Tien minuten later ben ik weer thuis waar ik me ernstig uit mijn hum in een tuinstoel laat zakken. Vetrollen rimpelen over mijn broekriem en ik voel koppijn opkomen. Daar heb ik dus helegaar geen softijs voor nodig.
maandag 18 mei 2015
Vetrollen
Aan de linkerflank van Bataviastad bevindt zich een aantal
snackterrassen. Het is vandaag druk in dit koopjeswalhalla en bovendien mooi
weer, dus overal waar mogelijk is volk neergestreken voor de hapsnap. Mijn
aandacht wordt getrokken door een manshoog softijsje direct naast een doodstil
terras. Eigenaardig, maar wie weet. Eenmaal over de drempel, word ik aangestaard
door drie Turkse mannen. (Jaja, ik bezit een aardige antenne voor de
verschillen tussen bijvoorbeeld Ottomanen en Berbers.) Als ik, wijzend naar de
ijskaart, mijn bestelling opgeef zegt de middelste: ‘Het zpijt me meneer, maar
ik moet u mededelen [sic] dat onze ijzmachine ztuk iz. Dus helaaz. Maar bij onze
buurman hebben ze wèl zoftijz.’ Heel netjes en sportief, vind ik. Ik bedank dan
ook vriendelijk en wandel naast mijn fiets naar de buurman, tien meter
verderop. Anders dan bij de aardige Ottomanen is het er retedruk, zowel op
het terras als binnen voor de counter – logisch, hier is de ijsmachine niét
stuk. Uit het lood geslagen door de rij wachtenden besluit ik dat je van ijs
alleen maar koppijn en vetrollen krijgt. Kortom, wegwezen hier!
Tien minuten later ben ik weer thuis waar ik me ernstig uit mijn hum in een tuinstoel laat zakken. Vetrollen rimpelen over mijn broekriem en ik voel koppijn opkomen. Daar heb ik dus helegaar geen softijs voor nodig.
Tien minuten later ben ik weer thuis waar ik me ernstig uit mijn hum in een tuinstoel laat zakken. Vetrollen rimpelen over mijn broekriem en ik voel koppijn opkomen. Daar heb ik dus helegaar geen softijs voor nodig.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten