door de Stille Zuidzee. Met vliegtuigjes, schepen, huurauto’s
en een zeekano hop ik tussen grote en (piep)kleine
eilanden. Het paradijs op aarde waar de kleuren smaragd, jade,
turquoise, kobalt en aquamarijn voortdurend in elkaar vloeien. Me
lavend aan klappermelk, ananassen, pisangs, zeevruchten, blote tieten
en rieten rokjes.
Natuurlijk
reis ik niet echt, ik zou wel gek zijn. Nodeloos reizen - toerisme dus - is een hopeloos achterhaald concept. In plaats daarvan zit ik in een makkelijke (tuin)stoel en lees ik De
Gelukkige Eilanden van de vermaarde reisschrijver Paul Theroux. De Amerikaan brengt de wereld naar je
toe, dus waarom moeilijk doen. Wat mij tijdens 'mijn' trip het meest bevredigt is dat Theroux de
Stille Zuidzee presenteert zoals ik al vermoedde hoe het er
in die regio momenteel aan toegaat. Hij
bevestigt namelijk dat het e-nor-rum tegenvalt. Jazeker,
Nieuw-Zeeland, Australië, Nieuw-Guinea, Vanuatu, Solomon, Fiji, Tonga, Cook, Samoa, Tahiti, Paaseiland, Hawaii en al die andere eilandengroepen of atollen in Melanesië, Micronesië en Polynesië, ogen zonder meer paradijselijk. Helaas zijn ze sterk vervuild en hun bewoners
niet altijd oké. Alcoholisme, overgewicht, geweld, racisme
en discriminatie (kennelijk toch geen witte privileges),
godsdienstwaanzin dan wel ridicuul bijgeloof, grove aantasting van flora en
fauna, lamlendigheid, hebzucht,
een keihard klassenstelsel,
et cetera, zijn er troef. En over hun bezoekers - toeristen, cruisepassagiers - kun je maar beter helemaal zwijgen. Daarom is het zo fijn door dit paradijs te reizen zonder er te
zijn. Een beetje avonturier weet dat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten