woensdag 20 januari 2016

Minachting

Het is een prima uitdrukking: ik doe mijn uiterste best. Maar kennelijk voldoet ze niet meer, want nu hoor je vaak: ik geef 110, 120 of zelfs 200 procent. Vreemd, want zeer weinigen komen ook maar een béetje in de buurt van de 100 %. 
Stel dat iemand, zonder training of aanleg, plots vanuit zijn luie stoel besluit te gaan hardlopen. Deze persoon verkeert al na 1 km in ademnood, na 5 km kotst hij zijn gal uit en na 10 km belt hij met zijn laatste krachten het thuisfront om hem alsjeblieft op te komen halen. Weer in zijn luie stoel is de kans groot dat hij roept tot het gaatje te zijn gegaan. Maar als iemand achter hem aan was gerend met het dreigement hem te wurgen zodra hij zou opgeven, dan had hij wellicht een marathon gelopen.
Stel dat iemand besluit te onderzoeken hoe lang hij zonder voedsel kan. Na een dag voelt deze persoon zich slap, na twee dagen ziek, na vijf dagen ten einde raad en na twee weken krijst hij hysterisch om een korstje brood. Toch best een hele prestatie: twee weken zonder te eten. Maar bewezen is dat een gezond mens wel acht weken zonder voedsel kan!
In voornoemde voorbeelden ging men ‘slechts’ tot 25% van zijn kunnen, en ik vrees dat zoiets het gemiddelde is van ‘ons uiterste best doen’. Zo bezien is dat hyperbolische geroeptoeter over een inzet van 120 of 200% procent, geheel van de pot gerukt. Je kunt het zelfs beschouwen als totale minachting voor de verstandelijke vermogens van de toehoorders.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten