Een
stram lijf en een zonovergoten herfstdag. Van de nood een deugd makend trok
ik mijn hardlopers-outfit aan om weer eens het bos in te
rennen. Een half uurtje later, bijna weer thuis, zag ik een Miss Piggy-achtige verschijning door mijn woonwijkje stappen. Een
koddige, ietwat gezette vrouw in een zuurstokroze trainingspak die
een eveneens roze paraplu omhoog hield. Vooral dat laatste was vreemd aangezien er geen regenwolkje te zien was aan de strak blauwe
hemelkoepel.
Miss
Piggy kreeg mij ineens ook in de gaten. Ze begon te stralen en daarna
uitbundig te zwaaien. ‘Sporrrt, sporrrt, mooiii, mooiii,’
riep ze blij en uitbundig, waarbij ze naar mij wees om vervolgens aan
haar eigen, roze trainingspak te plukken. Ik begreep eruit dat ze
bedoelde dat we beiden sportief bezig waren, of althans sportieve
kleding droegen. Maar omkijkend en vriendelijk terugzwaaiend begreep
ik vooral dat ze ‘een beetje gek’ was. Ze liep namelijk
richting entree van de kleine woongroep voor mensen met psychosociale dan wel psychiatrische problematiek die aan de rand van mijn woonwijk is
gesitueerd. Ineens had ik erg met Miss Piggy te doen. Volkomen ten
onrechte wellicht, want spontane blijheid in een zuurstokroze
trainingspak onder een nutteloze roze paraplu is iets om jaloers op
te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten