zondag 31 juli 2022

Jaarringen

Het was tijdens een wandeling langs de Germaanse grens - nipt op vaderlandse bodem - dat we hem tegenkwamen op een overgroeid bospad. Een grijsaard met iets meer jaarringen dan ik, zeg maar. Ondanks de zomerzoelte was hij gehuld in een keurige terlenka pantalon en onberispelijk gestreken blanco overhemd. Kaarsrecht en fier liep hij, de handen losjes achter zijn rug verknoopt, geen spoortje transpiratie, geen greintje vermoeidheid. Mijn begeleidster en ik oogden anders: zweterige T-shirts, afhangende rugzakjes en rood aanlopende pufkoppen.
     De man had zin een praatje. En in een geintje.
     ‘Wat lopen jullie vandaag? Honderd of tweehonderd kilometer?'
     We moesten hem teleurstellen, waarna hij begon te vertellen. Dat hij hier al bijna zeventig jaar woonde. Dat hij nog elke dag in zijn tuin 'iets verderop' werkte. Dat deze stevige, geaccidenteerde natuurroute (N70) deels tot zijn dagelijkse ommetje behoorde. Terwijl hij zo uitweidde over zijn doen en laten, zag ik een scherp gebeitelde kop waarin kijkers die (zelf)spot verraadden en waarachter zich een zeer bijdetijdse geest bevond; een pezig lijf zonder grammetje vet; een parmantig duifgrijs kuifje afgebiesd door een liniaalrechte scheiding.
     ‘Mag ik vragen hoe oud u bent?’ floepte uit mijn mond.
     ‘Negentig.’
     ‘Jeetje,’ kwijlde ik.
     ‘Jeetje? Jeetje? Godverdomme Jezus Christus bedoel je,’ riep hij boos. Gezien zijn tot geinspleetjes geknepen ogen was dat echter gespeeld. Wel was duidelijk dat deze hoogbejaarde rebel wars was van vrome vleierij. Integendeel: hij trapte lol met de schoppende puber die nog immer in zijn pezige lijf woonde. Afijn, de krasse borst en spitse kin uitdagend vooruit gestoken wachtte de seniore stouterd op onze reactie. Twee tellen bleef het stil. Toen oogstte hij een tweestemmige schaterlach, hoorbaar tot voorbij Oberhausen. Het stelde hem zichtbaar tevreden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten