In een steegje staan een man en een
vrouw voor een historisch gebouw. Senioren, een beetje chique. Zij draagt een
stijlvolle baret, hij een rugzakje van Vaude.
De vrouw leest aandachtig de tekst op een houten plaquette die aan de
buitenmuur hangt. “Zozo, 14e eeuw,” hoor ik haar ontzagvol zeggen
wanneer ik het duo achterlangs passeer. “Kom Juul,” spoort de man haar aan, “we
hebben alles wel zo’n beetje gezien. Ik ben toe aan een glas, de R zit in de
klok.” Hij heeft gelijk, het is na drieën. “We vinden wel iets gezelligs op de
boulevard,” stelt Juul hem gerust.
Als ik even later over diezelfde
boulevard wandel, weerklinkt vanuit het Dolfinarium het
vrolijke geblaf van een zeehond. Jawel, van Harderwijk word je blij. Maar even
later passeren mij twee Marokkaanse jongens. Breed lopend, bontkraagjes, witte
gympen, getrimde haartjes, wolken duur herenparfum. De ene knaap zegt: “Zij
moet niet zeiken weet je.” De ander spuugt op de grond. Ach
wat jammer nou voor dit mooie zuiderzeestadje, denk ik. Want hardop zeggen mag
je het niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten