Na uitgebreid empirisch onderzoek
ben ik erachter gekomen dat waxinelichtjes met 6 branduren de beste keus zijn.
Je hebt ze namelijk ook met 4, 8 en 10 branduren. Die ‘van 4’ branden te kort.
Voor die 'van 8 en 10' geldt juist dat ze zó lang branden dat je ze vaak
weer moet doven/aansteken, wat de kwaliteit aantast. Zes branduren is daarom precies
goed. Het zoveelste bewijs hiervoor kreeg ik toen ik onlangs nieuwe
waxinelichtjes wilde kopen. Die met 6 branduren bleken uitverkocht, terwijl die
van 4, 8 en 10 nog volop aanwezig waren. We hebben dus massaal dezelfde
voorkeur – en terecht. Dat er toch zoveel keuze is, is dan ook niet de wens van
de consument, maar van het kapitalisme, dat eiste dat machines werden
ontwikkeld die de metalen cupjes in verschillende maten kunnen stansen, lontjes
in diverse lengtes afknippen en de was in allerlei diktes persen.
Het is een kostenverhogend (dus lucratief) proces dat vanzelfsprekend wordt doorberekend
naar de klant die nodeloos keuzes moet maken tussen waxinelichtjes met
verschillende branduren.
‘Laat er licht zijn,’ zei God op de
eerste scheppingsdag. Hoe lang, vertelde Hij er helaas niet bij. Zes uur dus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten