dinsdag 18 maart 2014

Hardfietsen

Het wielerseizoen is weer begonnen, een teken dat de winter is verslagen. Dubbele pret, want ik mag graag kijken naar het zwoegende peloton dat voortjaagt over de Vlaamse en Nederlandse klei, Waalse heuvels, Italiaanse kustweggetjes, Franse campagne en Spaanse hoogvlakten. Maar het liefst kijk ik naar het decor. Nee, niet zozeer het landschap boeit me, hoewel dat soms schitterend is, maar veeleerder de coulissen die zijn samengesteld uit woningen, tuintjes, winkelstraten, bedrijventerreinen, garages, boerderijen, kerken, campings, supermarkten, heggen, begraafplaatsen. En dan zijn er nog de toeschouwers. Nee, de fanatieke wielerfans zijn niet erg interessant, die lopen zich vooral aan te stellen. Veel leuker is het ‘gewone volk’ dat om de een of andere reden ter plekke is. Zoals winkelpersoneel dat een uurtje vrijaf heeft gekregen; een stel nonnen dat vanaf een kloosterraam het schouwspel gadeslaat; een landbouwer die toekijkt vanaf zijn tractor; een vrouw met een kinderwagen; een slager met bloed op zijn schort; vakantiegangers in bermuda’s; een bejaarde dame die, gezeten op een stoeltje naast haar voordeur, zich verwondert over het geluid van tweehonderd zoevende spaakwielen.
Het cliché: schoonheid zit in het gewone. Misschien is hardfietsen daarom wel de schoonste aller sporten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten