Na een tijdje viel haar douche stil, er moest weer op de knop worden gedrukt. De vrouw keek verlangend omhoog naar de nadruppelende sproeikop, murmelde wat en bewoog onhandig in haar rolstoel.
‘Zal ik op de knop drukken?’ bood ik direct aan. De vrouw maakte opnieuw onverstaanbare geluiden, maar één woord klonk luid en duidelijk: ‘neen.’ Het leek me een onmiskenbaar verlangen naar onafhankelijkheid.
Ongecontroleerd vanuit haar rolstoel naar achteren graaiend, trachtte ze nu de knop zelf te vinden waardoor zij mij in volle glorie zicht bood op haar ruïneuze gebit, haar Melkweg aan roestbruine moedervlekken, haar als zeepoliepen woekerende wratten en haar okselholtes waarin bleke pollen pijpestro welig tierden. Ondanks haar zware inspanning was deze achterwaartse actie gedoemd te mislukken. Gelukkig verscheen de begeleidster weer. Zij drukte echter niét op de doucheknop. Daarentegen rolde ze de drijfnatte vrouw, die flink tegensputterde, gehaast de natte ruimte uit.
Weer alleen, draaide ik de wereld de rug toe en liet de harde straal nu recht op mijn gezicht kletteren, want ik wilde even niets meer zien en horen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten