zondag 31 december 2023
Decreten
Als nieuwe premier van dit land zou ik het verkeersinfarct binnen vijf tellen oplossen door per direct alleen personenauto’s van het merk Skoda op de weg toe te laten. Rationaliteit tegen een redelijke prijs. Dat ikzelf heel toevallig een Skodaatje bezit is niet relevant, het gaat immers om het totaalplaatje - het landsbelang. Wat zegt u? Gaat iedereen dan in een Skoda rijden? Neehee, die joker gaat mank. Slechts volk dat al vóór de maatregel een Skoda bezat mag ermee de straat op. Alle andere automobilisten zullen moeten switchen naar het OV of de fiets. Over fietsen gesproken: het gebruik van e-bikes wordt verboden. Nederlanders zullen door dit decreet gezonder oud worden en uiteindelijk minder obees de oven ingaan wat de uitstoot van schadelijke gassen terugdringt. Een coulanceregeling voor wat betreft de accufiets zal slechts gelden voor hen die recentelijk een geslachtsverandering ondergingen, dit vanwege het schurend ongemak rond hun zopas gemodificeerde geslachtsdelen op het zadel van een tweewieler zónder trapondersteuning. Verder zal ik erop toezien dat tolerantie wordt betracht jegens grootaandeelhouders, hetero's, koikarperbezitters, bullshit-consultants, grensrechters, Vietnamese loempiaverkopers en zij die bestand zijn tegen een burn-out. Daarentegen zal acteur Frank Lammers van het beeldscherm worden geweerd wegens de commercials van Jumbo. Overigens worden op mijn uitdrukkelijk bevel ook Lammers' mede-Brabo's verplicht gesteld hun worstenbroodjes in hun rectum te proppen. Tevens zal militaire dienstplicht worden ingevoerd voor eenieder die het waagt illegaal vuurwerk te verhandelen of af te vuren. Als oorverdovend geknal jou genotsgolven bezorgt, doe er dan iets nuttigs mee, denk ik zo. Derhalve zal deze verplichte stage plaatsvinden in de loopgraven van oostelijk Oekraïne. Jottem! Ten slotte mogen bij de volgende verkiezingen alleen burgers met een aantoonbaar hoger IQ dan 115 een stem uitbrengen. Logischerwijs word ik dan herkozen.
zondag 24 december 2023
Huid op huid
Met name ‘s winters hoor je mensen vaak klagen over koude voeten in bed. Daarom slapen ze met dikke sokken aan. Als geboren zondagskind heb ik weinig last van dit euvel. Ik stap barrevoets in het koude bed opdat het tweetal, juist door hun naaktheid, warmte naar elkaar kan uitstralen. Huid op huid voetjevrijend hebben ze het zeer behaaglijk. En bekend is dat het welbevinden van je kakkies bepalend is voor de temperatuur van het ganse lijf, zeker in bed. Heel misschien staat lichaamswarmte wel aan de basis van onze affectie voor een medemens of -dier, maar laat ik niet afdwalen. Daarom snel terug naar mijn eigen voeten die in de wintermaanden onder het dekbed juist door hun blootheid bij elkaar warmte vinden, het gezellig hebben. Prima dus. Helaas zorgde iets onbeduidends voor verstoring van de idylle.
Niet zo lang geleden liep ik in een tropische omgeving een minuscuul wondje op aan mijn linkervoet. Dat wondje wilde niet genezen, ook niet na terugkeer in de polder. Integendeel, het raakte verder ontstoken en breidde zich uit. Mijn huisarts schreef daarop antibiotische zalf voor die ik driemaal daags diende aan te brengen. Om te voorkomen met mijn gezalfde linkervoet het beddengoed te besmeuren, droeg ik ‘s nachts ‘op links’ een sok. Maar al snel merkte ik dat mijn blote rechtervoet de uitstralingswarmte van zijn nu aangeklede broertje mistte, wat ik ronduit sneu vond. Om de disbalans op te heffen én om mijn rechtervoet niet in zijn nakende niksie te laten verkommeren, voorzag ik even later ook hem van een sok. Vanwege al dit aangebrachte textiel verdween de intieme band tussen de tweeling wat zorgde voor kilte aan mijn voeteneind. Alras vertaalde dit zich, zoals ik hierboven al schreef, naar het ganse lijf. Bibberdebibber. Als tegenmaatregel zette ik daarop een klassieker in, de warmwaterkruik. Uiteindelijk bracht die verlossing: mijn bedgeheimpje in een notendop.
zondag 17 december 2023
Wezenloos
Vermoedelijk bestaan de onbeweeglijke, zwijgzame types die je hier en daar nog op akkertjes aantreft al vanaf de tijd dat wij ons bestaan als jager-verzamelaar inruilden voor het boerenleven. Het vee dat we sindsdien hielden en de gewassen die we teelden dienden logischerwijs beschermd te worden tegen alles wat profiteerde van onze noeste landarbeid. Onder die profiteurs vooral veel vogels die door de eeuwen heen dol zijn op kweekfruit, gewaszaden en rijst- of graankorrels. Hiertegen bedachten onze voorouders de rechtopstaande namaakmens: de vogelverschrikker. Die zelfgebouwde staketsels op het open veld zijn dan ook vermoedelijk net zo oud als de landbouw zelf: ergens tussen de drie en vijf miljoen jaar. En nog steeds kom je ze tegen. Natuurlijk niet meer bij intensieve landbouwbedrijven, maar wel bij kleine tuinderijen of op de volkstuintjes achter mijn woonwijk. Geinig, want zoals die stropoppen daar bij tij en ontij met hun gestrekte armpjes wat staan te flierefluiten, geven ze je een romantisch Swiebertje-gevoel vanwege dat nonchalante textiel en die rare hoed van de kringloopwinkel. Dat vogelverschrikkers geregeld opduiken in fantasieverhalen is dan ook heel begrijpelijk.
Echter, naar ik me heb laten vertellen werkt deze afschriktactiek nog nauwelijks. Geen kraai of spreeuw schijnt er nog in te trappen. Logisch, die beestjes – slim geëvalueerde dinosaurussen – zijn heus niet achterlijk. Als ik me in een vogel probeer te verplaatsen, zou ik vanaf grote afstand zien dat een vogelverschrikker nep is. Immers, een stilstaand mens in een open ruimte die niét op zijn mobieltje tuurt is anno nu onwaarachtig en zal dus geen gevaar opleveren. Wie een beetje boerenverstand bezit, vervaardigt dan ook een ietwat voorovergebogen vogelverschrikker die wezenloos op een lichtgevend schermpje kijkt.
Echter, naar ik me heb laten vertellen werkt deze afschriktactiek nog nauwelijks. Geen kraai of spreeuw schijnt er nog in te trappen. Logisch, die beestjes – slim geëvalueerde dinosaurussen – zijn heus niet achterlijk. Als ik me in een vogel probeer te verplaatsen, zou ik vanaf grote afstand zien dat een vogelverschrikker nep is. Immers, een stilstaand mens in een open ruimte die niét op zijn mobieltje tuurt is anno nu onwaarachtig en zal dus geen gevaar opleveren. Wie een beetje boerenverstand bezit, vervaardigt dan ook een ietwat voorovergebogen vogelverschrikker die wezenloos op een lichtgevend schermpje kijkt.
zondag 10 december 2023
Een nieuw begin
Zesentwintig kilometer lang reed ik in het kielzog van een lijkwagen. Een verhoogde en verlengde, zilvergrijze Lincoln met een stemmig vinyl dak en zwarte vlaggetjes op de spatborden. Dat ik hem zo lang volgde kwam doordat we over de eenzelfige dijk tussen Lelystad en Enkhuizen zoefden.
De laatste keer dat ik (door toeval) lang achter een lijkwagen reed, was meer dan een halve eeuw geleden. Het was tijdens de rit van mij en mijn aanstaande echtgenote naar het stadhuis. Voor een trouwauto hadden we geen poen, dus transporteerden we ons in mijn eigen Fiatje 600. Op weg naar het Haagse gemeentehuis voegden die dag, van rechts komend, een lijkwagen in plus een aantal volgauto’s die vervolgens een stief kwartiertje voor ons bleven cruisen over de ellenlange Laan van Meerdervoort*. Tijd zat om te denken: waar de ene aan iets begint, eindigt het voor de andere.
Terug naar het nu.
Bij Enkhuizen aangekomen reed de rouwauto verder Noord-Holland in terwijl ik afboog naar het schilderachtige centrum van het oude VOC-stadje. Mijn bestemming was het etablissement dat ik vaak aandoe voor een cappuccino en een taartje. Kort daarop zat ik daar dan ook aan de gezellige leestafel, gebogen over het regionale krantje waarin ik me graag verdiep. Even later nam tegenover mij een wat oudere heer plaats, ook hij bestelde een cappuccino. De man was zeer gesoigneerd, slank en sierlijk, tegen het feminiene aan. In tegenstelling tot mij las hij geen krant of tijdschrift, maar bleef hij recht voor zich uit kijken. Naar mij, zoiets voel je. Toen ik opkeek ontwaarde ik een lonkende glimlach. Verrek, ik had sjans.
De laatste keer dat ik (door toeval) lang achter een lijkwagen reed, was meer dan een halve eeuw geleden. Het was tijdens de rit van mij en mijn aanstaande echtgenote naar het stadhuis. Voor een trouwauto hadden we geen poen, dus transporteerden we ons in mijn eigen Fiatje 600. Op weg naar het Haagse gemeentehuis voegden die dag, van rechts komend, een lijkwagen in plus een aantal volgauto’s die vervolgens een stief kwartiertje voor ons bleven cruisen over de ellenlange Laan van Meerdervoort*. Tijd zat om te denken: waar de ene aan iets begint, eindigt het voor de andere.
Terug naar het nu.
Bij Enkhuizen aangekomen reed de rouwauto verder Noord-Holland in terwijl ik afboog naar het schilderachtige centrum van het oude VOC-stadje. Mijn bestemming was het etablissement dat ik vaak aandoe voor een cappuccino en een taartje. Kort daarop zat ik daar dan ook aan de gezellige leestafel, gebogen over het regionale krantje waarin ik me graag verdiep. Even later nam tegenover mij een wat oudere heer plaats, ook hij bestelde een cappuccino. De man was zeer gesoigneerd, slank en sierlijk, tegen het feminiene aan. In tegenstelling tot mij las hij geen krant of tijdschrift, maar bleef hij recht voor zich uit kijken. Naar mij, zoiets voel je. Toen ik opkeek ontwaarde ik een lonkende glimlach. Verrek, ik had sjans.
Ik voelde me gevleid, maar de kennelijke bekoring was niet wederzijds. Zo jammer, want voor de tweede keer in mijn leven had ik een nieuw begin kunnen maken na een toevallige, lange rit achter een lijkwagen.
* De Laan van Meerdervoort wordt met zijn zes kilometer lengte ook wel de langste laan van Nederland genoemd. Hij vormt de scheidslijn tussen zand- en kleigrond, wat in Den Haag zo'n beetje staat voor sjiek of sjofel.
zondag 3 december 2023
Kick Out
Het heeft een tijdje geduurd, maar nu ben ik echt om: Zwarte Piet kán niet meer. Dit heeft wat mij betreft niet eens zozeer te maken met het ongemak dat voortkomt uit onze foute cultuurgeschiedenis waarin zwarte slaven onder dwang voor een witte baas ploeterden. Gezien de afstand tot dat verre verleden vind ik genoemd argument nogal vergezocht, bovendien aanstellerig hunkerend naar racistisch slachtofferschap. Geen kind en weldenkende ouder - ongeacht hun afkomst - legt rond Sinterklaas nog een link met onze ellendige koloniale historie waarin de ene mens de mindere was van de andere. Vanuit deze overtuiging is het voor mij daarom niet zozeer een ethische kwestie, maar meer een esthetische. Een zwart geschilderde Piet is namelijk lelijk. Punt. Uit.
Dit besef daalde bij mij in als een neerstortende lift in de schacht van de Burj Khalifa toen ik pasgeleden op teevee ergens in het Westland een demonstratie zag van een aantal mannelijke Pieten (en een enkele vrouw) dat zich pikzwart had geschminkt. Het kan ook een tegendemonstratie zijn geweest tijdens een Kick-Out-Zwarte-Piet-bijeenkomst, daar wil ik vanaf zijn. Hoe dan ook, dat geverfde zwart vond ik ineens afstotelijk, zeker met daaronder de boze, kazige inteeltkoppen voorzien van withete oogbollen van een stel oerconservatieve Westlanders. Mijn definitieve afkeer van een pikzwart gemaakte Piet was geboren. Iets dergelijks overkwam mij toen ik bij iemand over de vloer kwam die mij trots zijn vernieuwde, zwart gespoten keuken liet zien. En wat te denken van al die gefortuneerde voetballers en rappers die zich een matzwarte patserbak aanmeten. Toegegeven, het is van een totaal andere orde, maar lelijk zwart is lelijk zwart.
Streep door de rekening, kogel door de kerk, een pikzwart geschminkte Piet kan niet meer door de beugel. Ethisch? Mwah. Maar zeker esthetisch. Vind ik.
Dit besef daalde bij mij in als een neerstortende lift in de schacht van de Burj Khalifa toen ik pasgeleden op teevee ergens in het Westland een demonstratie zag van een aantal mannelijke Pieten (en een enkele vrouw) dat zich pikzwart had geschminkt. Het kan ook een tegendemonstratie zijn geweest tijdens een Kick-Out-Zwarte-Piet-bijeenkomst, daar wil ik vanaf zijn. Hoe dan ook, dat geverfde zwart vond ik ineens afstotelijk, zeker met daaronder de boze, kazige inteeltkoppen voorzien van withete oogbollen van een stel oerconservatieve Westlanders. Mijn definitieve afkeer van een pikzwart gemaakte Piet was geboren. Iets dergelijks overkwam mij toen ik bij iemand over de vloer kwam die mij trots zijn vernieuwde, zwart gespoten keuken liet zien. En wat te denken van al die gefortuneerde voetballers en rappers die zich een matzwarte patserbak aanmeten. Toegegeven, het is van een totaal andere orde, maar lelijk zwart is lelijk zwart.
Streep door de rekening, kogel door de kerk, een pikzwart geschminkte Piet kan niet meer door de beugel. Ethisch? Mwah. Maar zeker esthetisch. Vind ik.
zondag 26 november 2023
Splendid isolation
Over Bali valt een boel te vertellen. Maar laat ik, nadat ik er onlangs een tijdje vertoefde, het omschrijven als de plek waar paradijs en hel tegen elkaar schuren.
Op dit Indonesische eiland (zeg, de helft van Nederland) is alles betoverend. Geen wonder dat het reeds vanaf begin vorige eeuw kunstenaars en bohemiens aantrok. Het vreedzame en tolerante hindoeïsme, het mystieke, de kleurrijke cultuur en de overweldigende natuur - tot WO2 liepen er nog tijgers en panters rond - maakten Bali tot een paradijselijk oord.
Maar de splendid isolation verkruimelde met de opkomst van het massatoerisme. Het verklaart de schuurplek met de hel. Op het godeneiland struikel je over de ruim zes miljoen braakballen die Boeings en Airbussen er jaarlijks uitspugen. De bekende Henks & Ingrids aller landen, hipsters met haarknotjes, culi's met tuitmondjes, pensionado’s, surfers, snorkelaars, feestgangers, zonaanbidders, overwinteraars, honeymooners, Instagrammers, overjarige hippies, yogi's, backpackers, alles toetert door elkaar heen op het smalle, overvolle asfalt en rond tourist traps. Een kritische hoteleigenaar vertrouwde mij toe dat er ook steeds meer Javanen hier naartoe komen om, na een uurtje varen, tijdelijk de islam in te ruilen voor de Balinees-hindoeïstische tolerantie en hier hypocriet de bloemetjes buitenzetten.
Op dit Indonesische eiland (zeg, de helft van Nederland) is alles betoverend. Geen wonder dat het reeds vanaf begin vorige eeuw kunstenaars en bohemiens aantrok. Het vreedzame en tolerante hindoeïsme, het mystieke, de kleurrijke cultuur en de overweldigende natuur - tot WO2 liepen er nog tijgers en panters rond - maakten Bali tot een paradijselijk oord.
Maar de splendid isolation verkruimelde met de opkomst van het massatoerisme. Het verklaart de schuurplek met de hel. Op het godeneiland struikel je over de ruim zes miljoen braakballen die Boeings en Airbussen er jaarlijks uitspugen. De bekende Henks & Ingrids aller landen, hipsters met haarknotjes, culi's met tuitmondjes, pensionado’s, surfers, snorkelaars, feestgangers, zonaanbidders, overwinteraars, honeymooners, Instagrammers, overjarige hippies, yogi's, backpackers, alles toetert door elkaar heen op het smalle, overvolle asfalt en rond tourist traps. Een kritische hoteleigenaar vertrouwde mij toe dat er ook steeds meer Javanen hier naartoe komen om, na een uurtje varen, tijdelijk de islam in te ruilen voor de Balinees-hindoeïstische tolerantie en hier hypocriet de bloemetjes buitenzetten.
Natuurlijk springen de locals - reeds 4,5 miljoen in aantal en zich rap vermeerderend - handig op de toeloop in. Als taxichauffeur, scooterverhuurder of hotelmedewerker scoor je immers meer roepia’s dan als ploeterende tonijnvisser of kruimelboer.
Vanzelfsprekend verschilt de heisa enorm per eilanddeel. Er zijn heus nog plekken waar ik een overweldigende rust en schoonheid ervoer, met name in het noorden. Maar er waren minstens zoveel situaties waarin stress en ergernis deze neuroot overmande. En nu hoor ik meteen roepen: ‘Duh, dit weet je toch als je naar Bali afreist?’ Welnu, daarin heeft men gloeiend gelijk. Ik haast me dan ook te melden dat ik er naartoe ging voor familiebezoek. Dat ik dit ter verdediging aanvoer toont meteen ook de pijnlijke verwording van het aardse paradijs dat Bali ooit was.
En toch.
Toch blijft het trekken. Vanwege de familie natuurlijk. En de kleurrijke pracht. En de zon. En de zee. En het bordje mie goreng met een eitje als ontbijtje.
zondag 19 november 2023
Sheherazade
Sommige dingen vallen mee, sommige tegen. Zo bezocht ik niet lang geleden een in het ziekenhuis praktiserende kno-arts. De man wilde voor onderzoek middels een camerasonde via mijn neus afdalen naar mijn keel, wat me bijzonder onprettig leek. Goddank was het leed veel minder dan gevreesd. Het voelde vreemd, jeukte wat, maar geen centje pijn. Daverende meevaller. Daags daarna probeerde ik een nieuw keukenrecept uit, iets met courgettes. Hier het tegenovergestelde effect: het smaakte naar uitgedroogde aarde, viel dus vies tegen.
Sommige dingen vallen niet mee én niet tegen. Mwah, zeg je dan. Zo slenter ik momenteel door de straten en steegjes van Doha, hoofdstad van Qatar, (olie)staatje aan de Perzische Golf, de regio waarover Sheherazade zo mooi vertelde in de Sprookjes van Duizend-en-een-nacht, denk aan Ali Baba, Sindbad, Aladin en al die andere feeërieke types. Ik ben op doorreis, maak hier een tussenstop inclusief één overnachting in het dynamische stadscentrum. Dit oord voldoet precies aan mijn ideeën vooraf. Bloedheet, baardige mannen in witte jurken, ultramoderne architectuur afgewisseld met kleurrijke souqs, klaagzangerige minaretten, een vogelmarkt (met o.a. jachtvalken) en een dromedaris die speciaal voor toeristen fotogeniek als kameel staat te acteren. Hotel, vervoer, eetgelegenheid, alles verloopt gladjes of is efficient geregeld, wellicht met dank aan de alom aanwezige arbeidsmigranten die hier het vuile werk verrichten, zoals het opruimen van dromedarispoep. De (meestal stinkend rijke) Qatari zelf zijn attent, voorkomend en vooral prettig gereserveerd. Zoals gezegd valt het me zowel niet tegen als mee, iets wat in dit verband volkomen betekenisloos is want waar het vanzelfsprekend vooral om gaat, is je eigen verwachting. En die luidde: heel aardig om de regio van de Sprookjes van Duizend-en-een-nacht eens aan te doen, maar dan voor slechts één nachtje, en zeker niet voor die andere duizend.
Sommige dingen vallen niet mee én niet tegen. Mwah, zeg je dan. Zo slenter ik momenteel door de straten en steegjes van Doha, hoofdstad van Qatar, (olie)staatje aan de Perzische Golf, de regio waarover Sheherazade zo mooi vertelde in de Sprookjes van Duizend-en-een-nacht, denk aan Ali Baba, Sindbad, Aladin en al die andere feeërieke types. Ik ben op doorreis, maak hier een tussenstop inclusief één overnachting in het dynamische stadscentrum. Dit oord voldoet precies aan mijn ideeën vooraf. Bloedheet, baardige mannen in witte jurken, ultramoderne architectuur afgewisseld met kleurrijke souqs, klaagzangerige minaretten, een vogelmarkt (met o.a. jachtvalken) en een dromedaris die speciaal voor toeristen fotogeniek als kameel staat te acteren. Hotel, vervoer, eetgelegenheid, alles verloopt gladjes of is efficient geregeld, wellicht met dank aan de alom aanwezige arbeidsmigranten die hier het vuile werk verrichten, zoals het opruimen van dromedarispoep. De (meestal stinkend rijke) Qatari zelf zijn attent, voorkomend en vooral prettig gereserveerd. Zoals gezegd valt het me zowel niet tegen als mee, iets wat in dit verband volkomen betekenisloos is want waar het vanzelfsprekend vooral om gaat, is je eigen verwachting. En die luidde: heel aardig om de regio van de Sprookjes van Duizend-en-een-nacht eens aan te doen, maar dan voor slechts één nachtje, en zeker niet voor die andere duizend.
zondag 15 oktober 2023
Donald Duck
Van een heleboel is te veel. Tezelfdertijd is van een heleboel te weinig. Zo lopen veel mensen rond die heilig in het martelaarschap geloven, als opstapje naar het paradijs. Maar vreemd genoeg zijn er heel weinigen die een pratende eend in een matrozenpakje serieus nemen. Wereldwijd bestaat een overvloed aan landmijnen, daarentegen is schoon drinkwater soms op rantsoen. Te veel cocaïne versus een tekort aan hiv-medicijnen. Hordes voetbalhooligans tegenover luttele balletdansers. Enzovoorts.
Soms echter, is van hetzelfde zowel te veel als te weinig. Neem geluid. Daarover klagen we vaak. We kwalificeren het dan als lawaai, kabaal, herrie, kortom overlast, iets wat alleen maar lijkt toe te nemen. Maar andersoortige geluiden hoor je steeds minder. Denk aan panfluiten, ritselende grashalmen of de roep van een rode wouw.
Over geluiden gesproken.
Jansen heette onze tekenleraar. Hij kon slecht tegen geroezemoes in de klas, eiste dan ook volkomen stilte, slechts het krassen van schetspotloden werd getolereerd. Wanneer zijn leerlingen rumoerig waren, riep hij met vet Haagse tongval iets pedagogisch als: ‘Hâh gòvvedomme je mùil.’
Ik mocht de man wel. Eens vertelde hij de klas dat je elpees kon kopen (nu beter bekend als vinyl) waar niéts op stond. Slechts het korrelige ruisen van de pick-upnaald zou hoorbaar zijn. Het bewijs hiervan heb ik nooit gevonden, dus of Jansen dit uit zijn duim zoog weet ik niet, maar het idee vind ik een halve eeuw later nog altijd intrigerend.
Soms denk ik nog aan mijn vroegere tekenleraar. Niet alleen bij letterlijke geluiden, maar ook figuurlijke. Iedereen lijkt zich namelijk te willen presenteren, meningen buitelen over elkaar. 'Lawaai' alom. Opiniemakers, influencers, roepers en duiders vechten om aandacht. Het verklaart mede de populariteit van babbelshows op tv en spitse columns in kranten en bladen.
Soms denk ik nog aan mijn vroegere tekenleraar. Niet alleen bij letterlijke geluiden, maar ook figuurlijke. Iedereen lijkt zich namelijk te willen presenteren, meningen buitelen over elkaar. 'Lawaai' alom. Opiniemakers, influencers, roepers en duiders vechten om aandacht. Het verklaart mede de populariteit van babbelshows op tv en spitse columns in kranten en bladen.
Via dit blog ventileer ook ik met enige regelmaat irrelevante weetjes, ideetjes en ervarinkjes. Ongevraagd nog wel. Denkend aan meneer Jansen's Hâh-gòvvedomme-je-mùil, doet deze pratende eend er daarom de komende tijd het zwijgen toe. De lezers verdienen het.
Geniet ervan en wie weet tot later.
Geniet ervan en wie weet tot later.
zondag 8 oktober 2023
Poezenvrouwtje
Op een voetgangersbrug kom ik haar tegen. Erna, een oud-collega. Ze is pakweg vijftien jaar jonger dan ik dus waarschijnlijk nog werkzaam. Overigens zie ik haar wel vaker in mijn buurtje, lopend of fietsend. Altijd solo. Ze zegt me dan altijd warmhartig gedag, maar tot een praatje komt het nooit, waarom weet ik niet. Nou ja, eigenlijk weet ik het wel: tijdens onze wederzijdse gedagzegging hou ik niet in, maar stap of trap arrogant door.
Welbeschouwd ken ik Erna niet echt. Drs. stond voor haar naam, maar geen idee waarin. Ik vond haar altijd veel openheid uitstralen, daarnaast leek ze mij bevlogen. Zat ze niet in allerlei moeilijke raden en commissies? Van haar uiterlijk moest ze het weer niet zo hebben, maar daar maalde ze niet om, denk ik. Vrij klein en rond en altijd in jeans, sweater en op sneakers. Een beetje la-ma-waaien-kapsel, wat ik best kan waarderen. Ze leek me sportief; was ze geen coach van een handbalteam?
Welbeschouwd ken ik Erna niet echt. Drs. stond voor haar naam, maar geen idee waarin. Ik vond haar altijd veel openheid uitstralen, daarnaast leek ze mij bevlogen. Zat ze niet in allerlei moeilijke raden en commissies? Van haar uiterlijk moest ze het weer niet zo hebben, maar daar maalde ze niet om, denk ik. Vrij klein en rond en altijd in jeans, sweater en op sneakers. Een beetje la-ma-waaien-kapsel, wat ik best kan waarderen. Ze leek me sportief; was ze geen coach van een handbalteam?
Erna dus.
Midden op de voetgangersbrug kan ik dit keer haar brede lach niet weerstaan: ‘Hee. Alles goed me je? Zit je nog steeds op kantoor?’ Het floept er zomaar uit; zonder enige sturing stap ik uit mezelf. Ik hoor haar antwoorden, maar luister amper. Ze haalt een blonde haarsliert uit haar ineens bevallige gezicht. En dat zomaar op een winderige brug, niemand om ons heen.
Thuisgekomen traceer ik haar op het wereldwijde smoelenboek. Veel foto’s in huiselijke sfeer. Zo te zien is ze een vrijgezellig poezenvrouwtje.
Midden op de voetgangersbrug kan ik dit keer haar brede lach niet weerstaan: ‘Hee. Alles goed me je? Zit je nog steeds op kantoor?’ Het floept er zomaar uit; zonder enige sturing stap ik uit mezelf. Ik hoor haar antwoorden, maar luister amper. Ze haalt een blonde haarsliert uit haar ineens bevallige gezicht. En dat zomaar op een winderige brug, niemand om ons heen.
Thuisgekomen traceer ik haar op het wereldwijde smoelenboek. Veel foto’s in huiselijke sfeer. Zo te zien is ze een vrijgezellig poezenvrouwtje.
Hoe een op leeftijd zijnde, afgetobde kater diep vanbinnen nog kan spinnen.
zondag 1 oktober 2023
Kuifje
In de verte zie ik bij een doorgang naar het strand een ziekenauto geparkeerd staan. Ergens daarachter zwem ik zomers, maar nu is het er uitgestorven. Dus ja, wat doet die ambulance daar?
Dichterbij gekomen merk ik dat het geen ‘echte’ ziekenauto is. Hij is wel van hetzelfde type en grootte, maar de striping is minder vreeswekkend. In plaats van de bekende signaalkleuren is-ie vooral rustgevend wit met blauw. Ter plekke gearriveerd lees ik op de flanken de tekst Der Wünschewagen met daaronder een kleiner opschrift dat meer klaarheid schept: Letzte Wünsche wagen. Een Duitse mobiel dus, met dito kentekenplaten. Het is me duidelijk, ik ken het concept. Een vrijwilligersorganisatie lost, met gebruik van een speciaal uitgerust voertuig, de verlangens in van mensen die zich in hun aller-allerlaatste levensfase bevinden, bijvoorbeeld door ze te vervoeren naar dierbare locaties.
Stapvoets fietsend, kijk ik door een opening in de bosschages naar het strand. Aan de waterlijn staat een brancard op vier hoge wieltjes die daarnet nog slingerende lijntjes in het zand tekenden. Eromheen staan twee mensen gebogen. Een derde, in uniform, houdt eerbiedig afstand. De persoon op de brancard ligt er behaaglijk ingepakt bij, wel zo lekker met de frisse wind. Aan het hoofdeinde steekt uit de dekens een grijs, verwaaid kuifje. Zo mooi. Zo triest.
Weer verder trappend, denk ik aan de voor mij bijzondere plekken die ík eventueel voor het grote uitzwaaien nog eenmaal zou willen aandoen, maar kom daar niet uit. Misschien wil ik dat ook wel helemaal niet, dat terzijde. Maar het is grandioos dat deze mogelijkheid bestaat. Dat iemand bijvoorbeeld helemaal uit Duitsland naar mijn stad wordt gereden om vanaf een zandstrandje nog eenmaal over het IJsselmeer te kunnen kijken. Zo triest. En evenzo mooi.
Dichterbij gekomen merk ik dat het geen ‘echte’ ziekenauto is. Hij is wel van hetzelfde type en grootte, maar de striping is minder vreeswekkend. In plaats van de bekende signaalkleuren is-ie vooral rustgevend wit met blauw. Ter plekke gearriveerd lees ik op de flanken de tekst Der Wünschewagen met daaronder een kleiner opschrift dat meer klaarheid schept: Letzte Wünsche wagen. Een Duitse mobiel dus, met dito kentekenplaten. Het is me duidelijk, ik ken het concept. Een vrijwilligersorganisatie lost, met gebruik van een speciaal uitgerust voertuig, de verlangens in van mensen die zich in hun aller-allerlaatste levensfase bevinden, bijvoorbeeld door ze te vervoeren naar dierbare locaties.
Stapvoets fietsend, kijk ik door een opening in de bosschages naar het strand. Aan de waterlijn staat een brancard op vier hoge wieltjes die daarnet nog slingerende lijntjes in het zand tekenden. Eromheen staan twee mensen gebogen. Een derde, in uniform, houdt eerbiedig afstand. De persoon op de brancard ligt er behaaglijk ingepakt bij, wel zo lekker met de frisse wind. Aan het hoofdeinde steekt uit de dekens een grijs, verwaaid kuifje. Zo mooi. Zo triest.
Weer verder trappend, denk ik aan de voor mij bijzondere plekken die ík eventueel voor het grote uitzwaaien nog eenmaal zou willen aandoen, maar kom daar niet uit. Misschien wil ik dat ook wel helemaal niet, dat terzijde. Maar het is grandioos dat deze mogelijkheid bestaat. Dat iemand bijvoorbeeld helemaal uit Duitsland naar mijn stad wordt gereden om vanaf een zandstrandje nog eenmaal over het IJsselmeer te kunnen kijken. Zo triest. En evenzo mooi.
![]() |
Deze foto is van het internet geplukt. Om ter plekke zelf een plaatje te schieten leek me niet gepast. |
zondag 24 september 2023
Titanic
We gaan de nachtschuit in, een zeldzame uitdrukking. Het staat voor het begin van de herfst als donkere tijden aanbreken. En na herfst volgt winter. Een duistere reis van in totaal een half jaar wacht ons, met de nachtschuit dus. Mooie metafoor, een varend schip in het donker. Prompt zie ik de Titanic voor me, vóór de overstekende ijsberg. Een scherpgetekend, zwart profiel glijdt door een kil, zonloos decor. Gelukkig straalt uit de patrijspoorten warm lamplicht.
Met het wisselen van de vier seizoenen heb ik overigens weinig moeite. Wél onder twee voorwaarden: 1. De herfst duurt slechts anderhalve maand. In die tijd passeren fikse hoosbuien en stormen, maar dan ‘s nachts als ik behaaglijk onder mijn dekbedje lig. Overdag schijnt de zon opdat ik me kan laven aan het beeldschone coloriet van herfstblad en vermiljoenrode kabouterpaddenstoelen. 2. De winter duurt eveneens hoogstens anderhalve maand, maar dan naar behoren. Dus met ijs op de grachten en besneeuwde velden waarboven een helblauw hemelgewelf.
Met het wisselen van de vier seizoenen heb ik overigens weinig moeite. Wél onder twee voorwaarden: 1. De herfst duurt slechts anderhalve maand. In die tijd passeren fikse hoosbuien en stormen, maar dan ‘s nachts als ik behaaglijk onder mijn dekbedje lig. Overdag schijnt de zon opdat ik me kan laven aan het beeldschone coloriet van herfstblad en vermiljoenrode kabouterpaddenstoelen. 2. De winter duurt eveneens hoogstens anderhalve maand, maar dan naar behoren. Dus met ijs op de grachten en besneeuwde velden waarboven een helblauw hemelgewelf.
Samengevat mag de hele reis met de nachtschuit van mij drie maanden duren waarbij de zon overdag ook nog 'ns overvloedig schijnt. Dit alles heeft tot gevolg dat direct na de Scheveningse Nieuwjaarsduik de lente weer losbarst waardoor ik met vergoelijkende glimlach toekijk hoe de uit Noord-Afrika teruggekeerde tjiftjaf reeds in januari vrolijk op mijn drogende wasgoed schijt. Dit even voor het plaatje.
Zo speciaal ben ik niet. Met mij zullen daarom vast hele volksstammen dit soort malle meteorologische fantasieën koesteren. Jammer jongens, onze wensen worden niét ingewilligd. We gaan hiero gewoon met zijn allen zes maanden lang die verrekte nachtschuit in om voort te ploeteren door weer, wind en duisternis. Soit. Gelukkig kan het binnenin onze kajuiten best gezellig zijn, al dan niet geholpen door kaarsvuur, elektrische dekens, lichttherapie, serotoninepillen, alcohol of andere middeltjes die drijvende ijsbergen doen smelten. Hoe dan ook, een behouden vaart gewenst.
Zo speciaal ben ik niet. Met mij zullen daarom vast hele volksstammen dit soort malle meteorologische fantasieën koesteren. Jammer jongens, onze wensen worden niét ingewilligd. We gaan hiero gewoon met zijn allen zes maanden lang die verrekte nachtschuit in om voort te ploeteren door weer, wind en duisternis. Soit. Gelukkig kan het binnenin onze kajuiten best gezellig zijn, al dan niet geholpen door kaarsvuur, elektrische dekens, lichttherapie, serotoninepillen, alcohol of andere middeltjes die drijvende ijsbergen doen smelten. Hoe dan ook, een behouden vaart gewenst.
zondag 17 september 2023
Waardeloos
In mijn schuurtje hangt al honderd jaar een stevig touw aan een roestige spijker. Het is pakweg vijf meter lang en één centimeter dik. Ik heb werkelijk geen idee hoe ik eraan kom. Mogelijk is het achtergelaten door het verhuisbedrijf dat mij/ons lang geleden hier naartoe migreerde. Voor zover ik het me herinner, was het enige wat ik ooit met dat touw deed, het voorttrekken van de slee met mijn twee toen nog kleine jongetjes erop over sneeuw en ijs. Nestwarme winterpret.
Het bijzondere aan touw is dat het geld waard is als het bij de bouwmarkt ligt. Maar zodra je het hebt aangeschaft en ingekort, wat je om wat voor reden dan ook altijd doet met touw, verliest het zijn geldelijke waarde. Dat betekent weer niet dat het meteen waardeloos is. Met mijn dikke touw kun je nog steeds met gemak een automobiel verslepen, een dressoir een verdieping omhoog takelen of een drenkeling dan wel alpinist redden. Wat ik probeer te zeggen is dat iets volkomen waardeloos is maar in praktische zin toch van grote waarde kan zijn.
Het bijzondere aan touw is dat het geld waard is als het bij de bouwmarkt ligt. Maar zodra je het hebt aangeschaft en ingekort, wat je om wat voor reden dan ook altijd doet met touw, verliest het zijn geldelijke waarde. Dat betekent weer niet dat het meteen waardeloos is. Met mijn dikke touw kun je nog steeds met gemak een automobiel verslepen, een dressoir een verdieping omhoog takelen of een drenkeling dan wel alpinist redden. Wat ik probeer te zeggen is dat iets volkomen waardeloos is maar in praktische zin toch van grote waarde kan zijn.
Diametraal aan 'waardeloos' touw staan de diamanten schedel van Damien Hirst, de Zwarte Steen in de Kaäba te Mekka of het wandtapijt van Bayeux. Dit zijn juist weer voorbeelden van attributen waar je praktisch gezien geen moer aan hebt, maar toch onschatbaar waardevol zijn - en blijven.
Op dit punt aangekomen kan een snufje relativering geen kwaad. Want zelfs de meest waardevolle bezittingen, kunstschatten, relikwieën, obligaties of grondstoffen zijn binnen een nanoseconde compleet waardeloos zodra astronomen ontdekken dat een komeet op ramkoers met de aarde ligt waardoor ons leven in een hel zal veranderen. In dat geval kan een stevig stuk touw juist weer bijzonder waardevol zijn. Bijvoorbeeld om het lijden te verkorten.
zondag 10 september 2023
Als de sodemieter
Disclaimer:
Hieronder volgt een langere tekst dan je gewend bent. Naast lang(dradig) is dit blogje ook nog eens weinig actueel, daarentegen misschien wel belerend. Dus geen zin, interesse, tijd of rust in je kont, lees het (nu) niet.
Ben je er nog? Oké, gaat-ie.
----------------
Iedereen is gelijkwaardig, maar de ene mens bracht ons toch onmiskenbaar verder dan de andere. Copernicus liet zien dat de aarde geenzins het middelpunt van het heelal vormt. Einstein bewees dat tijd relatief is. Charles Darwin ontkrachtte het sprookje van de schepping. En Ferdinand Magellaan bewees met zijn zeereis rond de wereld dat onze planeet geen vliegende stroopwafel is. Deze mannen (ja sorry, het waren nu eenmaal mannen) hebben met hun inzichten ons denken voorgoed veranderd, ons meer licht en gereedschap geschonken, zeg maar. Dat rijtje namen is vanzelfsprekend veel langer, denk bijvoorbeeld aan de grote wijsgeer Johan Cruyff die betuigde dat elk voordeel een nadeel heeft. Dus vul gerust verder aan.
Ook ik wil hier graag iemand aan toevoegen. Een persoon die niet zo heel bekend is; een man van eenvoudige komaf en zonder wetenschappelijke opleiding; in plaats van een geleerde een praktijkmens; een geïnteresseerde verkenner die verre, onbekende werelden introk en fysieke ontberingen leed. Iemand die tot belangrijke vondsten en briljante ideeën kwam en mede daardoor onze kijk op biologie en geografie voor altijd zou veranderen. Toch bleef hij heel bescheiden. Zijn naam: Alfred Russel Wallace.
In druk en online is een boel te vinden over het leven van deze geboren Welshman, dus hierover uitweiden heeft weinig zin. Wat mij echter vooral boeit is de verhouding tussen Wallace en zijn vriend slash conculega, de eerder genoemde Charles Darwin. Beiden kwamen namelijk vrijwel tegelijkertijd – maar onafhankelijk van elkaar – tot de slotsom dat alles wat leeft, onderhevig is aan een natuurlijke selectie. Oftewel, zij beiden bedachten de evolutietheorie.
Iets meer over hun verhouding.
Wallace was afkomstig uit een eenvoudig landarbeidersmilieu maar had zich door zelfstudie en doorzettingsvermogen opgewerkt tot een die-hard natuurvorser die vaak aanmonsterde voor verre tochten. Tijdens een van die trips, door Zuidoost-Azië, moest hij zijn activiteiten tijdelijk onderbreken door een hevige aanval van gele koorts. In de tijd die hij nodig had om weer op krachten te komen zag hij ineens het (evolutie)licht. Snel zette hij zijn theorie op schrift. Maar wat moest hij er verder mee midden in de jungle?
Ook ik wil hier graag iemand aan toevoegen. Een persoon die niet zo heel bekend is; een man van eenvoudige komaf en zonder wetenschappelijke opleiding; in plaats van een geleerde een praktijkmens; een geïnteresseerde verkenner die verre, onbekende werelden introk en fysieke ontberingen leed. Iemand die tot belangrijke vondsten en briljante ideeën kwam en mede daardoor onze kijk op biologie en geografie voor altijd zou veranderen. Toch bleef hij heel bescheiden. Zijn naam: Alfred Russel Wallace.
In druk en online is een boel te vinden over het leven van deze geboren Welshman, dus hierover uitweiden heeft weinig zin. Wat mij echter vooral boeit is de verhouding tussen Wallace en zijn vriend slash conculega, de eerder genoemde Charles Darwin. Beiden kwamen namelijk vrijwel tegelijkertijd – maar onafhankelijk van elkaar – tot de slotsom dat alles wat leeft, onderhevig is aan een natuurlijke selectie. Oftewel, zij beiden bedachten de evolutietheorie.
Iets meer over hun verhouding.
Wallace was afkomstig uit een eenvoudig landarbeidersmilieu maar had zich door zelfstudie en doorzettingsvermogen opgewerkt tot een die-hard natuurvorser die vaak aanmonsterde voor verre tochten. Tijdens een van die trips, door Zuidoost-Azië, moest hij zijn activiteiten tijdelijk onderbreken door een hevige aanval van gele koorts. In de tijd die hij nodig had om weer op krachten te komen zag hij ineens het (evolutie)licht. Snel zette hij zijn theorie op schrift. Maar wat moest hij er verder mee midden in de jungle?
Eerder, thuis in Engeland, was hij in contact gekomen met de oudere, reeds gearriveerde Charles Darwin. De laatste was bekend geworden door zijn reis met de Beagle waarin hij o.a. de Galapagoseilanden aandeed. Tijdens die trip was hem vooral de variatie aan vinken opgevallen die de geïsoleerde archipel bevolkten, wat hem aan het denken zette. Darwin publiceerde zijn bevindingen en maakte er naam mee. Overigens bleef die beroemde reis met de Beagle zijn enige echte avontuur. Darwin was veel meer een kamergeleerde die het liefst aardwormen bestudeerde in zijn privé-landgoed Down House nabij Londen. (Ja, Darwin was van huis uit erg upper class en vermogend.) Daarbij kwam nog dat Darwin vaak zwak, ziek en misselijk was en dus een afkeer had van verre studiereizen.
Afijn, ondanks het grote verschil in milieu, welstand en fysieke conditie, was het tweetal dus op de een of andere manier bevriend geraakt. Naast vriendschap en genegenheid had Wallace ook nog eens diep respect voor Darwin met name vanwege diens theoretische kennis en indrukwekkende resultaten bij soortendeterminatie (de genoemde vinken en aardwormen). Vanwege deze hoge achting besloot Wallace, in 1858 vanuit zijn tijdelijke ziekenverblijf (een zelfgebouwd hutje op het Molukse eiland Ternate dat destijds onder Nederlands bestuur stond), zijn evolutie-idee naar Darwin te sturen. De titel van zijn essay: On the Tendency of Species to form Varieties. In een begeleidend schrijven vroeg hij aan Darwin in het verre Engeland hoe hij over zijn in de Indische jungle gefabriekte theorie dacht. Zijn vervolgvraag was of hij het stuk heel misschien waard vond voor te dragen in de Linnean Society te Londen, destijds dé club waar natuurwetenschappers elkaar ontmoetten.
Alles ging per zeilschip en dus belandde Wallace's post pas maanden later op de deurmat van Down House. Bij lezing schrok Darwin zich het apelazerus en raakte vervolgens ernstig gedeprimeerd. Ook hij was namelijk al een tijdje in stilte overtuigd van de aanpassing door natuurlijke selectie. Hij had er dan ook al het nodige van op schrift staan, maar stroperig en fysiek zwak als hij was, had hij er nog niets concreets van gebakken. En dat terwijl de aan gele koorts lijdende Wallace dit - geheel vanuit eigen inzicht - in Verweggistan wél had gedaan.
Alles ging per zeilschip en dus belandde Wallace's post pas maanden later op de deurmat van Down House. Bij lezing schrok Darwin zich het apelazerus en raakte vervolgens ernstig gedeprimeerd. Ook hij was namelijk al een tijdje in stilte overtuigd van de aanpassing door natuurlijke selectie. Hij had er dan ook al het nodige van op schrift staan, maar stroperig en fysiek zwak als hij was, had hij er nog niets concreets van gebakken. En dat terwijl de aan gele koorts lijdende Wallace dit - geheel vanuit eigen inzicht - in Verweggistan wél had gedaan.
De geschokte en gedeprimeerde Darwin legde snel zijn wanhoop neer bij bevriende wetenschappers en hooggeplaatste lords in het Londense. Die adviseerden hem om als de sodemieter zijn eigen notities te concretiseren en daarna zowel het hem toegestuurde essay van Wallace als zijn eigen paper tijdens eenzelfde bijeenkomst voor te dragen aan de Linnean Society. Darwin herpakte zich en volgde deze raad op. Hij ordende koortsachtig zijn (eigen) theorie, maakte er iets moois van en uiteindelijk werden zowel zijn essay als dat van Wallace gelijktijdig gepresenteerd aan een select wetenschappelijk clubje.
De lezing trok de nodige aandacht. Maar daar bleef het vooralsnog bij. Totdat maanden later de nu wakker geschudde Charles Darwin (Wallace bevond zich nog steeds ergens in een verre rimboe) zijn verder uitgewerkte theorie opnieuw publiceerde en wel in boekvorm met als titel On the Origin of Species. En nu ontplofte de bom pas echt. In Londen, in Engeland, overal in de wereld. De in het boek beschreven, revolutionaire theorie stond haaks op het scheppingsverhaal. Het sprookje genaamd De Ark van Noach was stante pede naar de ratsmodee. Heiligschennis! Ongehoord! En dus wilde iedereen het lezen...
De rest is geschiedenis en Charles Darwin werd dé man van de evolutietheorie. Het Darwinisme is inmiddels wereldwijd omarmd (soms misbruikt), hoewel een aanzienlijk aantal religieuzen tot vandaag blijft volharden in ontkenning. (Er zijn ook lieden die nog immer menen dat de aarde plat is.)
Alfred Russel Wallace hoorde en zag dit alles van een verre afstand aan. Voor mij zit diens reusachtigheid er vooral in dat hij nooit enige wrok of jaloezie koesterde richting Charles Darwin. Altijd, ook na zijn verdere trektochten over de witte vlekken op de wereldbol, bleef Wallace zelfs zeer goed met hem bevriend, correspondeerde met hem, bracht 'm op de hoogte van zijn nieuwe ontdekkingen en avonturen en behield hij achting voor ‘de grote Darwin’. Ja, hij gunde hem het succes van On the Origin of Species en de daarmee samengaande wereldfaam en welstand.
Alfred Russel Wallace hoorde en zag dit alles van een verre afstand aan. Voor mij zit diens reusachtigheid er vooral in dat hij nooit enige wrok of jaloezie koesterde richting Charles Darwin. Altijd, ook na zijn verdere trektochten over de witte vlekken op de wereldbol, bleef Wallace zelfs zeer goed met hem bevriend, correspondeerde met hem, bracht 'm op de hoogte van zijn nieuwe ontdekkingen en avonturen en behield hij achting voor ‘de grote Darwin’. Ja, hij gunde hem het succes van On the Origin of Species en de daarmee samengaande wereldfaam en welstand.
Ofschoon veel meer in de schaduw, verkreeg Wallace in de loop der tijd natuurlijk ook de nodige honneurs. Door hem ontdekte soorten (zoogdieren, vogels, insecten, planten) dragen zijn naam, omgevormd tot Latijn. Ook werd hij gezien als de vader van de biogeografie, een kruising van wetenschappen. Een groot en eilandrijk zeegebied werd naar hem vernoemd, Wallacea. En natuurlijk is daar nog die ene beroemde scheidslijn.
De natuurvorser was tijdens zijn vele reizen tot de conclusie gekomen dat er een bepaalde grens moest zijn waar Azië ophoudt en Australië begint, nu kortweg de Wallacelijn genoemd. Die grens bestaat uit een diepe geul in de zeebodem. De meest zichtbare plek is de nauwte tussen de huidige Indonesische eilanden Bali en Lombok. De zeestraat tussen die twee is dan ook veel dieper en woeliger dan elders in de Maleisische archipel. Ten westen en ten oosten van die geul bevonden zich volgens hem grofweg twee verschillende continenten met een dito fauna en flora: zoogdier versus buideldier, priksnavel versus papagaaienbek, teak versus eucalyptus. Dit soort kennis (weliswaar behoorlijk bijgesteld door latere wetenschappers en betere onderzoekstechnieken) én de helft van de evolutietheorie danken we aan ene Alfred Russel Wallace, de bescheiden self-made man.
Direct na diens overlijden, in 1913, stelde men voor hem, als medebedenker van de theorie die onze kijk op het leven drastisch zou veranderen, bij te zetten naast de ruim dertig jaar eerder overleden Charles Darwin in de Westminster Abbey, en daarmee ook tussen andere grote Engelsen als een Isaac Newton. Maar Wallace had al eerder zijn voorkeur uitgesproken voor een individueler, nederiger oord. Veelzeggend. Zijn laatste rustplaats bevindt zich nabij Poole in Zuid-Engeland.
Dank voor het geheel uitlezen van dit lange blogje. En voor de aandacht aan Alfred Russel Wallace, zó'n kerel (duimpje).
![]() |
Alfred Russel Wallace (1823-1913) Foto genomen in 1895. |
Heb je een kleine minuut, ben je geïnteresseerd in de Wallacelijn en spreek je een mondje Duits? Klik dan HIER.
Bronnen:
- Het Maleisische Eilandenrijk, Alfred Russel Wallace
- Nemo Kennislink
- Wikipedia
- Alfred Russel Wallace deserves better, David Lloyd
zondag 3 september 2023
Nintendo
Bij Intertoys sta ik te dubben over een speeltje voor een van mijn kleinzoons. De winkelketen bevindt zich op de rand van omvallen, las ik ergens. Voor mij zorgelijker is dat ik er nu niks leuks kan vinden. Heb ik de speelsheid voorgoed achter me gelaten?
Zolang ik het me kan herinneren was ik idolaat van speelgoed. De vormen, kleuren, geluiden. Vooral miniaturen van de werkelijkheid zorgden voor opwinding en geluk. De Volkswagen Kever in je knuist moest precies op de buiten geparkeerde Volkswagen Kever van de buurman lijken. Met Lego had ik daarom weinig, vond ik te blokkerig.
Tactiliteit speelde bij dit alles ook een voorname rol. Tijdens geboorte- of feestdagen rukten bibbervingers het feestpapier aan flarden en bevoelden daarna het oppervlak van autootjes, treintjes of vliegtuigjes. Sensueel bijna. Het nieuwe kleinood werd in de lucht gehouden, gedraaid, bewogen en voorzien van (stem)geluid. Een terzijde: dit gedrag deed zich voor tot diep in de AOW.
Voor mij minstens zo belangrijk, was het aroma van nieuw speelgoed. Vergelijk het met het luchtje binnenin een showroomauto. Naar mijn overtuiging roken de speeltjes uit mijn jeugd lekkerder dan die van nu. Het moest welhaast te maken hebben met ‘ouderwetse’ materialen als blik, ijzer, bakeliet, tin en zink. Andere geurfactoren waren de verf-, olie- en lijmsoorten van vroeger. Die waren wellicht zelfs toxisch, maar daar maalde toen niemand om. Jeugdige snuivers als ik waren dol op het metalige odeur van ‘ongezonde’ lak, naaimachine-olie en kit. Dat was, in mijn verbeelding, zelfs zo sterk dat een hele speelgoedwinkel erdoor tot leven kwam. Noem het magie.
En kijk, precies dát mis ik nu bij Intertoys, waar het ruikt naar de Nintendo-software voor Super Mario, Pokémon en The Legend of Zelda – naar niets dus. Daarom is er, mocht de grote speelgoedketen straks verdwijnen, geen centje pijn voor deze fossiele zeurkous. Helaas wel voor zijn kleinzoons, en daarmee toch ook weer voor hem.
Voor mij minstens zo belangrijk, was het aroma van nieuw speelgoed. Vergelijk het met het luchtje binnenin een showroomauto. Naar mijn overtuiging roken de speeltjes uit mijn jeugd lekkerder dan die van nu. Het moest welhaast te maken hebben met ‘ouderwetse’ materialen als blik, ijzer, bakeliet, tin en zink. Andere geurfactoren waren de verf-, olie- en lijmsoorten van vroeger. Die waren wellicht zelfs toxisch, maar daar maalde toen niemand om. Jeugdige snuivers als ik waren dol op het metalige odeur van ‘ongezonde’ lak, naaimachine-olie en kit. Dat was, in mijn verbeelding, zelfs zo sterk dat een hele speelgoedwinkel erdoor tot leven kwam. Noem het magie.
En kijk, precies dát mis ik nu bij Intertoys, waar het ruikt naar de Nintendo-software voor Super Mario, Pokémon en The Legend of Zelda – naar niets dus. Daarom is er, mocht de grote speelgoedketen straks verdwijnen, geen centje pijn voor deze fossiele zeurkous. Helaas wel voor zijn kleinzoons, en daarmee toch ook weer voor hem.
zondag 27 augustus 2023
Stofstorm
In de gelukzalige leegte van Flevoland zwoeg ik over een eenzaam polderweggetje. Geen mens te zien, wel herkauwend melkvee en een groepje zadelbruine merries met hun hoogbenige veulens. Doodstil is het, alleen mijn fietsbandjes fluisteren swswswswswsw. Totdat achter mij geruis aanzwelt.
Er nadert iets groots, ik stuur alvast naar rechts, zoek onzeker de rand van het asfalt. Geruis wordt geronk en vervolgens gebulder. Het blijkt een tractor waarachter een oplegger met torenhoog gestapelde hooibalen. Augustus oogstmaand. De combinatie raast links langs me, ragt daarbij deels door de ruige berm omdat het weggetje te smal is voor ons beiden. Ik fiets nu in een ziedende storm van stof en hooi. Maar ik leef nog dankzij de galanterie van een tractorchauffeur die tijdens zijn inhaalmanoeuvre tot ver buiten de verharding stuurde om mij te sparen.
Stomme vraag: waarom ontzag hij me? Het moet iets te maken hebben met onze biologie, met gezond verstand, ethische gevoelens, opvoeding, spelregels en daarmee samenhangend: met angst.
Biologisch gezien is het voor sociale dieren handig om soortgenoten te ontzien. Een gezond verstand is eveneens meegenomen, psychopaten tonen hoe het anders kan. Ethisch gevoel is wellicht aangeboren of zit cultureel ingebakken. Opvoeding zorgt voor een moreel kompas waardoor je rekening houdt met de ander. Voor de spelregels verwijs ik naar de tien geboden of vijf zuilen, maar liever nog naar het Wetboek van Strafrecht. Angst is logisch: voor dood door schuld wordt een mens zwaar gestraft.
Dat die tractorchauffeur mij als kwetsbare fietser op dat smalle landweggetje intact liet is dus geheel volgens de norm. Maar aangezien uitzonderingen nog steeds de regel bevestigen, haal ik opgelucht adem. Gelijk een strot vol stof en hooi.
Biologisch gezien is het voor sociale dieren handig om soortgenoten te ontzien. Een gezond verstand is eveneens meegenomen, psychopaten tonen hoe het anders kan. Ethisch gevoel is wellicht aangeboren of zit cultureel ingebakken. Opvoeding zorgt voor een moreel kompas waardoor je rekening houdt met de ander. Voor de spelregels verwijs ik naar de tien geboden of vijf zuilen, maar liever nog naar het Wetboek van Strafrecht. Angst is logisch: voor dood door schuld wordt een mens zwaar gestraft.
Dat die tractorchauffeur mij als kwetsbare fietser op dat smalle landweggetje intact liet is dus geheel volgens de norm. Maar aangezien uitzonderingen nog steeds de regel bevestigen, haal ik opgelucht adem. Gelijk een strot vol stof en hooi.
zondag 20 augustus 2023
Glazig
Wanneer en waarom we tijdens het proosten tegen elkaars glazen zijn gaan tikken is niet duidelijk. Meerdere cultuurverklaringen doen de ronde. Ga er echter gerust van uit dat ze vooral op onzin berusten, net zoals de handeling zelf natuurlijk, want die geeft alleen maar gedoe. En dat louter voor de gezelligheid. Of de bühne.
Naar het schijnt lieten edelen in de middeleeuwen hun drinkgerei zo hard tegen elkaar kletsen dat de spetters in het rond vlogen én in elkaars glas of pul. Dit deden ze om te laten zien dat de drank geen gif bevatte. Elkaar vergiftigen was kennelijk in zwang bij de adel destijds. Historici doen dit echter af als leuterkoek, want de wijn of het bier kwam destijds - voor eenieder zichtbaar - uit hetzelfde vat.
Een andere verklaring was dat men vroeger door hardhandig en luidruchtig te proosten, demonen trachtte af te schrikken. Bovendien morsten ze daarbij veel drank op de vloer, waar vervolgens duivelse geesten op afkwamen om het vocht langdurig op te lebberen waardoor men in ieder geval een poos van dat tuig was verlost.
Alleraardigste stierenpoep, maar we proostten er door de eeuwen heen niet minder om. Overal in de wereld – en onder alle lagen van de bevolking – laat men nu glazen beheerst klinken vergezeld van een wenskreet, soms speciaal voor iets of iemand.
Best plezant, maar in de verte doemt naar mijn idee een struikelsteen op, een nieuwe doctrine. Steeds vaker wordt namelijk van je verwacht dat je tijdens het proosten elkaar in de ogen kijkt, glazig dan wel betekenisvol. Sterker: je wordt erop geattendeerd (of veroordeeld?) als je het nalaat, want je toont dan een gebrek aan fatsoen, respect en verbondenheid. En wij maar denken dat de middeleeuwen achter ons liggen.
Naar het schijnt lieten edelen in de middeleeuwen hun drinkgerei zo hard tegen elkaar kletsen dat de spetters in het rond vlogen én in elkaars glas of pul. Dit deden ze om te laten zien dat de drank geen gif bevatte. Elkaar vergiftigen was kennelijk in zwang bij de adel destijds. Historici doen dit echter af als leuterkoek, want de wijn of het bier kwam destijds - voor eenieder zichtbaar - uit hetzelfde vat.
Een andere verklaring was dat men vroeger door hardhandig en luidruchtig te proosten, demonen trachtte af te schrikken. Bovendien morsten ze daarbij veel drank op de vloer, waar vervolgens duivelse geesten op afkwamen om het vocht langdurig op te lebberen waardoor men in ieder geval een poos van dat tuig was verlost.
Alleraardigste stierenpoep, maar we proostten er door de eeuwen heen niet minder om. Overal in de wereld – en onder alle lagen van de bevolking – laat men nu glazen beheerst klinken vergezeld van een wenskreet, soms speciaal voor iets of iemand.
Best plezant, maar in de verte doemt naar mijn idee een struikelsteen op, een nieuwe doctrine. Steeds vaker wordt namelijk van je verwacht dat je tijdens het proosten elkaar in de ogen kijkt, glazig dan wel betekenisvol. Sterker: je wordt erop geattendeerd (of veroordeeld?) als je het nalaat, want je toont dan een gebrek aan fatsoen, respect en verbondenheid. En wij maar denken dat de middeleeuwen achter ons liggen.
zondag 13 augustus 2023
Good Times
Robbie Robertson is gestorven, las ik op Teletekst, op tachtigjarige leeftijd. Geboren in Toronto was hij als gitarist, zanger en songwriter een vooraanstaand lid van de Canadees-Amerikaanse groep The Band. Dit vijfmanschap (begonnen als begeleidingsmuzikanten van Bob Dylan) is niet eens zo heel bekend, scoorde geen wereldhits, maar behoort toch tot de meest invloedrijke groepen ooit. Ze mixten country met rock, folk en blues en waren daarmee wellicht grondlegger van wat men later Americana is gaan noemen.
Als ik iets hoor van (of over) deze formatie dan moet ik altijd aan boezemvriend Adrie denken. Aad was bijzonder muzikaal, één met zijn gitaar en speelde in diverse Haagse bandjes. Het liep tegen het eind van de zestiger jaren, wij waren pakweg twintig jaar oud, toen hij ineens aan kwam zetten met een elpee van een groepje dat zich simpelweg The Band noemde. Ik had nog nooit van ze gehoord en was ook niet op slag om. Maar Aad doceerde: ‘luister goed, let op de meerstemmigheid, dat strakke uptempo, tak-tak-tak.’ Hij had gelijk en dankzij hem kwam het helemaal goed tussen The Band en mij.
Adrie is niet meer, overleed enkele jaren terug, werd net geen zeventig. Hij wordt blijvend gemist, door zovelen.
Als ik iets hoor van (of over) deze formatie dan moet ik altijd aan boezemvriend Adrie denken. Aad was bijzonder muzikaal, één met zijn gitaar en speelde in diverse Haagse bandjes. Het liep tegen het eind van de zestiger jaren, wij waren pakweg twintig jaar oud, toen hij ineens aan kwam zetten met een elpee van een groepje dat zich simpelweg The Band noemde. Ik had nog nooit van ze gehoord en was ook niet op slag om. Maar Aad doceerde: ‘luister goed, let op de meerstemmigheid, dat strakke uptempo, tak-tak-tak.’ Hij had gelijk en dankzij hem kwam het helemaal goed tussen The Band en mij.
Adrie is niet meer, overleed enkele jaren terug, werd net geen zeventig. Hij wordt blijvend gemist, door zovelen.
Een popgroepje dat al eerder in The Sixties furore maakte, waren de The Kinks. Ook hún vinyl draaiden Aad en ik grijs, vaak puberlui onderuitgezakt op zijn of mijn kamertje. Eens bracht dit Londense viertal een hitsingle uit met het even eenvoudige als aanstekelijke refrein:
Won’t you tell me?
Where have all the good times gone? (2x)
Verstand komt met de jaren, aldus het bekende spreekwoord. Ik zet hier grote vraagtekens bij, zou daarom 'verstand' graag doorstrepen en veranderen in 'weemoed'. Weemoed naar de good times, naar toen.
Won’t you tell me?
Where have all the good times gone? (2x)
Verstand komt met de jaren, aldus het bekende spreekwoord. Ik zet hier grote vraagtekens bij, zou daarom 'verstand' graag doorstrepen en veranderen in 'weemoed'. Weemoed naar de good times, naar toen.
![]() |
Adrie Hendriks Batavia, 15-2-1949 - Rijswijk, 16-7-2018 |
zondag 6 augustus 2023
Kachelen
Een elektrisch designkacheltje, dat leek me wel wat, voor kille herfstdagen en zo. Bij Bol.com vond ik de juiste à raison van € 119,99. Toevallig werd tegelijkertijd exact hetzelfde ding door een particulier op Marktplaats aangeboden voor maar € 40 mét de aanprijzing Zo goed als nieuw. Voor dat grote verschil wilde ik best even naar Hoorn rijden, daar stond-ie te koop.
Mijn druk op de huisbel deed subiet een roedel honden aanslaan. Daarop volgde wat gestommel en kreten als 'Af' en 'Koesssjt'. Enkele tellen later ging een zijdeur open. Erachter stond een vrouw met op het hoofd een strak ballerinaknotje en aan haar voeten een al net zo strak designkacheltje. Krek wat ik zocht, althans het laatste. De koop was dan ook snel gesloten.
Tevreden stuurde ik huiswaarts door het West-Friese landschap dat zich kenmerkt door grazige weiden en veel stoplichten. Maar inmiddels was het zo ongeveer lunchtijd en mijn verkering, die mij tijdens deze expeditie begeleidde, wist in deze regio nog wel een leuk tentje. Even later bevonden wij ons op een sfeervol vlonderterras met waterrijk uitzicht en bestelden achtereenvolgens een broodje Brie uit de oven, een Vegan Flatbread, een Sauvignon Blanc, een blond biertje, twee koffie en één monchougebakje ‘met twee vorkjes graag’. Leuk & lekker, maar naar boven afgetipt was ik vijfenveertig euro lichter.
Mijn druk op de huisbel deed subiet een roedel honden aanslaan. Daarop volgde wat gestommel en kreten als 'Af' en 'Koesssjt'. Enkele tellen later ging een zijdeur open. Erachter stond een vrouw met op het hoofd een strak ballerinaknotje en aan haar voeten een al net zo strak designkacheltje. Krek wat ik zocht, althans het laatste. De koop was dan ook snel gesloten.
Tevreden stuurde ik huiswaarts door het West-Friese landschap dat zich kenmerkt door grazige weiden en veel stoplichten. Maar inmiddels was het zo ongeveer lunchtijd en mijn verkering, die mij tijdens deze expeditie begeleidde, wist in deze regio nog wel een leuk tentje. Even later bevonden wij ons op een sfeervol vlonderterras met waterrijk uitzicht en bestelden achtereenvolgens een broodje Brie uit de oven, een Vegan Flatbread, een Sauvignon Blanc, een blond biertje, twee koffie en één monchougebakje ‘met twee vorkjes graag’. Leuk & lekker, maar naar boven afgetipt was ik vijfenveertig euro lichter.
Als je, naast genoemde middaghap, ook de brandstofkosten meerekent dan komt mijn tweedehandsje uit Hoorn uit op een totaal van ruim honderd euro. En dat terwijl Bol.com hetzelfde designkacheltje - maar dan splinternieuw, keurig verpakt én met twee jaar garantie - voor nauwelijks twintig meer aan je voordeur aflevert. Dit alles doet mij denken aan de oude indiaanse (Native American, sorry) wijsheid: Om warm te worden kachelt het grote opperhoofd van niets naar nergens.
zondag 30 juli 2023
Limiet
Soms blader ik terug in dit blog. Ik merk dan dat mijn stukjes in het verleden doorgaans korter en bondiger waren. Ooit bleef ik met gemak onder de tweehonderd woorden, destijds mijn limiet om een aardig punt te maken. En een mens zonder limieten is aan de godjes overgeleverd.
Maar ja, het leven is vloeibaar, luidt het verrimpelde cliché. Dus overschrijd ik die grens van tweehonderd inmiddels wekelijks. En fors. Je kunt zeggen dat de oorzaak ligt bij ontwikkeling. Hét kenmerk van ontwikkeling is echter dat-ie twee richtingen op kan gaan.
Positief: in de loop der tijd ben ik wijzer geworden, is mijn blik verbreed waardoor ik meer te vertellen heb, leg ik betere verbindingen en bedenk slimmere bruggetjes. Mogelijk ben ik ook nog eens opener geworden, geef ik mezelf meer bloot en heb daarvoor meer woordjes nodig om tot een beter geheel te komen.
Negatief: ik ben bezig een steeds grotere zeikerd te worden, iemand die met het klimmen der jaren breedsprakiger en wolliger is, er van alles en nog wat bijsleept om zijn vage punt te maken, een ouwelijke leukpeuk, zeurende woordenbrijer, een orakel.
Gelukt, me eindelijk weer ‘ns gehouden aan de vroegere limiet van tweehonderd.
Maar ja, het leven is vloeibaar, luidt het verrimpelde cliché. Dus overschrijd ik die grens van tweehonderd inmiddels wekelijks. En fors. Je kunt zeggen dat de oorzaak ligt bij ontwikkeling. Hét kenmerk van ontwikkeling is echter dat-ie twee richtingen op kan gaan.
Positief: in de loop der tijd ben ik wijzer geworden, is mijn blik verbreed waardoor ik meer te vertellen heb, leg ik betere verbindingen en bedenk slimmere bruggetjes. Mogelijk ben ik ook nog eens opener geworden, geef ik mezelf meer bloot en heb daarvoor meer woordjes nodig om tot een beter geheel te komen.
Negatief: ik ben bezig een steeds grotere zeikerd te worden, iemand die met het klimmen der jaren breedsprakiger en wolliger is, er van alles en nog wat bijsleept om zijn vage punt te maken, een ouwelijke leukpeuk, zeurende woordenbrijer, een orakel.
Gelukt, me eindelijk weer ‘ns gehouden aan de vroegere limiet van tweehonderd.
Stipt.
zondag 23 juli 2023
Lomp
Spiritueel ben ik nauwelijks, althans voor zover ik me ervan bewust ben. Maar ja, wat is bewustzijn? Ik weet heus wel dat er onzegbaar meer om ons heen gaande is dan we kunnen bevatten, maar in de dagelijkse voetjes-op-de-vloer-praktijk wil dat amper tot me doordringen. Best jammer, want alleen al vanwege hun fijngevoelige vocabulaire ben ik een ietsepietsie jaloers op mensen die wél openstaan voor spiritualiteit.
Zo sprak ik laatst een vrouw die aan de wandel was met Nola, een vertederende pup. De vrouw, wist ik, runde een holistische praktijk. Over haar jonge hond zei ze met zachte, gevoelvolle intonatie: ‘Nola laat me al zo veel weten.’ Óf je hebt een teiltje nodig óf je vindt het mooi. Hoe dan ook, ik zou hier eerder bezigen: ‘Het is een slim beessie.’
Eens hoorde ik een spirituele kennis iets zeggen over een man wiens moeder zopas was overleden. De man, zo begreep ik, was er tamelijk onbewogen onder. Mijn spirituele kennis over hem: ‘Hij kan niet goed bij zijn gevoel komen.’ Waarom hier de man niet puntig omschrijven als een koele kikker? Verder hoor ik van spiritueel ingestelden vaak zinnetjes als ‘Ik heb mezelf teruggevonden’ of 'Ik sta in mijn kracht'. Ondergetekende zou hier toch eerder gaan voor respectievelijk ‘Ik ben terug van weggeweest’ en ‘Ik voel me sterk’.
Superzweverig wordt het wanneer iemand zegt: ‘Ik voel tussen ons een liefdevolle verbinding.’ Mijn lompe brein zou in zo'n geval dertien-in-een-dozijn-zinnetjes produceren in de range van ‘Ik vind je lief' of zelfs 'Ik hou van je' tot en met 'Zullen we effe rampetampen'. Ik bedoel maar.
Zo sprak ik laatst een vrouw die aan de wandel was met Nola, een vertederende pup. De vrouw, wist ik, runde een holistische praktijk. Over haar jonge hond zei ze met zachte, gevoelvolle intonatie: ‘Nola laat me al zo veel weten.’ Óf je hebt een teiltje nodig óf je vindt het mooi. Hoe dan ook, ik zou hier eerder bezigen: ‘Het is een slim beessie.’
Eens hoorde ik een spirituele kennis iets zeggen over een man wiens moeder zopas was overleden. De man, zo begreep ik, was er tamelijk onbewogen onder. Mijn spirituele kennis over hem: ‘Hij kan niet goed bij zijn gevoel komen.’ Waarom hier de man niet puntig omschrijven als een koele kikker? Verder hoor ik van spiritueel ingestelden vaak zinnetjes als ‘Ik heb mezelf teruggevonden’ of 'Ik sta in mijn kracht'. Ondergetekende zou hier toch eerder gaan voor respectievelijk ‘Ik ben terug van weggeweest’ en ‘Ik voel me sterk’.
Superzweverig wordt het wanneer iemand zegt: ‘Ik voel tussen ons een liefdevolle verbinding.’ Mijn lompe brein zou in zo'n geval dertien-in-een-dozijn-zinnetjes produceren in de range van ‘Ik vind je lief' of zelfs 'Ik hou van je' tot en met 'Zullen we effe rampetampen'. Ik bedoel maar.
Te aards, dat is hier mijn probleem. Misschien moet ik wat meer de diepte in. Op zoek naar, ja wist ik het maar.
zondag 16 juli 2023
Kapitalen
De korte broek behoort tot mijn meest geliefde kledingstukken; ik schreef er vaker over. Aangezien ik me nog maar zelden aan kleedetiquette hoef te houden, loop ik, zodra het zomert, rond met blote onderdanen. Het is heus geen exhibitionisme, ik vind een short gewoon prettig dragen. Licht en luchtig, de wind tegen je kuiten, strelend langs de haartjes op je dijen én je klokkenspel wordt fijn gekoeld.
Voor senioren is er echter één nadeel: je ziet er niet uit.
Oude mannenbenen zijn vaak bleek, trilvlezig, spillig, krom, te kort dan wel te stakerig en dan vaak ook nog voorzien van groeven, vlekjes, groeisel of spataderen. Een mix van al dit lelijks komt nog vaker voor. En dan heb ik het niet eens over de hangbillen en knobbelvoeten die al deze onvolkomenheden aan de boven- en onderzijde begrenzen.
Hoe anders is het voor strakke millennials en zoomers, respectievelijk generaties Y en Z. Speciaal voor hen hebben slimme marketeers MR MARVIS bedacht, jawel in voorname kapitalen. Je kunt geen magazine openslaan of teevee-reclame uitzitten zonder een complete kleurenwaaier aan shorts van MR MARVIS voorbij te zien komen. Die worden altijd gedragen door loltrappende studentikoze heertjes die bepaald geen klant zijn van de voedselbank. Ze lachen als dwazen, dartelen op zonnige stranden, langs zwembaden en andere luxe settings, doen aan touwtrekken, springen uit sportauto's, halen allerlei capriolen uit waarbij, naast zonnebrillen en witte gebitten, vooral hun kleurrijke, prijzige korte broekjes de show stelen.
Hoe anders is het voor strakke millennials en zoomers, respectievelijk generaties Y en Z. Speciaal voor hen hebben slimme marketeers MR MARVIS bedacht, jawel in voorname kapitalen. Je kunt geen magazine openslaan of teevee-reclame uitzitten zonder een complete kleurenwaaier aan shorts van MR MARVIS voorbij te zien komen. Die worden altijd gedragen door loltrappende studentikoze heertjes die bepaald geen klant zijn van de voedselbank. Ze lachen als dwazen, dartelen op zonnige stranden, langs zwembaden en andere luxe settings, doen aan touwtrekken, springen uit sportauto's, halen allerlei capriolen uit waarbij, naast zonnebrillen en witte gebitten, vooral hun kleurrijke, prijzige korte broekjes de show stelen.
zondag 9 juli 2023
Altijd al? (deel 2)
Soms sta je ineens voor een tweesprong. Links of rechts? Geen pretje voor een twijfelaar.
Ooit was dit anders. In mijn jongere jaren koos ik steevast links, ook wel progressief genoemd – bekt lekker. Met het klimmen der jaren schoof ik echter op naar, zeg, het brede middenveld. Niks bijzonders, het is de menselijke natuur. Wie jong is zit barstensvol veranderingsdrang en idealisme terwijl behoudendheid vooral ouderen siert. Ik behoor nu tot de laatsten, maar hoop toch nog stiekem op een greintje voortgang. Dus wat moet ik op die vermaledijde tweesprong?
Mijn hart zegt (nog steeds) links, zeker als ik aan de agrarische sector denk. Progressief Nederland besefte al heel lang dat industriële akkerbouw en veeteelt de dood in de pot waren - letterlijk. Onze natuur ging erdoor naar de knoppen en het veroorzaakte onbeschrijfelijk veel leed onder onze mededieren. Tot echte verandering kwam het helaas niet vanwege het steeds dreigender tegengeluid (van tractoren). Sterker: het leverde zelfs een grote (protest)partij op die vergroening en het radicaal kappen van martelpraktijken stagneert, dit ten gerieve van boeren en verder iedereen die géén veranderingen duldt.
Mijn verstand daarentegen zegt soms rechts. Aan die zijde riep men al decennia terug dat we aan nieuwkomers meer eisen moesten stellen teneinde ze beter en sneller te laten integreren. Politiek correcte multiculti's verwierpen dat idee echter met gevolg dat onaangepastheid welig tierde - en tiert - wat weer leidde tot segregatie, discriminatie en boosheid. En ja, dan is de bal rond. Het resultaat was dat velen in sneltreinvaart hun wijk, stad of land zagen veranderen. Frictie alom dus. Afijn, links idealisme leverde ons uiteindelijk ultrarechts op. Tel uit je winst.
Ooit was dit anders. In mijn jongere jaren koos ik steevast links, ook wel progressief genoemd – bekt lekker. Met het klimmen der jaren schoof ik echter op naar, zeg, het brede middenveld. Niks bijzonders, het is de menselijke natuur. Wie jong is zit barstensvol veranderingsdrang en idealisme terwijl behoudendheid vooral ouderen siert. Ik behoor nu tot de laatsten, maar hoop toch nog stiekem op een greintje voortgang. Dus wat moet ik op die vermaledijde tweesprong?
Mijn hart zegt (nog steeds) links, zeker als ik aan de agrarische sector denk. Progressief Nederland besefte al heel lang dat industriële akkerbouw en veeteelt de dood in de pot waren - letterlijk. Onze natuur ging erdoor naar de knoppen en het veroorzaakte onbeschrijfelijk veel leed onder onze mededieren. Tot echte verandering kwam het helaas niet vanwege het steeds dreigender tegengeluid (van tractoren). Sterker: het leverde zelfs een grote (protest)partij op die vergroening en het radicaal kappen van martelpraktijken stagneert, dit ten gerieve van boeren en verder iedereen die géén veranderingen duldt.
Mijn verstand daarentegen zegt soms rechts. Aan die zijde riep men al decennia terug dat we aan nieuwkomers meer eisen moesten stellen teneinde ze beter en sneller te laten integreren. Politiek correcte multiculti's verwierpen dat idee echter met gevolg dat onaangepastheid welig tierde - en tiert - wat weer leidde tot segregatie, discriminatie en boosheid. En ja, dan is de bal rond. Het resultaat was dat velen in sneltreinvaart hun wijk, stad of land zagen veranderen. Frictie alom dus. Afijn, links idealisme leverde ons uiteindelijk ultrarechts op. Tel uit je winst.
Zowel links als rechts hadden het naar mijn idee goed, dan weer goed fout. Reden genoeg om bij die tweesprong lang te twijfelen. Daarom is het prettig dat er steeds meer rotondes worden aangelegd zodat je niet direct hoeft te kiezen en eindeloos rondjes achter jezelf aan kunt rijden. Of deden we dat altijd al?
zondag 2 juli 2023
Altijd al? (deel 1)
Ik sta een poos voor het slaapkamerraam. Vanaf hier kijk ik uit op een kleine, omheinde kinderspeelplaats. Die is geplaveid met rubberen tegels waarop een klimtoestel met glijbaantje, twee schommels, twee wipkippen, twee buitelstangen en een zitbankje voor begeleiders. Uitdagend voor peuters en aangenaam overzichtelijk voor hun hoeders.
Al die tijd dat ik daar sta, zie ik een vader en zijn zoontje van pakweg drie in volle actie, maar dan wel heel verschillend. Het kind is fanatiek aan het apenkooien, een beetje manisch zelfs. Hij klimt, zwaait, glijdt, wipt en buitelt. Paps daarentegen neemt geen deel aan deze strapatsen, maar schaduwt zijn zoontje als een voormalig KGB-agent en schiet non-stop foto’s en filmpjes van hem. Tussen de bedrijven door stuurt hij het resultaat - puur promotiemateriaal - naar zijn thuisfront of socials, wellicht voorzien van wervende tekstjes of grappige tekentjes. In ieder geval grijnst hij tevreden wanneer zijn duimen over z'n mobieltje tokkelen. Iedereen zal nu weten dat deze trotse vader 'zo leuk met zijn kind is'. Maar vanuit mijn slaapkamer zie ik een schermverslaafde Jellinek-cliënt met scoringsdrift.
Bijzonder? Neuh, het waart overal. Erover ergeren heeft geen zin, dit is gewoon de Nieuwe Mens - wij dus. Ook voor het jochie is het gewone koek, die weet niet beter. Sterker, binnen luttele tijd doet hij hetzelfde, maar dan beter toegerust, vaardiger, mondialer, enzovoorts, et cetera, und so weiter, and so on, 等等, и так далее, وما إلى ذلك وهلم جرا. Omgevingsfactoren veranderen ons gedrag en ons brein slaat die data op met gevolg dat wij anders gaan acteren. Evolutie heet zoiets. Maar dat gaat tegenwoordig zo snel - en zichtbaar - dat je er Darwins The Origin of Species nauwelijks nog voor nodig hebt. En dan praat ik nog maar even niet over AI, die ons binnenkort zodanig berijdt dat wíj de wipkippen zijn. Of waren we dat altijd al?
Al die tijd dat ik daar sta, zie ik een vader en zijn zoontje van pakweg drie in volle actie, maar dan wel heel verschillend. Het kind is fanatiek aan het apenkooien, een beetje manisch zelfs. Hij klimt, zwaait, glijdt, wipt en buitelt. Paps daarentegen neemt geen deel aan deze strapatsen, maar schaduwt zijn zoontje als een voormalig KGB-agent en schiet non-stop foto’s en filmpjes van hem. Tussen de bedrijven door stuurt hij het resultaat - puur promotiemateriaal - naar zijn thuisfront of socials, wellicht voorzien van wervende tekstjes of grappige tekentjes. In ieder geval grijnst hij tevreden wanneer zijn duimen over z'n mobieltje tokkelen. Iedereen zal nu weten dat deze trotse vader 'zo leuk met zijn kind is'. Maar vanuit mijn slaapkamer zie ik een schermverslaafde Jellinek-cliënt met scoringsdrift.
Bijzonder? Neuh, het waart overal. Erover ergeren heeft geen zin, dit is gewoon de Nieuwe Mens - wij dus. Ook voor het jochie is het gewone koek, die weet niet beter. Sterker, binnen luttele tijd doet hij hetzelfde, maar dan beter toegerust, vaardiger, mondialer, enzovoorts, et cetera, und so weiter, and so on, 等等, и так далее, وما إلى ذلك وهلم جرا. Omgevingsfactoren veranderen ons gedrag en ons brein slaat die data op met gevolg dat wij anders gaan acteren. Evolutie heet zoiets. Maar dat gaat tegenwoordig zo snel - en zichtbaar - dat je er Darwins The Origin of Species nauwelijks nog voor nodig hebt. En dan praat ik nog maar even niet over AI, die ons binnenkort zodanig berijdt dat wíj de wipkippen zijn. Of waren we dat altijd al?
zondag 25 juni 2023
Vredessymbool
In de pui van de apotheek bevindt zich een afhaalautomaat zodat je niet per se naar binnen hoeft om met een getrokken nummertje tussen andere kneuzen plaats te nemen. Van deze optie maak ik dan ook graag gebruik.
Op het schermpje tikte ik mijn persoonlijke code in, wachtte een paar seconden, hoorde klink-klank-klonk en ziedaar: de voorgeschreven stemmingsverbeteraars lagen (achter een klepje) voor het grijpen. Maar tijdens deze gedachteloze handeling ontdekte ik, pal voor mijn voeten, een duif die zich tegen de onderzijde van de afhaalautomaat drukte. Zich kleinmakend keek de vogel met zijn rood omrande kijkertjes opwaarts, recht in mijn verbouwereerdheid. Vluchten deed hij niet, wel ondernam hij een paar trippelpasjes naar links en naar rechts, wat angst en onzekerheid verraadde. Het was een mooi diertje, zwart met een witte bef, een post- of sierduif. Duidelijk was dat hij niet in deze scène thuishoorde, de weg kwijt was, ontheemd zo zonder hok, til of soortgenoten. En dat op een troosteloze locatie waar vreemd rechtopstaande wezens op lange stelten met bijna net zo lange grijppoten medicatie uit een muur scoren. Pillen of poeders die hun kwalen moeten genezen, pijnen of gekten verdrijven. Wat mot je hier als duif?
De blik op de weerloze vogel die op deze treurplek beschutting dacht te vinden, overspoelde mij met erbarmen. De hardheid van Het Bestaan projecteerde zich op dit tere, gevederde vredessymbool. Het greep me dusdanig aan dat ik overwoog als een uitgehongerde neanderthaler in één woeste beweging al mijn zojuist gescoorde pillen in mijn mondholte te stouwen en knarsend weg te schransen ten einde van al het aardse gelazer af te zijn. (Dit schrijfsel bewijst dat ik daarvan afzag.)
zondag 18 juni 2023
Ballen
Bij de naam Wilson moet ik altijd denken aan de film Cast Away waarin Tom Hanks de hoofdrol vertolkt. Na het neerstorten van zijn FedEx transportvliegtuig spoelt Hanks, als enig overlevende, aan op een onbewoond tropisch eiland waar hij lange tijd volkomen geïsoleerd zal vastzitten. Even later spoelen nog wat goederen aan uit het gecrashte vliegtuig waaronder een leren bal van Wilson, een gerenommeerd Amerikaans sportartikelenmerk. Getroebleerd door immense eenzaamheid, krijgt Hanks steeds meer gevoel voor die aangespoelde bal, sluit hij er diepe vriendschap mee, spreekt 'm aan met ‘Mister Wilson’ en stort zijn hart uit tegenover hem.
Hieraan moet ik denken als ik vanaf het strand kijk naar een jong stel dat elkaar, kuitdiep in de golfjes van het Markermeer, een bal toewerpt. Het is een rugbybal van, jawel, het merk Wilson. De jongeman is zo te zien een echte sportgozer. Zijn vriendin lijkt minder sportief, moet het meer van haar verschijning hebben. Een echte babe, zeker in haar citroengele veterbikini. Hij instrueert haar bij herhaling hoe ze het beste zo'n rugbybal kan werpen, wat inderdaad geen makkie is vanwege de puntige eivorm. Zijn voorbeeldige worp doet de bal steeds strak door het zwerk suizen. Maar bij haar gooi fladdert diezelfde bal als een torenkraai met vogelgriep. Wat voor aanwijzingen hij ook geeft, hoe hij ook probeert te schaven aan haar houding of handgreep, het lukt zijn vriendin maar niet om met die rugbybal tot een strakke worp te komen. Balen dus. Ik zie dan ook aan alles dat zij het beu begint te worden, dat ze naar haar strandlaken verlangt, zich erop neer wil vlijen, behaaglijk uitstrekken in de zon, in laten smeren met factor 50 - haar velletje is licht - om ten slotte met rust gelaten te worden. Misschien verlangt ze voor heel eventjes naar een onbewoond tropisch eiland, zónder bal.
Hieraan moet ik denken als ik vanaf het strand kijk naar een jong stel dat elkaar, kuitdiep in de golfjes van het Markermeer, een bal toewerpt. Het is een rugbybal van, jawel, het merk Wilson. De jongeman is zo te zien een echte sportgozer. Zijn vriendin lijkt minder sportief, moet het meer van haar verschijning hebben. Een echte babe, zeker in haar citroengele veterbikini. Hij instrueert haar bij herhaling hoe ze het beste zo'n rugbybal kan werpen, wat inderdaad geen makkie is vanwege de puntige eivorm. Zijn voorbeeldige worp doet de bal steeds strak door het zwerk suizen. Maar bij haar gooi fladdert diezelfde bal als een torenkraai met vogelgriep. Wat voor aanwijzingen hij ook geeft, hoe hij ook probeert te schaven aan haar houding of handgreep, het lukt zijn vriendin maar niet om met die rugbybal tot een strakke worp te komen. Balen dus. Ik zie dan ook aan alles dat zij het beu begint te worden, dat ze naar haar strandlaken verlangt, zich erop neer wil vlijen, behaaglijk uitstrekken in de zon, in laten smeren met factor 50 - haar velletje is licht - om ten slotte met rust gelaten te worden. Misschien verlangt ze voor heel eventjes naar een onbewoond tropisch eiland, zónder bal.
zondag 11 juni 2023
Vrijwilligers
Heimelijk ben ik op zoek naar iemand die dagelijks een potje voor me kookt. Dat hoeft niet ingewikkeld, hoor. Gewone Hollandse pot is prima, nu en dan afgewisseld met de Aziatische of andere wereldkeuken. Ik ben geen fijnproever dus het is al gauw goed. Eén uitzondering: vlees is passé in een ontwikkelde, diervriendelijk samenleving, zeker als er smakelijke alternatieven zijn. Wat ik verder van de kok of kokkin verlang, is dat hij of zij zijn/haar waffel houdt en geruisloos te werk gaat. Dus komen, koken, opdienen en aftaaien. Indien men daar plezier in heeft, mag het vertrek schrijdend achterwaarts gebeuren, al dan niet licht buigend zoals aan oude hoven - het leven is deels spel. De afwas hoeft weer niet, daar zorg ik zelf voor. Het is bij mij dan ook niet zo zeer luiheid, maar meer het verlangen naar afwisselende, geruisloze interactie die ook nog 'ns resultaat oplevert.
Min of meer desgelijks ben ik op zoek naar liefhebbers die op gezette tijden mijn gazonnetje maaien, de badkamer en het toilet reinigen, computerprobleempjes oplossen, beetje schilderwerk verrichten, of mensen die bereid zijn als chauffeur, schaakpartner of bijslaap te fungeren. Voor alle vrijwilligers geldt: aanwezig zijn, vriendelijkheid uitstralen en zwijgen.
Schreef ik liefhebbers en vrijwilligers? Klopt, men krijgt er geen vergoeding voor. Diegenen die zich geroepen voelen, doen dit omdat ze dit soort klusjes best bevredigend vinden, gecombineerd met het verlangen kortstondig en grotendeels zwijgend in mijn private leefsferen door te brengen.
Eventuele belangstellenden kunnen hieronder reageren. Mijn erkentelijkheid zal groot zijn.
Min of meer desgelijks ben ik op zoek naar liefhebbers die op gezette tijden mijn gazonnetje maaien, de badkamer en het toilet reinigen, computerprobleempjes oplossen, beetje schilderwerk verrichten, of mensen die bereid zijn als chauffeur, schaakpartner of bijslaap te fungeren. Voor alle vrijwilligers geldt: aanwezig zijn, vriendelijkheid uitstralen en zwijgen.
Schreef ik liefhebbers en vrijwilligers? Klopt, men krijgt er geen vergoeding voor. Diegenen die zich geroepen voelen, doen dit omdat ze dit soort klusjes best bevredigend vinden, gecombineerd met het verlangen kortstondig en grotendeels zwijgend in mijn private leefsferen door te brengen.
Eventuele belangstellenden kunnen hieronder reageren. Mijn erkentelijkheid zal groot zijn.
zondag 4 juni 2023
Hatsjikidopolos
De afgelopen dagen verbleef ik op een Grieks eiland. Zo’n molshoop uit zee is eigenlijk een soort Helleens Madurodam: alle schoonheid verzameld op een klein oppervlak. De eilanden - pakweg zesduizend stuks, de meeste onbewoond - in de turkooizen, zonovergoten wateren van de Ionische of Egeïsche Zee zijn voor mij daarom magnetisch. Velen zijn het fel oneens met me, maar ik vind elke vierkante meter van de Griekse archipel mooier dan alle 41.543 miljoen vierkante meters die heel Nederland vormen. Toegegeven, wij kaaskoppen kennen wereldberoemde kunstschilders die ons landschap flatteus en sfeervol hebben weergegeven. Maar als diezelfde kunstenaars op sprookjesachtige eilanden als Hatsjikidopolos, Lelyfalonia of Fantasticoros hadden geleefd dan hadden ze pure kitsch geproduceerd, óf waren ze compleet doorgedraaid. Het is er gewoon té mooi. Ieder gepleisterd muurtje is er té wit, elk geschilderd raamluik té in your face, en dat geldt ook voor ieder kerkkoepeltje, elke druif of olijf en ieder golfje zeewater: té blinkend, té helder, té zoet, té geurig, té veel schittering.
Zoals gezegd, het is er optisch te fraai om na te bootsen. De oude Grieken begrepen dat zelf dondersgoed. Daarom legden zij zich vooral toe op het schilderen van iconen, een orthodox-religieuze kunstvorm waarbij naturalisme en diepte nauwelijks van belang zijn. Anders dan de Hollandse meesters hadden ze aan de natuurlijke weergave totaal geen boodschap, want 's lands pracht kon je toch niet vangen. Sterker, in plaats van al dat aardse schoons te dupliceren, stelden wijsgerige Grieken er veel liever vragen over, turend naar hun flonkerende sterrenhemel en transparante wateren. Dit alles in de hoop op meer inzicht en wijsheid, iets wat we filosoferen zijn gaan noemen. En dat is dan ook precies wat ik er, starend vanaf menig rustbankje, de afgelopen dagen probeerde. Met matig succes overigens.
zondag 21 mei 2023
Gif
Ieder z’n smaak, ook bij tuinen. Mijn favoriet komt uit Engeland, de cottagetuin. Hoe je die definieert weet ik niet, maar ik stel voor: organische lijnen, licht rommelig met in het groeiseizoen een potpourri aan bloeiende planten van ongelijke hoogten, gras(sen), amper zichtbare aarde en een minimum aan tuintegels. Kortom, kijk je wel eens naar tv-programma's waarin een strakke tuin-make-over, dan gaat mijn voorkeur uit naar het tegenovergestelde van het getoonde resultaat.
In een beetje cottagetuin hoort beslist digitalis, beter bekend als vingerhoedskruid. Een tweejarige die in het voorjaar uit de lage begroeiing omhoogschiet. Je komt ze ook vaak tegen in vochtige bosgebieden in de kleuren wit, zachtgeel, roze of purper. Ze zijn zowel sprookjesachtig als spannend. Het laatste vanwege hun gif dat in voldoende hoeveelheden zelfs dodelijk kan zijn. Uitkijken dus, zeker met rondkruipende ukkies die de wereld willen ontdekken en van alles in hun mond stoppen.
In mijn stadstuintje heb ik vaak getracht vingerhoedskruid als vaste bewoner te krijgen. Gekocht in het tuincentrum, kwekelingen van kennissen, zelf gezaaid: een en al droefenis. Ik had me dan ook allang verzoend met deze (en vele andere) mislukkingen. Maar ineens schiet dit voorjaar gratis en voor niets de digitalis op meerdere plekken uit mijn landgoed. Kennelijk zijn de zaden aangewaaid of overgebracht door insecten dan wel vogels. Ik ben de natuur dan ook mateloos dankbaar.
Je hoort vaak zeggen dat een mens krijgt wat-ie verdient. Maar wat betekent het als je van Moeder Natuur oogstrelende, maar in potentie dodelijke tuinplanten cadeau krijgt?
In een beetje cottagetuin hoort beslist digitalis, beter bekend als vingerhoedskruid. Een tweejarige die in het voorjaar uit de lage begroeiing omhoogschiet. Je komt ze ook vaak tegen in vochtige bosgebieden in de kleuren wit, zachtgeel, roze of purper. Ze zijn zowel sprookjesachtig als spannend. Het laatste vanwege hun gif dat in voldoende hoeveelheden zelfs dodelijk kan zijn. Uitkijken dus, zeker met rondkruipende ukkies die de wereld willen ontdekken en van alles in hun mond stoppen.
In mijn stadstuintje heb ik vaak getracht vingerhoedskruid als vaste bewoner te krijgen. Gekocht in het tuincentrum, kwekelingen van kennissen, zelf gezaaid: een en al droefenis. Ik had me dan ook allang verzoend met deze (en vele andere) mislukkingen. Maar ineens schiet dit voorjaar gratis en voor niets de digitalis op meerdere plekken uit mijn landgoed. Kennelijk zijn de zaden aangewaaid of overgebracht door insecten dan wel vogels. Ik ben de natuur dan ook mateloos dankbaar.
Je hoort vaak zeggen dat een mens krijgt wat-ie verdient. Maar wat betekent het als je van Moeder Natuur oogstrelende, maar in potentie dodelijke tuinplanten cadeau krijgt?
![]() |
Vingerhoedskruid schiet ineens uit mijn borders omhoog, gratis en voor niets. |
![]() |
Als reactie op dit bericht stuurde mijn lieve nicht uit Dwingeloo dit prachtige plaatje van een purperen digitalis, genomen in haar voortuin. |
zondag 14 mei 2023
Bandeloos
Mijn autootje was aan nieuw schoeisel toe. Aangezien ik hiervoor geen vast 'mannetje' heb, dook ikzelf op de wie-wat-waar-vraag. Ten eerste: welke bandenboer? De ene aanbieder krijgt mooie reviews, maar de andere vraagt voor dezelfde bandenset en arbeid een paar tientjes minder. Dan de banden zelf. Hun maat is uitgangspunt, maar daarvoor moet je wel met je knietjes op de kasseien (leesbril erbij) om hem af te kunnen lezen op het ingedroogde en versleten rubber. Vervolgens komt de keuze tussen zomer-, winter- of 4-seizoenenbanden. Dan zijn er nog de verschillende merken. De A-merken zijn mij wel zo’n beetje bekend, maar het aanbod van budgetrubber is ook interessant. Dus ga je voor de gevestigde orde of een goedkoper alternatief? Daarna laat internet je ook nog nadenken over je prioriteiten. De ene band maakt weinig rolgeluid maar scoort matig met brandstofgebruik. De ander doet het qua brandstof juist goed, maar krijgt minpunten bij regen. Het is, kortom, een bos met veel bomen, voor iemand met mijn besluitvaardigheid een energievretende queeste.
De keuze gemaakt – vier Vredestein Ultrac zomerbanden, 185x55xR15 82H – scrolde ik aan de wachttafel van KwikFit door De Telegraaf (ander leesvoer ontbrak) terwijl uit de werkplaatsen het geratel van pneumatische wheel guns stevig doorklonk.
De keuze gemaakt – vier Vredestein Ultrac zomerbanden, 185x55xR15 82H – scrolde ik aan de wachttafel van KwikFit door De Telegraaf (ander leesvoer ontbrak) terwijl uit de werkplaatsen het geratel van pneumatische wheel guns stevig doorklonk.
Een half uur later reed ik weer op huis aan. Me afvragend of het nieuwe rubber voor een andere rijbeleving zorgde, werd ik ingehaald door een zwarte Audi Q7 voorzien van zodanig brede banden dat ze niet zouden misstaan op een Formule 1-bolide. De monsterlijke SUV werd bestuurd door een man die op Humberto Tan leek. Eén meter boven het gewone volk verheven, passeerde hij me met een snelheid die ver boven de wet lag. Terwijl Humberto zijn Q7 zo voortjoeg, wierp diens imposante schoeisel een steentje op dat tegen mijn voorruit ketste. Zag ik nou een pitje in het glas?
Geen mens die het hoorde, maar mijn gescheld was bandeloos.
Geen mens die het hoorde, maar mijn gescheld was bandeloos.
zondag 7 mei 2023
Anne Frank
Mijn verkering en ik bewandelen een zogenaamd klompenpad, een bewegwijzerde route over landelijke, veelal onverharde weggetjes. Dit keer lopen we door het lommerrijke gebied iets ten zuiden van Schaarsbergen. De route voert ons langs hotel Groot Warnsborn dat geheel door bladgroen wordt omlijst. Dit riante buitenverblijf gepasseerd, wandelen we over het bijbehorende landgoed, een lustoord met elegante gazons, kleurrijke bloemperken, tierelierende vogels en bruisende waterloopjes waarover romantische boogbruggetjes. Bij zo’n houten bruggetje staat een informatiebord. Het vertelt ons dat Anne Frank en haar vader Otto in september 1941 korte tijd in dit etablissement logeerden. Het bewijs daarvoor leverde een ansichtkaart, waarop een afbeelding van het hotel, die Anne destijds naar haar in Amsterdam gebleven moeder Edith stuurde. Ze beschreef daarop hoe fijn ze het verblijf hier vond. De ansicht dook na de oorlog op in Bazel waar Otto Frank - het enige gezinslid dat de oorlog overleefde - in 1952 naartoe verhuisde. De kaart is nog immer in Zwitserse conservatie. Een duplicaat was ook lange tijd te bewonderen in het Anne Frankhuis en is nu - commercieel slim - te zien in dit hotel.
Anne.
Jemig! Dus waar wij staan, misschien wel op exact dezelfde plek in deze betoverende landgoedtuin, huppelde die later door haar dagboek zo beroemde deerne rond tijdens haar korte vakantie met paps. Gewend aan druk Amsterdam, heeft ze hier in 1941, zoals ze aan mams schreef, genoten van de idylle rondom hotel Groot Warnsborn. Wat een gruwelijk contrast moet dat geweest zijn met Bergen-Belsen waar ze een kleine drie jaar later, op haar vijftiende, samen met haar achttienjarige zus Margot belandde. En, ja sorry hoor, meteen sla ik weer aan het fantaseren. Over hoe Anne Frank in haar terminale fase - angstig, verhongerd, vervuild, lijdend aan vlektyfus - tijdens haar laatste koortsdromen nog eventjes terug was bij de bruisende beekjes, tierelierende vogels, kabbelende waterpartijen en romantische boogbruggetjes van Groot Warnsborn.
Jemig! Dus waar wij staan, misschien wel op exact dezelfde plek in deze betoverende landgoedtuin, huppelde die later door haar dagboek zo beroemde deerne rond tijdens haar korte vakantie met paps. Gewend aan druk Amsterdam, heeft ze hier in 1941, zoals ze aan mams schreef, genoten van de idylle rondom hotel Groot Warnsborn. Wat een gruwelijk contrast moet dat geweest zijn met Bergen-Belsen waar ze een kleine drie jaar later, op haar vijftiende, samen met haar achttienjarige zus Margot belandde. En, ja sorry hoor, meteen sla ik weer aan het fantaseren. Over hoe Anne Frank in haar terminale fase - angstig, verhongerd, vervuild, lijdend aan vlektyfus - tijdens haar laatste koortsdromen nog eventjes terug was bij de bruisende beekjes, tierelierende vogels, kabbelende waterpartijen en romantische boogbruggetjes van Groot Warnsborn.
Met m'n gedachten nog in de weerzinwekkende barakken van Bergen-Belsen (ook zus Margot bezweek er), sluit ik langzaam aan bij mijn verkering die iets verderop bezig is een stel dobberende mandarijneenden op de kiek te zetten. Deze kleurrijke exoten kwamen hier tijdens de oorlogsjaren nog niet voor. Pas later - na ontsnapping uit gevangenschap - vestigden de prachtvogels zich in verwilderde vorm permanent op dit landgoed. Maar dat was dus ver na Anne's tijd, wat jammer is. Ze had ze vast heel mooi gevonden.
![]() |
Anne's kaart. De achterzijde is door haar geheel vol geschreven. |
zondag 30 april 2023
Dystopie
Schattig, dat woord gebruik je als kerel niet snel. De dames wel, die vinden veel schattig. Meisjesmeisjes hebben het, Angelsaksisch georiënteerd als ze zijn, dan zelfs vaak over cute, wat eigenlijk nog schattiger klinkt.
Maar goed, ‘schattig’ dus. Van de mannelijke kunne zijnde, gooi ik dat woord nu ook maar eens in de groep, want de muizen die ik tijdens de ochtend- of avonduren vaak over mijn terras zie scharrelen zíjn het gewoon. Pietepeuterig, gestoken in een grijs fluwelen hansopje, voorzien van kraaloogjes, Mickey Mouse-oortjes, snoezige snorhaartjes, koddig staartje en grappige grijppootjes. Ze trippelen, snuffelen en soms staan ze als stokstaartjes op hun achterpootjes rond te kijken. Schattig. Wonen doen ze onder mijn woning of ergens in een spouwmuur. Dat weet ik omdat ik ze bij gevaar altijd zie sprinten naar het luchtroostertje in de muur onder mijn raam. Dat geeft wel enige reden tot zorg, want wat doen ze daar? Misschien wel snoeren doorknagen, muurisolatie beschadigen, piesen, poepen, ziektes verspreiden. Wat ze daar vooral zullen doen, is zich vermeerderen. En dan zijn de rapen gaar, want hoe innemend ook, je wilt geen kolonie onder je huis.
Maar goed, ‘schattig’ dus. Van de mannelijke kunne zijnde, gooi ik dat woord nu ook maar eens in de groep, want de muizen die ik tijdens de ochtend- of avonduren vaak over mijn terras zie scharrelen zíjn het gewoon. Pietepeuterig, gestoken in een grijs fluwelen hansopje, voorzien van kraaloogjes, Mickey Mouse-oortjes, snoezige snorhaartjes, koddig staartje en grappige grijppootjes. Ze trippelen, snuffelen en soms staan ze als stokstaartjes op hun achterpootjes rond te kijken. Schattig. Wonen doen ze onder mijn woning of ergens in een spouwmuur. Dat weet ik omdat ik ze bij gevaar altijd zie sprinten naar het luchtroostertje in de muur onder mijn raam. Dat geeft wel enige reden tot zorg, want wat doen ze daar? Misschien wel snoeren doorknagen, muurisolatie beschadigen, piesen, poepen, ziektes verspreiden. Wat ze daar vooral zullen doen, is zich vermeerderen. En dan zijn de rapen gaar, want hoe innemend ook, je wilt geen kolonie onder je huis.
Moet ik daarom aan de gang met muizenvallen? Of met gif? Een verdelger inhuren? Deze maatregelen stuiten me nogal tegen de borst, want tsja: schattig. En ze hebben kindertjes, die nog schattiger zijn, die ze goed verzorgen en beschermen, want hoe klein ook, muizen zijn zoogdieren en dus liefdevolle ouders. Net als wolven en dassen, soorten die in ons landje overigens ook voor problemen zorgen. Om maar te zwijgen over het doel dat mijn eigen soort lijkt na te jagen. Zie titel.
zondag 23 april 2023
Basaal
Op de deurmat ligt een witte enveloppe. Beste Buren! staat met balpen in de linkerbovenhoek geschreven, heel basaal. De omslag bevat een dubbelgevouwen A5je: een printje waarop een zwarte dame, ergens in de dertig, mij verlegen lachend aankijkt. Haar foto wordt begeleid door onderstaande tekst.
IK BEN JACKELINE EN IK WIL JE THUIS SCHOONMAKEN!
Hallo! Mijn naam is Jackeline.ik ben domincanse en ik woon in Karveel . Ik ben nieuw in buurt en ik ben op zoek naareen baan.
Ik kan wel een kleine engels spreken, als je iemand nodig hebt voor een goed diepe reiniging, ben ik beschikbaar.
EEN ONBERISPELIJKE WONIGOF KANTOOR!! BEL ME…
Contact phone 06 [……..]
$50 euro eerst 3 uur.
DANK VOOR UW VOORKEUR!!!
Over dit tekstje kan ik best lollig doen, neem alleen al de eerste zin. Maar hier doet iemand serieus poging een leven op te bouwen, een niéuw leven. Ze heeft een onbekende afslag genomen en nu, in deze vreemde omgeving, zoekt ze levensonderhoud, veiligheid en een beetje perspectief, heel basaal.
Ik ken deze vrouw niet. Ondanks haar foto en dat ‘Beste Buren!’ op de enveloppe is er bij mij geen herkenning. Toch zou ik Jackeline graag eens tegenkomen in mijn straatje. Niet dat ik huishoudelijke hulp behoef - nóg niet -, maar om haar geluk en succes te wensen, heel basaal.
IK BEN JACKELINE EN IK WIL JE THUIS SCHOONMAKEN!
Hallo! Mijn naam is Jackeline.ik ben domincanse en ik woon in Karveel . Ik ben nieuw in buurt en ik ben op zoek naareen baan.
Ik kan wel een kleine engels spreken, als je iemand nodig hebt voor een goed diepe reiniging, ben ik beschikbaar.
EEN ONBERISPELIJKE WONIGOF KANTOOR!! BEL ME…
Contact phone 06 [……..]
$50 euro eerst 3 uur.
DANK VOOR UW VOORKEUR!!!
Over dit tekstje kan ik best lollig doen, neem alleen al de eerste zin. Maar hier doet iemand serieus poging een leven op te bouwen, een niéuw leven. Ze heeft een onbekende afslag genomen en nu, in deze vreemde omgeving, zoekt ze levensonderhoud, veiligheid en een beetje perspectief, heel basaal.
Ik ken deze vrouw niet. Ondanks haar foto en dat ‘Beste Buren!’ op de enveloppe is er bij mij geen herkenning. Toch zou ik Jackeline graag eens tegenkomen in mijn straatje. Niet dat ik huishoudelijke hulp behoef - nóg niet -, maar om haar geluk en succes te wensen, heel basaal.
zondag 16 april 2023
Passage
Op stille plekken, tijdens natuurwandelingen, valt me op hoe vaak men elkaar groet. We krullen onze mondhoeken, knikken het hoofd of zeggen iets. Op drukkere plekken, zoals in stadscentra, doen we dat weer niet. Logisch, je kunt daar wel aan de gang blijven.
Interessanter wordt 't wanneer het noch stil noch druk is. Waar ligt het omslagpunt waarop je elkaar wel of niet groet, en vooral waarom?
Antropologen zullen betogen dat afkomst en regio een belangrijke rol spelen. In sommige beschavingen behoort een uitgebreide groet tot de adat, soms is zelfs een praatje verplicht. In andere culturen is knipperen met de ogen al het toppunt van hartelijkheid. Biologen zullen aanvoeren dat de oorzaak ligt bij onze aangeboren verschillen. De ene persoon is van nature amicaal en voorkomend, de andere een hork. Filosoof Peter Singer gaat in dat verband nog een stapje verder: ‘De grootste leugen die we elkaar vertellen, is gelijkheid.’ Sociologen zullen zich weer richten op de omstandigheden waaronder vreemden elkaar passeren op neutraal terrein. De ene is bijvoorbeeld in een opgewekte bui omdat-ie net vrij is verklaard van kankercellen, terwijl de andere juist naar binnen gekeerd rondloopt op weg naar de oncoloog. Gevolg: de een groet, de ander kijkt stuurs naar de grond.
Gisteravond, op een halfduister trottoir, naderde mij een geblokte man. Hij had zijn capuchon op, daaronder zag ik heen en weer schietende kijkers en geknepen lippen. Onder zijn kin leek een angstaanjagend zwart gat te zitten, maar dichterbij gekomen bleek het een donkere keeltatoeage. Aan zijn rechterzijde liep een vechthond. Ik keek strak voor me uit, zwijgend. Híj was het die tijdens onze passage een beleefd 'goedenavond meneer' liet vallen. En zijn hond kwispelde.
Interessanter wordt 't wanneer het noch stil noch druk is. Waar ligt het omslagpunt waarop je elkaar wel of niet groet, en vooral waarom?
Antropologen zullen betogen dat afkomst en regio een belangrijke rol spelen. In sommige beschavingen behoort een uitgebreide groet tot de adat, soms is zelfs een praatje verplicht. In andere culturen is knipperen met de ogen al het toppunt van hartelijkheid. Biologen zullen aanvoeren dat de oorzaak ligt bij onze aangeboren verschillen. De ene persoon is van nature amicaal en voorkomend, de andere een hork. Filosoof Peter Singer gaat in dat verband nog een stapje verder: ‘De grootste leugen die we elkaar vertellen, is gelijkheid.’ Sociologen zullen zich weer richten op de omstandigheden waaronder vreemden elkaar passeren op neutraal terrein. De ene is bijvoorbeeld in een opgewekte bui omdat-ie net vrij is verklaard van kankercellen, terwijl de andere juist naar binnen gekeerd rondloopt op weg naar de oncoloog. Gevolg: de een groet, de ander kijkt stuurs naar de grond.
Gisteravond, op een halfduister trottoir, naderde mij een geblokte man. Hij had zijn capuchon op, daaronder zag ik heen en weer schietende kijkers en geknepen lippen. Onder zijn kin leek een angstaanjagend zwart gat te zitten, maar dichterbij gekomen bleek het een donkere keeltatoeage. Aan zijn rechterzijde liep een vechthond. Ik keek strak voor me uit, zwijgend. Híj was het die tijdens onze passage een beleefd 'goedenavond meneer' liet vallen. En zijn hond kwispelde.
zondag 9 april 2023
Regenboogkleuren
Pasen is een leuk feest, althans wanneer je wegkijkt van Het Verhaal: de arrestatie en kruisiging van Jezus met de dood tot gevolg, vervolgens Zijn herrijzenis als opstap naar het eeuwige leven. Maar zonder deze christelijke mare te kort te willen doen, is het voor de meeste mensen toch slechts een vrolijk lenteweekend met, in tegenstelling tot andere feestdagen, niet al te veel sociale verplichtingen. Je verft een paar eieren, ontbijt of bruncht ergens en slentert langs autoshowrooms, woonboulevards en tuincentra. Die paaseitjes zijn gelukkig nooit in saai zwart of grijs uitgevoerd, iets waar tegenwoordig auto’s, keukens, badkamers en terrasmeubels juist wel patent op hebben. Daarentegen zie je ze in alle vrolijke kleuren van de regenboog. Daarmee moet je overigens wel oppassen, voor je het weet nemen aanhangers van een andere god er aanstoot aan. Trouwens, intrinsiek kun je op al die eieren ook zo je bedenkingen hebben. Gezellig hoor, het versieren en verorberen van kipproducten, maar denkend aan gehokte legbatterijen is hier sprake van gruwelijke dierenmishandeling. Chocolade-eitjes dan maar? Ik ben er verslaafd aan, maar wereldwijd schijnt cacaoteelt grote misstanden te veroorzaken onder keuterboeren ver weg. En dan heb ik het nog niet eens over de mondiale milieuschade - de kleurrijke zilverfolie waarin feestdagenchocolade is verpakt blijkt o zo moeilijk afbreekbaar.
Het is, kortom, het beste je rond de opstanding van de heilige timmermanszoon tijdelijk te ontdoen van muizenissen. Anders ben je met de paas het haasje, wat eigenlijk best een eiig woordgrapje is.
Het is, kortom, het beste je rond de opstanding van de heilige timmermanszoon tijdelijk te ontdoen van muizenissen. Anders ben je met de paas het haasje, wat eigenlijk best een eiig woordgrapje is.
Abonneren op:
Posts (Atom)