maandag 30 september 2013

Communicatie

Alles in het centrum van Groningen, doet jong en intellectueel aan. Terrassen, kroegen, fietsen, hoofden en kleding, alles kun je laten voorafgaan door het adjectief ‘studentikoze’. Overal zie je bloeiende, sociaal genietende, kennis vergarende, plannen makende jongvolwassenen. Het leeft en bruist in verschillende talen. Hier wil je zijn!
Ik zit voor een bord pasta in ‘t restaurant van het renaissancistische Academiegebouw, het kloppend hart van de Rijksuniversiteit. Aan het tafeltje naast me zitten twee meiden, ik denk feuten. De ene zegt: “Weet je waar ik op afknap? Een jongen met een fout pak. Ik heb zoiets van, als je een pak draagt dan moet het perfect zijn.” De ander: “Ik let op schoenen. Als die fout zijn ben ik weg.” Hmm, denk ik, de faculteit wijsbegeerte is vast niet hun favoriete hang out. Veeleerder psychologie of bedrijfskunde. Rechten desnoods. Of onderwijskunde, iets met media of communicatie? Ja, dát!
Ach, wat is intellect en jeugd toch een aantrekkelijke combinatie. Mits men geen foute schoenen draagt.


vrijdag 27 september 2013

Vliesdun

Enigszins getergd door de rondschallende kutmuziek, stap ik de hippe modewinkel binnen. Amper over de drempel, roepen vanachter de kassa én een stapel G-Star jeans twee winkelmeisjes bijna simultaan ‘Hallooo’. Het klinkt zo verrukt dat het lijkt alsof Justin Bieber hun toko betreedt in plaats van een ouwe chagrijn. De dames hebben er natuurlijk voor doorgeleerd en weten dus dat ze de juiste sfeer dienen te scheppen en daarom klanten direct bij binnenkomst moeten laten weten dat ze ‘er voor ze zijn’; een warm bad, zeg maar. Bij mij werkt dat helaas averechts. Door deze theatrale begroeting voel ik juist behoefte opkomen het meisje achter de kassa - de cheffin? - bij haar nek te grijpen teneinde het überhippe hoofd voorover te rossen opdat ik d’r wipneus en vlezige lippen eens lekker over ‘t toetsenbord van haar kassa kan rubben. Een vliesdun besef van beheersing en beschaving zorgt er echter voor dat ik dat verlangen kan onderdrukken. Ik groet dan ook beleefd terug, maar weet nu al dat ik hier niets zal kopen.


woensdag 25 september 2013

Down

Te voet door Enkhuizen. Pal voor mijn neus gaat een fotogeniek ophaalbrugje omhoog. Soms kan oponthoud leuk zijn, zeker als vanaf de Dromedaris carillonklanken omlaag dwarrelen. Naast mij schuiven twee fietsers aan: een wat oudere vrouw en een kleine man. Moeder en zoon, schat ik. De man heeft het syndroom van Down. De vrouw laat een zwaarmoedig ‘Dat hebben wíj weer!’ vallen. De mongool naast haar lijkt daarentegen zichtbaar gelukkig met wat komen gaat. Met geknepen oogjes kijkt hij hoe de brugwachter het brugje omhoog liert. Als dat is gebeurd, pruttelt een zeiljachtje - de Zeerob - met gestreken zeil onder ons door, op weg naar het IJsselmeer. Erin leunt een man in een schipperstrui tegen zijn stuurrad. Naast hem, op de kajuitbodem, ligt een teckel in zijn mand. De mongool roept hoi naar het scheepje maar de schipperstrui hoort het niet vanwege zijn motorgeluid. En de teckel rolt behaaglijk op zijn rug.
Zodra het scheepje is gepasseerd en de brugwachter de twee walkanten weer heeft verbonden, laat de vrouw een bits ‘Kom’ horen en fietst gehaast het neergelaten brugje over. Kennelijk wil ze verloren tijd inhalen. De mongool fietst achter haar aan, maar op zijn dooie gemak om de Zeerob zo lang mogelijk na te kunnen kijken. Als de schipperstrui en zijn teckel het ruime sop hebben gekozen, valt het carillon stil.

    

maandag 23 september 2013

Corvee

Ik bezocht een sportschool om me te laten informeren over hoe en wat. Het was niet druk, daarom bood een aardige jongedame in rode bedrijfspolo (waarop Fit For Free) me spontaan een korte rondleiding aan. Eerst voerde ze me langs het krachthonk waar een gespierde man zichzelf in de spiegel stond te bewonderen terwijl hij uit een bidon dronk. Daarna passeerden we de groepsruimte waar op dat moment geen groep was. Vervolgens liepen we door de grote zaal vol dynamische apparatuur waar je, ondanks krachtsinspanningen als rennen, pedaleren, roeien, hangen, duwen en trekken, geen centimeter mee van je plek kwam. Wat me daarbij aan de gebruikers van die apparaten opviel waren de naar binnen gekeerde blikken, de autistische koptelefoons en het tussendoor veelvuldig checken van smartphones. Ten slotte mocht ik de fraaie douche- en saunaruimte betreden (de jongedame bleef buiten wachten). Hier blies men stoom af na gedane arbeid. En hiér was het voor het eerst dat ik iets van vreugde onder de sporters bemerkte, een soort opluchting vergelijkbaar met die bij galeislaven die hun corvee er op hadden zitten.
Toen ik me weer bij de jongedame vervoegde zei ze dat ik, als ik me aanmeldde, een Fit For Free-sporttas als welkomstcadeau kreeg. Ik vroeg bedenktijd.


vrijdag 20 september 2013

Dapper

Onlang zag ik een tv-programma met de infantiele titel ‘Op zoek naar de 60 dodelijkste dieren op aarde’. Het betreft een Amerikaanse serie die gepresenteerd wordt door ene Steve Backshall, een mediagenieke bushman die zich, zoals gebruikelijk bij dit format, kruipend en sluipend door regenwouden, moerassen en savannen begeeft om zijn kijkers, onder voortdurende begeleiding van superlatieven als ‘wow’, ‘amazing’ en ‘awesome’, te tonen hoe giftig een cobra is, hoe scherp een arendsklauw, hoe een krokodil een zwemmende gnoe aan de haak slaat, maar voorál hoe dapper hijzelf is.
Wat onze stoere Steve echter in deze (door de EO uitgezonden!) tv-serie heeft nagelaten, is het filmen van de geëvolueerde jachttechnieken van het met afstand ‘dodelijkste dier op aarde’. In dat geval hoefde Backshall zijn kunstje niet in regenwouden, moerassen en op savannen te vertonen, maar in een slachthuis, megastal of andersoortige hel vol plofkippen en kiloknallers. Helaas, zo dapper is onze bushman nou ook weer niet, want dan zappen zijn kijkers weg.




woensdag 18 september 2013

Bungelen

Bij het vervangen van een wc-rol sta ik altijd voor een levensgroot dilemma. Laat ik de rol achterlangs aflopen of aan de voorkant? Volgens velen is de voorkant dé manier, want het ‘grijpt lekker’. Maar stylinggoeroes als Jan de Bouvrie et moi vinden het mooier als wc-papier naar achteren afrolt. Het hangt dan immers keurig en strak langs de muur, wat beter oogt dan zo’n slordige strook papier die aan de voorzijde in het luchtledige bungelt. Het is, kortom, een keuze tussen schoonheid en praktijk. Uitgangspunt daarbij is de sfeer die ik wens in mijn huiselijke shitbox? Ambieer ik strak design, dan moet ik van mezelf de rol achterlangs ophangen. Maar uiteindelijk ga ik toch altijd weer voor het praktische gemak van ‘voorlangs’ omdat ik vind dat men achter de wc-deur sowieso alle esthetiek laat varen en daarom niet ineens moet neuzelen over strak design. De plee is immers dé plek waar alles vrijelijk moet kunnen bungelen, klateren en retteketetten. Dit alles onder het motto: Schijt aan Jan de Bouvrie!




 

maandag 16 september 2013

Karamel

Tegen een winkelpui zag ik hem liggen: een jonge blanke man, totaal van de wereld. Het was in het centrum van een kleurrijk stadje in New Mexico. De jongeman was vroeg oud, had een vale huidskleur en vervilt haar dat in plukken over zijn oren hing. Hij was out vanwege crack, alcohol of lijm. Op de grond naast hem lagen een centenbakje en een stukje karton waarop met viltstift ‘Please’ was gekrast. Het bakje was leeg; voorbijgangers liepen met een grote boog om de sterk vervuilde zwerver heen.
Even later passeerde hem een knap karamelkleurig bruidspaar, Latino’s. Hij in jacquet, zij in een witte wolk van kant en in haar hand een touwtje waaraan een dansende, hartvormige, roze ballon. De twee lachten hun mooie tanden bloot, het geluk spatte ervan af. De kersverse echtelieden waren in gezelschap van een fotograaf en kennelijk direct na hun huwelijksceremonie op weg naar een stemmige fotolocatie.
De grauwe uitzichtloosheid bij de drop out en het aanstekelijk optimisme bij het bruidspaar, Amerika dus.


vrijdag 13 september 2013

Balorig

Laatst at ik een loempia van de afhaalchinees. Erg lekker, maar halverwege mijn opgerolde deeglap kauwde ik op iets metaligs. Een nietje! Van de schrik bekomen, vroeg ik me af hoe een nietje in een loempia kan belanden. De natuurlijke habitat van het nietje en die van de loempia lijken immers mijlenver uiteen. Maar ineens zag ik voor me hoe een stel balorige medewerkers van een Chinese loempiafabriek elkaar tijdens hun lunchbreak vrolijk stonden te bekogelen met stukjes deeg. (In mijn fantasie was hun baas die dag op dienstreis naar zijn taugéplantage in Hangzhou.) De jongens en meiden van de belendende expeditieafdeling dachten vervolgens: dolle boel, wij doen mee! Bewapend met rollen plakband en nietmachines wierpen ze zich gierend van de lach in de broederstrijd waarbij een afgevuurd nietje in ‘mijn’ loempia terechtkwam.
    Tijdens het verder nuttigen van mijn Oosterse snack kwam ik geen ongerechtigheden meer tegen. Daarom besloot ik om van 1 Chinees nietje geen hele muur te maken.
 
 

donderdag 12 september 2013

Strooigoed

Moet er toch ‘ns naar toe, het vernieuwde Rijksmuseum is immers dé cultuurtempel van ons land. Maar ja, cultuur kun je soms ook gewoon op je deurmat vinden, gratis en voor niets! Zo ontving  ik onlangs een stenciltje met daarop de volgende tekst.

Wij zijn 2 ervaren en heel enthousiaste (vrouwelijke) pieten die heel graag bij u een feestje komen bouwen! De kosten bedragen 15 euro per 15 minuten. U dient gepast te betalen tijdens het bezoek! (Uiteraard op zo’n manier dat de kleintjes het niet meekrijgen.) Wij komen dan de cadeaus brengen die wij kunnen vinden op een afgesproken plek en delen eventueel de eerste cadeaus uit. Ook zullen wij strooien met ons eigen strooigoed. Mocht u het niet fijn vinden dat wij strooien, dan kunt u dat uiteraard aangeven! Misschien vindt u het geen fijn idee dat het strooigoed van ons komt? U zou er zelf ook voor kunnen zorgen doordat u het voor ons klaar legt in een pietenzak bij de cadeaus.
U kunt ons inhuren vanaf […] en we zijn bereikbaar op […]. Wij kunnen niet wachten!!!
Met vriendelijke groeten,
Piet & Piet

Dit tekstje laat onze volksaard en cultuur zien: handelsgeest, flexibiliteit en gezelligheid. Ten bate van enig cultureel veldwerk overweeg ik daarom de dames Piet een kwartiertje in te huren. De ouwe meuk in het vernieuwde Rijks kan nog wel even wachten.
 
 
 

zondag 8 september 2013

Macaber

Een jaar of zestig, schatte ik. Ze stond voor me bij de kassa van AH, op open schoentjes. Ik keek naar haar kleine voeten, die waren niet heel fraai: een rommelig bosje tenen. Ondanks dat bleef ik gebiologeerd naar ze kijken. Dat kwam met name doordat de vrouw haar teennagels blauwpaars had gelakt. Nu weet ik dat het pimpen van nagels tegenwoordig erg hot is. Echter, blauwpaarse nagels doen me niet alleen denken aan onhandig doe-het-zelfen, maar vooral aan de dood. Dat laatste vanwege de associatie met verkilde lichamen zonder hartslag. Eng, ja zelfs macaber! De vrouw had haar apenteentjes daarom veel beter kunnen voorzien van een vrolijker kleurtje of anders transparante lak waardoor haar voetenwerk minder aandacht zou vragen zodat ik me in de supermarkt kon concentreren op andere zaken dan haar halfblote kakkies.
Tijdens het afrekenen vroeg de caissière aan de vrouw of ze koopzegels bliefte én of ze Eftelingzegels spaarde. De vrouw zei twee keer gretig ‘ja’. Kennelijk stond ze nog midden in het leven. Helaas op macabere voetjes.


donderdag 5 september 2013

Einstein

September, de r zit in de maand. Wij denken dan al snel aan erwtensoep, extra vitamines en strooizout. Maar wie op datzelfde moment op het zuidelijk halfrond woont, rent in zijn kekke bermuda naar de regionale Etos om zich sunblock factor 50 te verschaffen. En dan zijn er nog 1,3 miljard Chinezen die septembel zouden zeggen, dus niks geen r. Bovendien kennen veel Aziaten een jaartelling die niet uitgaat van halfslachtige Griekse goden als Mars (maart), megalomane Romeinse keizers als Augustus en Latijnse flierefluiters als Aprilis. Ten slotte is er nog een Maya-kalender die beweert dat de mensheid niet meer bestaat, alleen weten wij het nog niet. Dat is overigens heel goed mogelijk. Plato leerde ons immers dat we niet in staat zijn de werkelijkheid te zien. En dan is daar ook nog ene Einstein met zijn bewijs dat tijd sowieso relatief is. Afijn.
Dus wanneer iemand zegt dat de r in de maand zit, dan heeft dat nauwelijks betekenis, het is slechts een lokaal taalgrapje. En toch word ik er knap chagrijnig van.


maandag 2 september 2013

Eikenhout

Dorpje op de Veluwe. Een zondagse, eikenhouten sfeer hangt in het kleine café-restaurant. Doorrookt muurpleister, oma’s kleedjes op tafel en jachttaferelen aan de muur. Twee locals spelen een potje biljart. Een andere, wat oudere man zit alleen aan de bar en praat met het barmeisje over zijn militaire diensttijd. Het barmeisje, tevens serveerster, doet of ze luistert. Misschien is ze moe en zit haar dienst er bijna op. Uit de speakertjes schalt een zangstuk uit de jaren vijftig. ‘Twee reebruine ogen, die keken de jager aan.’ Weergaloos sentimentele lyriek, helaas uitgestorven. Links van de bar hangt een flatscreen waarop een voetbalwedstrijd. Feyenoord speelt tegen blauwe shirts. Flarden stadiongeluid bereiken ons tafeltje aan de overkant, bij het raam. Op onze platte borden: spiesjes varkenshaas, patat en salade. En er is bier. In het hoekje naast ons ploft een vriendelijke dame neer in gezelschap van haar herdershond. Hun wederzijdse blikken verraden: we houden van elkaar. De dame bestelt iets met karbonade. De hond krijgt een verse bak kraanwater, en wie weet straks stiekem een stukje vlees.
De Veluwe, verder hoef je eigenlijk niet.