vrijdag 22 januari 2016

Kapitalisme

In de vroege morgen dendert mijn intercity in het halfdonker op station Amsterdam Zuid af. De coupé zit bomvol, desondanks voel ik me alleen. Leeftijd en vrijetijdskleding verraden dat ik niet meer deelneem aan de ratrace, wat bepaald niet geldt voor mijn medepassagiers. Ik zie snaarstrakke mantelpakjes, pantalons met scherpe vouwen, galante laarsjes, lederen merktassen en venijnig gepunte herenschoenen, kortom de onberispelijke outfit die je associeert met de financiële sector. Dat klopt dan ook, want de trein begint af te remmen voor De Zuidas, het zakendistrict alwaar de skyline wordt gedomineerd door indrukwekkende façades waarachter bancaire en soortgelijke instellingen het kapitalisme praktiseren.
Terwijl de stalen wielen vertragen, checkt mijn bevallige buurvrouw middels een handig spiegeltje geroutineerd haar make-up. En vrijwel alle reizigers (sommigen zijn al in het gangpad gaan staan) werpen nog een aller-, aller-, allerlaatste blik op hun elektronica waardoor ik overal gespannen gezichten zie oplichten door het bleke schijnsel van iPhones en Samsungs. Als de deuren opensmakken ben ik de enige die blijft zitten. Vanuit die solistische positie volgen mijn ogen - langs perrons, trappen en galerijen - zo lang mogelijk de nerveuze mars der ambitieuzen die hun weg zoeken naar kantoortuinen, vergaderkamers, boardrooms en andere gevechtsposities. Het heeft wel iets, van een afstand.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten