‘Kèk, nâh Spanje of Turkèe ga je allein mâh om te zuipuh. Dat kan altèd nog, mâh nu wil ik eerst dinguh zien, begrèp je? Vreemde culturȃh, natuȃh, mauie steduh en zo.
Ik wilduh èguhnlèk nâh Kenia, Tanzania en Zanzibar, die kant op. Mâh daâhrvoâh gold un negatief rèsadvies, want eâh was gelazuh met Boko Haram. Daâhrom ben ik mâh nâh Costa Rica gegaan. Maui joh. Niet allein ut strand, mâh ben oâk vèf dagen lang doâh ut oeâhrwoud getrokkuh. Je weit nie wat je ziet. Beistuh, tropiese vâugels en zo.’
Hij laat opnieuw een rondje (pils) aanrukken en vertelt over een andere reis. Thailand.
‘Kek, ik zeg mâh zo, als je thuisblèft kost ut oâk géld. En Thailand in januȃri is geweldug. Heil modeâhrn oâk; ze zèn dâh ech nie achtelèk. Ik hep dâh een bodycheck latuh doen, in zo’n MRI-scanneâh, weit je. Kostuh drie mèeâh*. Kost hieâh minstuns vèftien mèeâh. En je krègt dâh echt un A1-behandeling, kwa medische zorrȃg, omdat ze weten dat ze alles kunnuh declareâhren omdat westersuh mensuh meestal goed verzekȃhd zèn. Aâhrdiguh gastuh trauwens, die Thai.
Daarna herhaalt de man zijn adagium: naar Spanje of Turkije ga je slechts om te zuipen, en dat kan later altijd nog. Wij daarentegen, willen niet op later wachten en bestellen nog een karafje teneinde stiekem mee te kunnen genieten van de verhalen van deze wereldreiziger.
*Een mèeâh (meier)
was/is Bargoens voor honderd gulden/euro.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten