Gisteren bezocht ik de Yonex
Dutch Open te Almere, ’s lands internationale badmintontoernooi.
Ik heb die sport jarenlang beoefend totdat m'n knieën op waren. Daarna keerde ik het wereldje de rug toe. Maar nu, een paar decennia later in Almere,
werd ik ineens weer overrompeld door de pracht van badminton dat, mits op niveau, als geen andere sport een fraaie mix is van reactiesnelheid, atletisch vermogen en topconditie. Zo zag ik hoe een Taiwanees en een Japanner mekaar in drie sets compleet uitwoonden,
hoe een (roodharig) Schots gemengd-dubbel zich kreunend en steunend vocht naar de
overwinning op een Duitse combinatie, hoe een elegante Deense en felle
Indiase om elk punt streden in hun damesenkelpartij. Vanaf de tribune genoot ik van de techniek, de lijven, inspanningen, emotionele kreten, het scoreverloop. Nu is het leuke
aan dit soort toernooien, dat deelnemende sporters ook vaak op de tribune zitten
om tegenstanders te observeren of om te relaxen tijdens de pauzes in hun wedstrijdschema's. Zodoende bevond ik me tussen een aantal in blauw-rode trainingspakken gestoken Russen, atletische jonge mannen en vrouwen. Ze hadden mooie hoofden, hun taal zat vol kleur en ze roken lekker, wat wellicht door de massage-olie kwam. Kortom: ik vermaakte me uitstekend in die Almeerse sporthal waardoor deze hernieuwde kennismaking met 'pluimbal' mij een gevoel bracht dat je het best kunt vergelijken met dat van Clara 24 die in het voorjaar voor het eerst weer weidegras onder haar bonkige poten voelt. Overigens is het best jammer dat de sport in onze contreien zo in de luwte bivakkeert. Ofschoon je ook kunt stellen dat luwte essentieel is, want met wind is het verrekt lastig badmintonnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten