Wat later worstelde ik me door de drukte van warenhuis Hudson’s Bay, voorheen V&D. Aldaar werd ik plots overrompeld door een ouwerwetse paniekaanval. Met knikkende knieën zocht ik tussen de massa vlug de buitenlucht op. Zwetend en puffend, maar weer enigszins hersteld, bestelde ik daarna koffie in een rustig hoekje van het respectabele grand café Wientjes. Aan een tafeltje verderop zaten drie gasten waarvan een jonge vrouw in een rolstoel. Zij was meervoudig gehandicapt. Ondanks haar beroerde motoriek en stuurloze tong, trachtte zij een taartje naar binnen te werken waarbij ze kwijlend haar hele toet onder smeerde met slagroom. Bliksemsnel wegkijken voorkwam dat ik moest kokhalzen. Mijn koffie smaakte me dan ook niet meer. Een half uur later bevond ik me in een bomvolle intercity huiswaarts. Platgedrukt stond ik op het balkon tussen een groep donkere mannen die, met hun intimiderend harde stemmen en woestijntaal, dominant gedrag vertoonden tegenover de brave meerderheid die zoals gewoonlijk in alle talen zweeg. De onaangepasten maakten zelfs de NS-controleur belachelijk terwijl hij zijn werk deed. Door deze reeks ellende voelde ik een splijtende hoofdpijn groeien. Wat een ongelooflijke kutdag, hamerde het in mijn kop. En ineens herinnerde ik me mijn antwoord op de vraag van de twee vrome heren in Zwolle over Jezus' liefde. Het zal Zijn toorn zijn geweest. Vast.
woensdag 24 oktober 2018
Jezus
In het centrum van Zwolle werd ik aangesproken door twee vrome heren. Ze vroegen me of ik de liefde van Jezus voelde. Mijn antwoord zorgde die dag voor onheil, vermoed ik.
Wat later worstelde ik me door de drukte van warenhuis Hudson’s Bay, voorheen V&D. Aldaar werd ik plots overrompeld door een ouwerwetse paniekaanval. Met knikkende knieën zocht ik tussen de massa vlug de buitenlucht op. Zwetend en puffend, maar weer enigszins hersteld, bestelde ik daarna koffie in een rustig hoekje van het respectabele grand café Wientjes. Aan een tafeltje verderop zaten drie gasten waarvan een jonge vrouw in een rolstoel. Zij was meervoudig gehandicapt. Ondanks haar beroerde motoriek en stuurloze tong, trachtte zij een taartje naar binnen te werken waarbij ze kwijlend haar hele toet onder smeerde met slagroom. Bliksemsnel wegkijken voorkwam dat ik moest kokhalzen. Mijn koffie smaakte me dan ook niet meer. Een half uur later bevond ik me in een bomvolle intercity huiswaarts. Platgedrukt stond ik op het balkon tussen een groep donkere mannen die, met hun intimiderend harde stemmen en woestijntaal, dominant gedrag vertoonden tegenover de brave meerderheid die zoals gewoonlijk in alle talen zweeg. De onaangepasten maakten zelfs de NS-controleur belachelijk terwijl hij zijn werk deed. Door deze reeks ellende voelde ik een splijtende hoofdpijn groeien. Wat een ongelooflijke kutdag, hamerde het in mijn kop. En ineens herinnerde ik me mijn antwoord op de vraag van de twee vrome heren in Zwolle over Jezus' liefde. Het zal Zijn toorn zijn geweest. Vast.
Wat later worstelde ik me door de drukte van warenhuis Hudson’s Bay, voorheen V&D. Aldaar werd ik plots overrompeld door een ouwerwetse paniekaanval. Met knikkende knieën zocht ik tussen de massa vlug de buitenlucht op. Zwetend en puffend, maar weer enigszins hersteld, bestelde ik daarna koffie in een rustig hoekje van het respectabele grand café Wientjes. Aan een tafeltje verderop zaten drie gasten waarvan een jonge vrouw in een rolstoel. Zij was meervoudig gehandicapt. Ondanks haar beroerde motoriek en stuurloze tong, trachtte zij een taartje naar binnen te werken waarbij ze kwijlend haar hele toet onder smeerde met slagroom. Bliksemsnel wegkijken voorkwam dat ik moest kokhalzen. Mijn koffie smaakte me dan ook niet meer. Een half uur later bevond ik me in een bomvolle intercity huiswaarts. Platgedrukt stond ik op het balkon tussen een groep donkere mannen die, met hun intimiderend harde stemmen en woestijntaal, dominant gedrag vertoonden tegenover de brave meerderheid die zoals gewoonlijk in alle talen zweeg. De onaangepasten maakten zelfs de NS-controleur belachelijk terwijl hij zijn werk deed. Door deze reeks ellende voelde ik een splijtende hoofdpijn groeien. Wat een ongelooflijke kutdag, hamerde het in mijn kop. En ineens herinnerde ik me mijn antwoord op de vraag van de twee vrome heren in Zwolle over Jezus' liefde. Het zal Zijn toorn zijn geweest. Vast.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten