vrijdag 10 juli 2015

Jongensleed

‘Mneer-mneer,’ klinkt het achter me. Ik kijk om en zie een joch achter me aan spurten. Een jaar of dertien-veertien, ontbloot bovenlijf, korte broek, baseballpetje, gympen. Ik knijp in de remmen en wacht ‘m op. Naderbij gekomen, legt de knul amechtig zijn situatie uit. Hij was met zijn vriend aan het skaten vanaf het viaduct, en die vriend was loeihard tegen de grond gesmakt en vergaat nu van de pijn. Hij wijst naar het slachtoffer dat zo’n dertig meter verderop tegen het talud zit te creperen. Op diens blote rug en armen ontwaar ik vuurrode plakkaten.
‘Ons beltegoed is op, heeft u een mobieltje,’ vraagt de jongen ietwat paniekerig, ‘dan kan ik thuis bellen om te vragen of ze ons op komen halen.’ Ik overhandig hem mijn mobieltje. Hij belt maar krijgt geen gehoor. De knul geeft mij m'n mobieltje terug. ‘Dank u mneer.’
Ik heb met het tweetal te doen, vraag of ze niemand anders weten die ze kan ophalen. Niet dus. ‘Je kunt ook 1-1-2 bellen,’ opper ik voorzichtig. ‘Mwah, da’s ook weer zo iets,’ zegt de jongen terwijl hij naar zijn gewonde vriend op het talud kijkt, ‘zo erg is het nou ook weer niet, denk ik...’ Ergens begrijp ik hem wel. Iedereen had de jongens natuurlijk al aan de kop gezeurd geen malle fratsen uit te halen met de skateboards, maar die waarschuwingen hadden ze stoer weggelachen. En om dan nu met een zieken- of politiewagen thuis te worden bezorgd is natuurlijk uncool. En op school is waarschijnlijk ook alles ruk. En de meiden uit de klas zijn niet erg chill. Dan maar met z’n tweetjes skaten vanaf het viaduct. Dan maar risico’s nemen. Dan maar lijden. Jongensleed.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten