Weinig is zo gedevalueerd als het begrip ‘held’. Sporters, politici, entrepreneurs (Jobs, Musk?), klokkenluiders, milieuactivisten, feministen, stakingsleiders, iedereen is tegenwoordig
een held, zelfs patiënten die 'strijden' tegen hun ziekte. Maar de held van nu tekent wel wat schriel af bij de manhaftigheid van weleer, toen alles bloedstollend gevaarlijker was. Denk: gladiatoren, ontdekkingsreizigers, woeste krijgers, de eerste zee- en luchtvaarders, wetenschappers als madame Curie. Denk ook aan Plato, Jezus, Genghis Kahn, Marco Polo, Richard Leeuwenhart, Churchill en Erwin Rommel. Maar zeker ook aan kerels als Fangio, Castellotti,
Musso, Hawthorn en Collins, de grote autocoureurs uit de begintijd van de Formule 1, toen de dood regeerde.
Als liefhebber van deze sport genoot ik onlangs van de dvd Ferrari
– Race to Immortality (2017, Universal). Een fraai gestileerde documentaire waarin het niet zozeer gaat om de bloedrode wagens van het legendarische merk, maar om een vijftal coureurs die erin stierven. In het harnas dus, zoals het echte helden betaamt. Kleurrijke ijzervreters met mooi getekende koppen en karakters vol elan en onvervalste heroïek.
Jazeker, iedere tijd kent zijn eigen helden, maar na het zien van deze film bedenk je je wel twee keer voordat je dat
stempel op een huidige autocoureur durft te plakken. Want je kunt toch nauwelijks met
droge ogen beweren dat gepamperde snotapen als Max Verstappen net zo heldhaftig zijn als die stoere coureurs van weleer. Het is alsof je Chuck Berry wilt vergelijken met Frans Bauer. Of dat je lachebekjes Gijp
en Derksen net zo dapper vindt (wat ze van zichzelf beweerden) als de Vlaamse transgender
Van Spilbeeck. Die laatste is wel weer een échte eigentijdse held.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten