maandag 1 januari 2018

Booming

Het zal niet ieders kopje rooibosthee zijn, maar waarom 2018 niet gezellig beginnen met de Eerste Wereldoorlog? Al is het maar om niet te vergeten dat men ook toén ieder nieuwjaar weer zwanger was van goede voornemens, waarna de generaals hun tinnen soldaatjes doodleuk opnieuw richting vijandelijke loopgraven dirigeerden. Het zet je aan het denken. En wie geen trek heeft in mijn eloquente edoch vooral oeverloze gelul over WO1, die klikt dit blog gerust weg teneinde zich verder te richten op zijn of haar ongetwijfeld veel interessantere bezigheden, met of zonder beeldscherm.
Maar alle gekheid op een stokje, want ik wou het nu eventjes hebben over een bijzondere gebeurtenis in 1917 waar alhier in de zompige polder zeer weinigen weet van hebben - vanzelfsprekend op schrijver dezes na -, dus misschien heeft men er wat aan tijdens een televisiequiz. Afijn, zoals bekend speelde deze gruwelijke soldatenoorlog, behoudens een paar koloniale uitspattingen in Afrika en Azië, zich vooral af op de Europese velden. Maar er is één uitzondering: de gebeurtenis die ik in dit ongevraagde mini-college wil behandelen deed zich voor in Canada. In goed Nederlands: what the fuck, in Canada? Jazeker, in Canada en wel in de oostelijke provincie Nova Scotia, om precies te zijn in de middelgrote stad Halifax.
Aangezien de Canadezen zich hadden aangesloten bij de geallieerden, vertrokken vanuit deze noordelijke, maar altijd ijsvrije havenstad veel schepen met manschappen of goederen richting het bloeddoorlopen Europa. Halifax bezat (en bezit) een goed geoutilleerde, natuurlijke haven die via een nauwe zeestraat - toepasselijk The Narrows geheten - in open verbinding staat met de ijskoude, noordelijke Atlantische Oceaan. Zo voeren op 6 december 1917, rond 08.30 uur lokale tijd, twee schepen door The Narrows: Het Noorse vrachtschip SS Imo, dat vol zat met proviand voor de hongerende Belgische bevolking, en het Franse munitieschip SS Mont Blanc dat tot de nok toe geladen was met zware explosieven (u voelt 'm al) die de troepen bij Verdun, Ieper en de Somme aan luttele meters terreinwinst moesten helpen. Al zigzaggend tussen het overige scheepvaartverkeer in de nauwe zeestraat koersten de Noorse kapitein Haaken From en zijn Franse collega Aimé le Medec toevalligerwijs recht op elkaar af. Zowel de Noor als de Fransoos dachten dat de ander wel effe zou uitwijken. Een en ander was mede het gevolg van een fraai staaltje miscommunicatie, wat weer kwam doordat men destijds nogal kinderlijk hobbyde met vlaggetjes en stoomfluitjes. (Nee, vroeger was niet alles beter.) Nadat beide kapiteins ontdekten dat ze op ramkoers lagen, gaven ze bevel de motoren ‘in z’n achteruit te gooien’, wat inderdaad gebeurde. Eventjes leek daarmee een aanvaring te zijn voorkomen, maar juist door de nu tegendraadse schroefbeweging en de sterke stroming in The Narrows, dobberde SS Imo weer richting de vrijwel stilgevallen SS Mont Blanc met gevolg dat het Noorse vrachtschip hard langs het Franse munitieschip schuurde. Nu klinkt ‘schuren’ niet echt dramatisch. Echter, sinds de ramp met de Titanic – vijf jaar eerder en niet eens zo heel ver van Halifax vandaan* – weten we dat dit nogal schadelijk kan zijn voor een scheepsromp. Dit beroemde Britse passagiersschip schuurde in 1912 tamelijk ‘onschuldig’ langs een ijsberg. Helaas functioneerde deze ijsberg als een blikopener die de romp van de enorme oceaanstomer over vele meters fileerde. In het geval van SS Imo en SS Mont Blanc werd er bij het schuren niets opengesneden - jammer, want was dat maar zo. Maar de schuurpartij ging wel gepaard met een pittige vonkenregen. Voor die vonken vormde het dek van SS Mont Blanc, dat vol stond met vaten uiterst brandbare benzeen en picrinezuur, een waar eldorado. In minder dan geen tijd veranderden de vonken in gretig likkende vlammen die zich snel over het Franse munitieschip verspreidden. De matrozen probeerde de boel te blussen maar al snel wist kapitein Le Medec dat zijn schip niet meer te redden was. Hij sommeerde daarom zijn 40-koppige bemanning het schip te verlaten waarna ze in 2 roeiboten als gekken wegpeddelden van hun in lichterlaaie staande schip. Al roeiend trachtten ze nog andere passerende schepen in The Narrows te waarschuwen voor het wachtende gevaar, maar ook hier heerste communicatief onbegrip, want wat doe je als mannen in een roeiboot naar je zwaaien? Juist ja, dan zwaai je vrolijk terug.
De toestand rond het brandende munitieschip was nu uiterst precair, maar het zou erger worden. Het onbemande vaartuig dreef richting pier 6 waar het korte tijd later tegenaan liep met gevolg dat het fikkie zich ook over land verspreidde. Spannend, dachten veel ‘Haligonianen’ waarop ze zich in drommen naar de haven spoedden om vooral maar niets te missen van dit feeërieke schouwspel. Dat hadden ze beter niet kunnen doen.
Om 09.04 uur gebeurde het onvermijdelijke, de benedendeks opgeslagen munitie van SS Mont Blanc kwam tot explosie. Het betrof granaten van allerlei kaliber en diverse andere springstoffen. De knal zou de geschiedenis ingaan als de grootste door mensen veroorzaakte niet-nucleaire ontploffing. De blast bedroeg 3 kiloton TNT (Hiroshima was 15 kiloton TNT) met gevolg dat de ruiten tot in 50 kilometer verderop gelegen dorpen sprongen, het geluid tot op honderden kilometers ver te horen was en in luttele seconden een twee kilometer hoge witte paddenstoel boven de stad uittorende. 'Verbeeld je!' zouden mijn oude Indische tantes met een bekakt accent hebben geroepen, maar de werkelijkheid was erger dan de verbeelding. 
Ruim 1600 bewoners van Halifax werden op slag gedood. 400 anderen zouden iets later aan hun verwondingen bezwijken. Pakweg 9000 burgers, brandweerlieden en zeelui raakten zwaargewond waarvan velen blind door verpulverd glas, misvormd door rondvliegende metaal- of vuurdeeltjes, voor het leven gehandicapt wegens weggerukte ledematen. De gruwel zat hem vooral in de enorme drukgolf die door de stad raasde. Ook verdronken nogal wat mensen doordat de ontploffing zich tot op de bodem van The Narrows deed gelden met gevolg dat een tsunami (dat woord kende men nog niet) ontstond van bijna 20 meter hoog die menigeen verzwolg. Daarnaast waren het natuurlijk ook de miljoenen granaatscherven die kilometers ver de stad in werden geslingerd. De materiële schade was onvoorstelbaar. Het hele havengebied van Halifax was veranderd in een reusachtige parkeerplaats, bij wijze van spreken. Niets stond nog overeind. Maar ook alle overige bebouwing in de stad raakte beschadigd dan wel geheel onbewoonbaar. Daar kwam nog bij dat op veel plekken in de stad vuren oplaaiden. Het was immers winter en overal brandden houtkachels en -ovens, olielampen en kaarsen die alle van hun plek donderden door de immense schokgolf, met gevolg dat in menig huishouden spontaan brand uitbrak. SS Mont Blanc bleek geheel van de aardbodem verdwenen; het munitieschip had zich opgedeeld in triljard metaal- en houtdeeltjes. Het enige identificeerbare, was het 417 kilo wegende ankerdeel dat men 4 kilometer verderop terugvond, ergens in een buitenwijk. Het andere betrokken schip, SS Imo met zijn voedsel voor het hongerende België, was door de tsunami op de rotsen aan overkant van The Narrows-zeestraat geworpen. En Halifax met zijn 2000 doden en 9000 vaak zwaar verminkte gewonden, met al die gebroken en rouwende gezinnen en tienduizenden daklozen? Dat zou na de knal vrijwel geheel herbouwd moeten worden, iets wat jaren ging vergen. Laat ik afronden met eenieder een booming 2018 te wensen, maar dan anders.

*Ook de ramp met de Titanic, vijf jaar eerder in 1912, raakte Halifax in bijzondere mate. De stad was ten opzichte van de vermaarde scheepsramp de dichtstbijzijnde haven, waardoor honderden slachtoffers (overlevenden en doden) hier dagen later aan land werden gebracht. De speciaal ingerichte begraafplaats voor de geïdentificeerde scheepsdoden (velen waren dat niet meer en verdwenen in een anoniem graf) is nu een hotspot voor Titanic-aficionado's. 

Bronnen: diverse. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten