zondag 25 februari 2018

Bénédicte Ficq

Nadat neurobioloog Dick Swaab enkele jaren terug zijn Wij Zijn Ons Brein had geschreven, ontstond commotie. Volgens de hersenonderzoeker voert de mens weinig regie over zijn daden, dat doen onze hersenen. Pure biologie dus. Anderen, vooral vanuit de psychotherapeutische hoek, maakten daarop gehakt van zijn theorie. Volgens hen zijn wij beslist veel meer dan ‘slechts’ ons brein, we zijn zeer goed in staat rationele keuzes te maken. Maar nu ontvangt Swaab - geheel onbedoeld - ineens steun uit onverwachte hoek: de advocatuur. Pleitbezorger Bénédicte Ficq is, in haar (terechte) strijd tegen de tabaksindustrie, van mening dat rokers niet verantwoordelijk zijn voor hun verslaving. Nee, ze zijn slachtoffer. Vooral pubers staan kansloos tegenover nicotinedwang, meent Ficq (volgens eigen zeggen op haar veertiende begonnen). Zij is niet de enige, van veel kanten (de zorg, patiëntenclubs) wordt de tabaksindustie momenteel als de duivel gezien en de (jonge) gebruiker het willoze slachtoffer. Waarom zovelen – waaronder ook pubers – zich niét in het roken verliezen, daar hoor ik echter niemand over, ook Ficq niet. En dat is best vreemd, want vanwege al die niet-rokers zou je toch haast vermoeden dat het met 'dat willoze' wel meevalt. Ik vraag me daarom af of deze gerenommeerde advocaat dit hele proces wel zelf voert. Of haar brein.



vrijdag 23 februari 2018

High Wood

Weer even 'n gezellig stukje proza over de Eerste Wereldoorlog, nu het offensief bij de Somme. Het is 15 juli 1916, de ochtend na de strijd bij het boerengehucht Bazentin dat zojuist was ingenomen door de Britten. Het bleek een zeer korte adempauze tussen de zware gevechten. Drie stoutmoedige Engelse officieren maakten hiervan gebruik door op verkenning te gaan en te speuren naar Fritz. Ze slopen over de heuvelrug achter het veroverde dorpje. Bovenaan gekomen ontwaarden ze een doodstille vallei vol ruisend graan. Er was geen Duitser te bekennen, wat verbazing wekte want het zou ervan moeten stikken. Met ingehouden adem daalden de drie dapperen aan de andere kant weer af en staken het graanveld over naar het hoger gelegen compacte bos(je) erachter, door hen High Wood genoemd. Tot hun stomme verbazing ontdekten ze ook hier, tussen de bomen, geen Duitse stellingen. Een buitenkansje, wisten ze, waarna ze zich terug spoedden naar hun eigen linies teneinde hun troepen gereed te maken om het zo strategisch gelegen bos in te nemen. Helaas kregen ze geen toestemming van het hoofdkwartier, want dat had andere plannen.
Lang verhaal kort: uiteindelijk besloot men pas twee dagen later High Wood binnen te trekken. Maar in de tussentijd hadden de Duitsers hun fout – het onverdedigd laten van dit bos op de heuvel – ingezien en zich blitzschnell hersteld. Dus toen de Engelsen, Schotten, Indiërs en Zuid-Afrikanen uiteindelijk twee dagen later High Wood binnenvielen, werden ze nu wel 'warm' ontvangen. De strijd om dit bos - qua oppervlakte slechts enkele voetbalvelden groot - zou uiteindelijk twee maanden in beslag nemen en ruim 20.000 slachtoffers eisen. Was men, gebruik makend van het buitenkansje, direct met de opmars begonnen dan had het wellicht een paar uur en géén slachtoffers gekost. Haastige spoed is zelden goed? Hier gold: Matige spoed = slachting in High Wood.



dinsdag 20 februari 2018

Plastic

Steeds als ik braafjes mijn plastic huisafval in de speciale container werp, denk ik aan een voorval in Indonesië, enige jaren terug. Gezeten tussen vele tientallen locals op het achterdek van een veerboot, genoot ik van de hete zon en het steeds wisselende uitzicht: sprookjesachtige palmeilanden, vissers in hun vlerkprauwen, over het turquoise oppervlak scherende vliegvissen, mauve vulkaantoppen aan de kim.
Ineens zwaaide de kombuisdeur open en stapten twee in vlekkerige schorten gehulde koks het dek op. Ze droegen grote kartonnen dozen naar de reling. Daar smeten ze hun vracht schaamteloos overboord. Ik keek omlaag en zag hoe de dozen door de klap op de golven openscheurden waardoor flessen, bakjes, zakken, tubes en ander plastic verpakkingsmateriaal vrijelijk door het zog van de veerboot de Stille Zuidzee in dansten. Zowel verbijsterd als verontwaardigd keek ik om me heen, op zoek naar medestanders. Maar die waren er niet; de locals gingen stoïcijns verder met wat ze deden en dat was vooral dommelen (op kunststof stoeltjes), mie bakso eten (in kunststof bakjes) of hun Facebookstatus checken (op mobieltjes van kunststof). Wat ik zojuist zag, was business as usual en het resultaat daarvan vind je terug op de ooit smetteloze stranden in deze archipel.
Ik weet dat je voor wereldverbetering - hoe naïef ook - altijd bij jezelf moet beginnen. Maar mijn twijfel aan de zin van dit alles wordt met de jaren groter. Sorry.


zondag 18 februari 2018

Schoonenberg

Ratio en nuchterheid zijn niet mijn sterkste kanten, maar zintuiglijk heb ik weinig te klagen. Ik zie, hoor, voel, proef en ruik prima. Kortom: ik neem alles gelukkig nog goed waar. Maar geluk is niet groter dan een cel, bloedvat of zenuwuiteinde. Dat merkte ik afgelopen week toen mijn linkeroor zonder enige reden of aanwijzing ineens dichtklapte. In een dalende Boeing is dat een bekende gewaarwording die snel weer overgaat, maar nu bleef de doofheid waar ook nog gesuis en een verontrustende desoriëntatie bijkwam. Na wat zweterig gegoogel toch maar naar de huisarts gestapt. Zij verwees mij direct naar het ziekenhuis, waar ik, dankzij haar spoedtelefoontje, meteen werd geholpen. Daarna ging het snel: inwendig gehooronderzoek, allerlei geluidstesten, MRI-afspraak, stootkuur Prednison, bespreking vervolgtraject. Drie uur later stond ik beduusd weer buiten met de diagnose Sudden Deafness - 8 op de 100.000 mensen krijgen die jaarlijks - én met de mededeling dat er een relatief kleine kans bestond dat het weer goed kwam en zo niet dan moest ik met een eenzijdige doofheid zien te leven waarbij [vrij vertaald] wellicht toko's als Schoonenberg me een handje zou kunnen helpen. Wat zegt u?


donderdag 15 februari 2018

Bolletje

Heel traditioneel begint mijn dag met een gezellig rond beschuitje. Helaas word ik chagrijnig van een gebroken exemplaar op mijn ontbijtbord. (Was ik een kerel, dan kloeg ik subiet fokking Bolletje aan.) Maar beschuitjes zijn nu eenmaal zo bros dat ze makkelijk breken. Dat risico begint al tijdens het verpakken in de fabriek en zet zich voort bij het vervoer naar de supermarkt. Daarom sta ik altijd voor het schap te dubben voor welke rol ik ga. De beschuitrollen vooraan zijn wellicht al ruw getoucheerd door klanten, maar de rollen achterin zijn er natuurlijk weer door balorige vakkenvullers ingekeild, dus meestal graai ik er eentje uit het laffe midden. Thuis gekomen komt het grote moment: het teder ontmantelen van de beschuiten. Dit is niets minder dan chirurgie waarbij precisie en een scherp mes of schaar vereisten zijn. Meestal ontdek ik hier al 1 of 2 gebroken beschuitjes, waardoor somberte op de loer ligt, maar oké, die leg ik apart voor de vogels. Ten slotte is het zaak om de gave exemplaren in de cilindervormige metalen beschuitbus te droppen. Ook dit is een riskante operatie, want vooral de eerste beschuitjes vallen diep (zo’n dertig centimeter), wat breuken kan veroorzaken. Dit hele traject heeft tot gevolg dat ik ’s ochtends regelmatig oog in oog sta met een gebarsten exemplaar wat dan weer barsten in mijn humeur veroorzaakt. Dat moét ook de reden zijn waarom zo weinigen mij spontaan uitnodigen des ochtends een beschuitje te nuttigen. Een andere reden kan ik echt niet bedenken.


maandag 12 februari 2018

Thierry Baudet

Beste Thierry,
Waar ben je mee bezig, man? Je was zo leuk aan het fröbelen, ondanks je pedante gedrag en je Latijnse gemonkel. In de peilingen ging je als de tielerier. Een frisse wind in Den Haag, leek het wel. Maar ineens loop je averij op, zowel van links als rechts, waar je eerlijk gezegd ook om hebt gevraagd. Jij en je makkers beweerden dat er aantoonbaar verschil in intelligentie bestaat tussen mensenrassen. Waarom, in hemelsnaam, en wat wil je hiermee bereiken? Ter verdediging verwees je naar de wetenschap. Beetje zwak, want diezelfde wetenschap komt hier ook niet echt uit. Immers, hoe interpreteer je intelligentie eigenlijk? Daarin spreken alle knappe koppen elkaar nogal tegen. En daarmee heb jij, eigengereide Thierry, je hand een beetje overspeeld. Dom van je, want natuurlijk weet iedereen die een beetje doordenkt dat er verschil in 'intelligentie' tussen mensenrassen moet zijn. (Pechtold en Klaver vast ook.) Dat kan haast niet anders als soorten zich geïsoleerd van elkaar ontwikkelden, wat gebeurde. Dat geeft altijd onderscheid, op elk terrein, dus ook in denkvermogen. De ene soort is vooral erg praktisch, de ander weer analytisch, weer een andere vlug van begrip of juist flexibeler. De ene groep homo sapiens ontwikkelde zich vooral fysiek, de andere leerde beter improviseren. Et cetera. En dan hebben we het nog niet eens over de emotionele kant van menselijk gedrag, want ook emotie heeft sterke invloed op ons denken, en ook daarin verschillen soorten. (Wel eens een IJslander met een Albanees horen krakelen over hoe je je geld het beste kunt spenderen?) Het kan dus ook niet anders dan dat het ene ras een ander ‘soort intellect’ heeft ontwikkeld dan het andere. Maar - en nu komt het, m'n waarde amice - wij mensen hebben nu eenmaal stilzwijgend afgesproken dat we het niet willen weten, want anders komen onze gelijkheidsbeginselen in gevaar, soit. Wie daar tegenin gaat, krijgt klappen. Neem nou de Amerikaanse presidenten. Die beweerden allemaal dat ze in God geloofden. Neem nou van mij aan dat ze dat niet allemaal deden. Maar dat zullen ze nooit hardop zeggen, want een Amerikaanse president die daarin eerlijk is, kan het schudden in dat land. Daarom beste Thierry, gedraag je intelligent (maar niet te) of stap uit de politiek en ga op je pianola rammelen, maar wel in het Latijn.



zaterdag 10 februari 2018

Floortje Dessing

Lieve Floortje,
Wat een schat ben je toch, denk ik als ik je op de treurbuis weer eens in den vreemde gezellig zie mutsen. Des te zwaarder valt het me je te laten weten dat ik je reisprogramma’s ruk vind. Ja, ik weet dat velen dat anders zien, want je wordt bejubeld en met prijzen overladen. Helaas zitten ze er allemaal naast: je programma’s kijken weliswaar lekker weg (complimenten vooral aan je cameraman met zijn drones), maar zijn inhoudelijk nogal mager. Neem nou je nieuwste serie, Floortje naar het Einde van de Wereld, waarin je mensen bezoekt die, verstoken van luxe, in verre uithoeken zijn neergestreken. Een interessant gegeven, maar qua uitvoering flinterdun en vol effectbejag. Waarom roep je toch steeds dingen als ‘Wow, amazing!’ of ‘Jeetje, wat een uitzicht’ of 'Hebben ze hier ook krokodillen, hihihi?' Of je vraagt diep filosofisch: 'Hoe deal je met dit eenzame bestaan?' Meestal bevind je je dan ergens op een afgelegen eiland, in een jungle, berghut of kano. Het is nogal bedacht en/of in scene gezet - goedkope toneelstukjes die nauwelijks overtuigen. Laatst logeerde je (zogenaamd?) bij een of andere Amerikaanse hippie in een afgelegen berghut in de Sierra Nevada. (Waar logeerde je crew eigenlijk; in het Best Western Motel beneden in het dal?) Te zien was hoe jij in die hut ’s ochtends met een warrige haardos je uit logeerbed rolde (je cameraman stond daar kennelijk reeds in de aanslag...) en aan de gastheer vroeg waar het toilet was - die bleek buiten in de sneeuw, wat natuurlijk voor een ludiek shot ging zorgen. Je reinste flauwekul, want de beelden lieten zien dat jij en je team daar al minstens 24 uur aan het filmen waren en ik kan me niet voorstellen dat je al die tijd nog niet geplast of gepoept had. Het wekt een tikkie wantrouwen. Ik vind dat zo jammer, lieve Floor, en gun je al die reizen naar verre oorden best graag. Vandaar mijn advies voor verbetering: laat die toneelstukjes over aan je hysterische concullega's bij die vele andere reisprogramma's. Jij kunt je onderscheiden door uit beeld te blijven waarmee je al die mensen in Verweggistan een mooi podium gunt. Je kunt daarbij bijvoorbeeld wel de commentaarstem verzorgen. En als je toch wenst te interviewen doe het dan als Frans Bromet, wat het waarachtiger maakt. Maar ik vrees dat de tv-managers (dol op kijkcijfers) stiekem hebben bedacht dat het niet om de avonturiers gaat, maar om joú. Je bent daarmee verworden tot een format of een merk, en dat moet je niet willen, lieve Floor. Het past je niet schattebout, sorry lieverd. Ondanks dat blonde en die kekke zonnebril, kun je beter zoveel mogelijk uit beeld blijven. Denk: David Attenborough. Je verlengt daarmee je (beperkte) houdbaarheid waardoor je toch nog jarenlang lekker ver kunt reizen op kosten van de gemeenschap, iets waar ik graag aan bijdraag, maar alleen als ik je niet meer hoef te zien.  
Doedoei en een dikke pakkerd van mij.



woensdag 7 februari 2018

Heroïek

Weinig is zo gedevalueerd als het begrip ‘held’. Sporters, politici, entrepreneurs (Jobs, Musk?), klokkenluiders, milieuactivisten, feministen, stakingsleiders, iedereen is tegenwoordig een held, zelfs patiënten die 'strijden' tegen hun ziekte. Maar de held van nu tekent wel wat schriel af bij de manhaftigheid van weleer, toen alles bloedstollend gevaarlijker was. Denk: gladiatoren, ontdekkingsreizigers, woeste krijgers, de eerste zee- en luchtvaarders, wetenschappers als madame Curie. Denk ook aan Plato, Jezus, Genghis Kahn, Marco Polo, Richard Leeuwenhart, Churchill en Erwin Rommel. Maar zeker ook aan kerels als Fangio, Castellotti, Musso, Hawthorn en Collins, de grote autocoureurs uit de begintijd van de Formule 1, toen de dood regeerde.
Als liefhebber van deze sport genoot ik onlangs van de dvd Ferrari – Race to Immortality (2017, Universal). Een fraai gestileerde documentaire waarin het niet zozeer gaat om de bloedrode wagens van het legendarische merk, maar om een vijftal coureurs die erin stierven. In het harnas dus, zoals het echte helden betaamt. Kleurrijke ijzervreters met mooi getekende koppen en karakters vol elan en onvervalste heroïek. 
Jazeker, iedere tijd kent zijn eigen helden, maar na het zien van deze film bedenk je je wel twee keer voordat je dat stempel op een huidige autocoureur durft te plakken. Want je kunt toch nauwelijks met droge ogen beweren dat gepamperde snotapen als Max Verstappen net zo heldhaftig zijn als die stoere coureurs van weleer. Het is alsof je Chuck Berry wilt vergelijken met Frans Bauer. Of dat je lachebekjes Gijp en Derksen net zo dapper vindt (wat ze van zichzelf beweerden) als de Vlaamse transgender Van Spilbeeck. Die laatste is wel weer een échte eigentijdse held.




zaterdag 3 februari 2018

Haarfollikels

Als kalende man heb je nogal wat opties: een toupet of pruik, naar een haarkliniek stappen om nieuwe haarfollikels te laten implanteren, radicaal alles afscheren of je nergens druk over maken en het lekker zo laten.
Toupet en pruik hebben hun beste tijd gehad, zeker na het uit de kast komen van Andre Agassi en Marc-Marie Huijbrechts. Alles afscheren lijkt daarentegen een uitstekende keuze, want het heeft iets stoers of markants, denk aan Dwayne Johnson, Michael Jordan of Andre Kuipers. Naar een haarkliniek stappen kan natuurlijk ook, maar is aardig aan de prijs, daarom misschien meer iets voor grootverdieners als Rafael Nadal, Dick Advocaat of Gerard Joling. Vanzelfsprekend is je nergens druk over maken de allerbeste keus, ofschoon dat eigenlijk nooit een keuze is aangezien je natuur dat regelt.
En dan is er nog die aloude camouflagetechniek: het laatste restje stoffering over de Sahara draperen. Helaas is het resultaat nogal twijfelachtig en bovendien dramatisch bij een plotselinge windvlaag of Groningse aardschok. Er is echter één iemand die daar toch een hele kunst van heeft gemaakt. En niet de minste, het gaat hier zelfs om de meest invloedrijke persoon op onze planeet, een kerel met een tuitmondje en losse twittervingers. Zijn gebeitelde kapsel kun je het best omschrijven als een tot frisbee doorgefokte bisamrat die dient te verbloemen wat eronder zit: bedroevend weinig, hetgeen hem echter niet belette zo invloedrijk te worden.