donderdag 14 januari 2016

Badhokjes

Het zal toeval zijn, maar in de banen naast me zwemmen louter vrouwen, hun badmutsen deinen links en rechts in mijn ooghoeken. Wat mij enigszins frustreert is dat de dames stuk voor stuk sneller vooruit lijken te komen dan ik. Een grote verrassing is dat niet want ik ben een matig zwemmer van nature. Of dit door een gebrek aan drijfvermogen komt of een beroerde techniek, feit is dat ik, hoewel graag te water, bepaald geen dolfijn ben. De badmutsen om me heen doen dat doodgewoon beter: moeiteloos schoolslagzwemmend en voortdurend met elkaar kwekkend, laten ze me hun ontspannen uitzwaaiende hielen zien.
Dat gekwek beperkt zich niet tot het water. Terwijl ik me na afloop van het zwemuurtje in mijn badhokje afdroog en aankleed, hoor ik hoe, vanuit de belendende hokjes, de dames mekaar allerlei wetenswaardigheden toevertrouwen.
‘Ben met pensioen dus heb hier eindelijk tijd voor. Heerrrlijk. Lekker actief!’
‘O ja, nou ik zit nog steeds met die hartklep, dus doe het juist rustig aan. Maar van mijn dokter mag ik wel zwemmen...’
‘En je ene long, hoe is het daarmee?’
‘Dat verandert niet meer. Maar ik zit nu wel op therapie; voor mijn ademhaling en zo.’
‘Wat zijn die hokjes toch klein, hè.’
‘Ach mens, je hebt gewoon een dikke kont.’
Tezamen: ‘Hahaha.’
En dat zijn dus de dames die me zonet nog voorbijzwommen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten