Omdat ons lot vaak in hun handen ligt, zien velen doktoren als heiligen. In het echie zijn het echter doodgewone lieden die, ondanks een lange studie, vaak vanuit onwetendheid handelen en bepaald niet foutloos zijn. Zo gebeurt het regelmatig dat een patiënt incontinentie overhoudt aan een prostaatoperatie, gekmakende tinnitus aan het uitspuiten van oren of een ziekenhuisbacterie aan een huis-, tuin- en keukeningreep. Voorbeelden genoeg die ervoor zorgen dat enige terughoudendheid in de
verering van dokterende professionals gepast lijkt. Heus, het ligt niet aan hun bedoelingen of zorg. Gebrek aan kennis en techniek is meestal de oorzaak. Dat geldt overigens voor de hele medische wetenschap. Denk alleen al aan het feit dat goede medicijnen vaak door stom toeval ontdekt worden, iets waar we een mooi woord voor kennen: serendipiteit.
Wie
het niet eens is met deze onwetendheids- of toevalsfactor nodig ik graag uit een eeuw terug te
reizen, naar de gezondheidszorg in 1920. En huiver. Ook toen hadden artsen een zeer hoge status, maar naar onze maatstaven waren hun praktijken destijds buitengewoon onhygiënisch, de
diagnoses uit de lucht gegrepen, behandelingen barbaars, therapieën stompzinnig (en ook barbaars) en van antibiotica had men nog nooit gehoord. Welnu, zo kijkt men in
2120 ook naar onze hedendaagse zorg. Geloof me, over een eeuw (maar waarschijnlijk veel eerder, want technische ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op) vertelt men elkaar horrorverhalen over de artsenij van nu. Nee, doktoren zijn beslist niet heilig. Net als veel anderen zijn het slechts beroepsmatige roeiers, met de riemen van het moment.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten