vrijdag 22 mei 2015

Overgeven

Je ziet ze niet meer zo veel, ouderwetse zakdoeken. Toch heb ik graag zo’n snotlap op zak; klassieke ruit, effen beige, boerenbont, het maakt me niet uit. Vreemd genoeg is-ie voor snot juist het minst geschikt. Zeker bij verkoudheid is het dragen van een zakdoek een onhygiënisch gedoe vanwege de bacillenbom die je dan meetorst. Maar daarbuiten voel me ik even naakt en hulpeloos zonder dat lapje stof als een puberend hockeytrutje zonder Samsung Galaxy S6. Misschien komt dat door mijn moeder. Zij drukte me op het hart om mijn centjes of huissleutel in een zakdoek te proppen zodat ze er niet uit konden vallen, bijvoorbeeld als je ondersteboven aan een klimhek hing. Het voelt voor mij daarom als iets van thuis, als iets dat vertrouwd is, veilig en warm.
Maar nog immer kan een zakdoek praktisch nut hebben. Je kunt er bijvoorbeeld je gezicht mee afvegen als je tijdens een aardbeving een Bossche bol hebt genuttigd. Of ermee de nacht uit je ogen wrijven. Je mag met zo’n stukje textiel heerlijk diep in je neus wroeten, wat zonder erg onsmakelijk wordt bevonden. Mits schoon, kun je ‘m aanbieden aan iemand die in snikken uitbarst. En last but not least kun je je ermee overgeven, maar dan moet hij wel wit zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten