Vooral vanuit landen met een totalitair regime komen vaak
beelden van militaire parades waarbij mannen en vrouwen als robotten marcheren.
Gefascineerd kijk ik toe, maar wel steevast denkend: jezusmina, wát een
verspilde energie. Waarom moeten ze zich zo spatgelijk voortbewegen als de
hamers in Another Brick In The Wall uit de beroemde videoclip van Pink Floyd?
Kijk, dat soldaten netjes en geordend moeten marcheren, begrijp ik. Dat duidt
immers op discipline en orde. Bovendien levert het keurig in de maat
lopen een kwieke cadans op. Ook komt goed
marcheren de saamhorigheid en teamspirit ten goede. Tenslotte bewezen oude
strijdmethodes – de oude Grieken begonnen ermee – dat legereenheden veel succesvoller
waren als hun manoeuvres en masse werden uitgevoerd. Snap ik allemaal. Maar in sommige dictatoriale staten zijn ze daar zo in doorgeschoten dat het
potsierlijk wordt. Nog erger is het verlies aan uren, weken, maanden die het kost om zo extreem mechanisch
te paraderen, tijd die ze volgens mij beter kunnen besteden aan het leren van een vreemde taal, schaken of volleyballen. Of
om de basisvaardigheden van het gitaarspel onder de knie te krijgen opdat ze in
hun vrije tijd gezellige bandjes kunnen formeren, wat de spirit pas écht ten
goede komt. Bovendien is Pink Floyd zo ook eens begonnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten