Eén zeiljacht trekt
altijd mijn aandacht. Niet dat het zo bijzonder is, maar het is zijn naam, Jilliebillie, die met speelse, blauwe letters
op de flanken prijkt, ja zelfs op het rubberbootje dat aan zijn achtersteven hangt. Of is het haar
achtersteven? Jilliebillie kan zowel een meisje als een jongen zijn. Wat verder aan het
schip opvalt, is dat het altijd op zijn vaste plek ligt, ’s zomers en ’s
winters. Ik heb ‘m nog nooit zien uitvaren, zelfs niet met perfect zeilweer.
Hij ligt daar maar, vastgeketend aan een plankier. Best vreemd want het jacht ziet er goed onderhouden uit. Ik zie ook geen Te
Koop-bordje.
Ooit had ik een
hond, een langharige, ietwat onbesuisde madam, altijd in voor actie. Jill heette
ze, een naam die al snel leidde tot huiselijke vervoegingen als Jille, Billy,
Jilliebill, et cetera. Ach ja, die koosnaampjes. Afijn, het verklaart meteen waarom mijn
interesse in de jachthaven vooral uitgaat naar het schip met dezelfde naam als
mijn jaren geleden overleden hond. Maar waar die onvergetelijke Jill met haar malle
fratsen en onvoorwaardelijke trouw heel vaak met mij mee op pad was, ligt de
Jilliebillie in de haven maar te wachten op iemand die met hem wil uitvaren. Of
met haar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten