donderdag 27 augustus 2020

Hamburgers

Het was een kleine cabinelift. Hij zou ons naar de top brengen. We stapten in, samen met een ander stel. Duitsers. Ze zaten recht tegenover ons, een span van middelbare leeftijd. Ze hadden goede spullen: gave bergschoenen, lichtgewicht wandelstokken en ander moois dat geschikt was voor tochten door ruw terrein. Ook droegen ze veel coolere mondkapjes dan wij.
Elkaars ogen vorsend, raakten we halverwege onze stijging aan de praat. Hamburgers waren ze, dat wil zeggen dat ze uit die stad kwamen. Bij Hamburg moet ik altijd aan de Reeperbahn tijdens mijn diensttijd denken én aan de voetbalclub HSV. Het eerste leek me geen geschikt onderwerp, dus zei ik in mijn beste Duits: ‘Ahh, Hamboerk, Ha-eS-Vouuwww!’ Dat bleek een voltreffer, want de man was groot fan van die club, ooit een topploeg maar inmiddels weggezakt naar lagere regionen. Iets waar hij behoorlijk de smoor over in had, lichtte zijn vrouw lachend toe. Aangezien wij Holländer waren, leek het hem nu kennelijk wel aardig om over Raphael van der Vaart te beginnen, de Nederlandse voetballer die in zijn hoogtijdagen een tijdje voor deze Duitse club uitkwam. ‘Ahh ja, das war einmal,’ zei ik, opnieuw in mijn beste Duits.
Op het bergstation aangekomen, namen we afscheid van elkaar. Onze mondkapjes mochten weer af. Blij toe, want ze waren lang niet zo cool als die van de Hamburgers.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten