Hoogzomer in Kijkduin. Vriendin en
ik liepen er genoeglijk te pierewaaien toen juist een klein muziekfestival los ging,
genaamd ‘Boulevard of Golden Oldies’. In een klassiek houten paviljoentje
stond een kwartet grijze mannen dat hits van Fleetwood Mac, Kinks, Animals, Byrds, Doors, Sandy Coast, Fats Domino en andere oude glorie coverde. Pop, funk, soul, alles vlekkeloos. Rozig van zon, zeelucht en alcohol (kort tevoren zaten
we in een strandtentje aan de Sauvignon Blanc), namen wij plaats tussen de vele vijftigplussers die zich rondom het paviljoen hadden neergevleid op de bankjes of
stenen trappen van het intieme boulevardplein. Veel krasse knarren dus;
gesoigneerd, zongebrand en uitgelaten. Men danste, klapte of zong
mee met de evergreens. Oude tijden herleefden.
Maar het leven in de kleine badplaats ging gewoon door. Aan de periferie van dit
miniconcert was het dan ook een komen en gaan van passanten met bestemming strand, duinen,
horeca of parking. Onder hen natuurlijk ook veel jongeren. Zo zag ik twee langslopende
tienermeiden elkaar aanstoten en naar ons, seniore muziekliefhebbers, wijzen. Vervolgens gierden
ze het uit. Naar het waarom kon ik van een afstand wel raden: iets als ‘kijk
die fossielen swingen op die suffe muziek’. Wat de lachebekjes waarschijnlijk niet bevroedden, was dat er onder de aanwezige fossielen slechts weinigen waren die zouden willen ruilen met hen of wie dan ook van de jeugd van nu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten