Eind jaren vijftig deed televisie
bij ons thuis haar intrede. Als amper tienjarig jochie mocht ik slechts op de woensdag-
en zaterdagmiddagen kijken. Wel nodigde ik stelselmatig buurtkinderen uit die (nog)
verstoken waren van zo’n magische thuisbioscoop. Ik werd dan ook periodiek op handen
gedragen, wat precies de bedoeling was. Wij dweepten met Dappere Dodo en Mammaloe.
Het gehele programma-aanbod bestond
in die tijd uit slechts één kanaal en de beelden waren in zwart-wit. Maar niemand
sprak toen van ‘zwart-wit tv’; die term ontstond pas nadat de kleurenteevee
verscheen. Opmerkelijk daarom, dat het woord ‘zwart-wit tv’ nog steeds een
begrip is, terwijl de term ‘kleuren tv’ dood is verklaard. Televisies van nu
bekennen immers altíjd kleur, waardoor de kleurenteevee degradeerde tot een tautologie.
Een woord dat hetzelfde overkomt is ‘flatscreen’, vrijwel elk screen is nu immers flat. Datzelfde staat ook te gebeuren met het woord ‘smart tv’, want
binnen enkele jaren kijkt iedereen smart.
Een en ander doet vermoeden dat slechts het woord ‘zwart-wit tv’ het televisietijdperk
zal overleven. Overigens komt dezelfde eer zijn voorganger toe: het aquarium.
Hoewel dat altijd al in kleur was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten