maandag 9 oktober 2017

Dwangneurose

Ze wandelden een meter of twintig voor me uit, een moeder met een dochtertje van tien en een zoontje van acht, schatte ik. De moeder liep met een geknikte nek te klootviolen op haar mobieltje terwijl het ventje zat te etteren. Ik zag hoe hij met een plastic speelgoedzwaard dreigende uitvallen deed naar zijn grote zus. Het meisje negeerde hem cool, wat ik knap vond. Totdat hij haar echt raakte, wat moést gebeuren. Ze veranderde binnen één tel in een karateka en ramde haar broertje met haar vlakke hand vol op zijn gezicht. Klets. Brullen. Ik zag dat de moeder zich losmaakte van haar smartphone - nu pas. Ze schreeuwde haar kroost toe. ‘Stelletje klieren [...] altijd als we [...] wat een shit dit,’ hoorde ik tussen flarden wind. Woést was ze, naar ik hoopte vooral op zichzelf. Want als een buitenstaander op enige afstand al zag aankomen dat het hommeles zou worden tussen haar kinderen, dan mocht de moeder - pal naast ze lopend - zichzelf best doodschamen. Maar ach, eigenlijk kon de vrouw er ook weinig aan doen. Ze leed nu eenmaal aan de dwangneurose die mobieltjes doorgaans genereren, een akelige aandoening die er meer inhakt dan tien speelgoedzwaarden. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten