maandag 30 december 2013

Neanderthaler

Het dreigt mis te gaan met dit blog. Als ik een nieuw bericht wil plaatsen krijg ik de laatste tijd steevast de melding: Error: Possible problem with your *.gwt.sml module file. Daarna volgt een welhaast nog robotachtiger koeterwaals dat eindigt met de waarschuwing Expect more errors, wat me overigens een hele treffende definitie van ons hele bestaan lijkt, maar dat terzijde.
Geen idee wat hier gaande is, maar bemoedigend klinkt het allerminst. Ook geen idee bij wie ik hiervoor te rade kan. De aanbieder van dit format (blogspot.com) woont namelijk in Amerika en heeft zich kennelijk achter zijn couch verstopt, want hij geeft niet thuis. En zelf ben ik een neanderthaler die de wereld van eenen en nullen probeert te overleven onder het Cruyffiaanse motto ‘het gaat goed tot het fout gaat’, wat bewijst hoe eenzaam een mens kan zijn - bij geboorte, dood én computerproblemen.
Dus mochten er zonder verdere waarschuwing ineens geen nieuwe berichten meer verschijnen op dit blog, dan weet men hoe het zit: de techniek laat het afweten, of ik. Vandaar nu alvast een welgemeende wens aan mijn miljoenenpubliek: een goed 2014.


vrijdag 27 december 2013

Aandacht

Een prettig huishoudelijke klusje is, vind ik, het reinigen van de afstandsbediening. Je kunt het in je luie stoel doen, lekker bij de kachel, mooi rustgevend muziekje op en een glas rooibosthee onder handbereik. Geconcentreerd pielend met een reinigingsdoekje tussen knopjes en toetsen, ontdoe je je remote van vette vingers die zijn ontstaan door het gelijktijdig zappen, nuttigen van borrelnootjes en pulken aan je neus. Een prima oefening in mindfulness, zou mijn psychotherapeut gezegd kunnen hebben. ‘Vergeet alles om je heen en heb liefdevol aandacht voor slechts dat ene,’ sprak ze vaak zalvend.
Ben je klaar met de afstandsbediening van de televisie, kun je op dezelfde manier verder met die van de geluidsinstallatie of de dvd-speler. En waarom niet meteen gelijk ook de huistelefoon en het toetsenbord van de computer? Vieze vette vingerafdrukken all over. En ook die bestrijd je het beste met liefdevolle aandacht, volgens de mindfulness-methode van meditatiegoeroes. Waak hierbij wel voor het ontwikkelen van smetvrees; voor je het weet ben je dáárvoor onder behandeling.


maandag 23 december 2013

Reddingsboei

Een van de meest aaibare wezens is ongetwijfeld de orang-oetan. Vooral de jonkies oefenen grote aantrekkingskracht uit. Hun aanhankelijkheid, onschuld, aandoenlijkheid plus de hartverwarmende looks van een schattig kindje met Down (met die fluwelen oogplooitjes) doen menigeen smelten. Tel daarbij op dat zo’n baby-orang-oetan niets liever doet dan zich vol overgave aan je vastklampen alsof je zijn reddingsboei bent. Het maakt van alles in je los: vader, moeder, Jezus, Batman, Lenie ’t Hart, David Attenborough, beschermer, hoeder van het onschuldige, verdediger tegen het kwade, leider van de opstand tegen ongerechtigheid, vechter voor een betere wereld. Wellicht is dat ook de reden waarom politieke leiders - waaronder enkele zeer bedenkelijke - altijd druk in de weer waren met pandabeertjes, babytijgers of herdershond Blondi, vooral met camera’s in de buurt. Geen betere pr dan dierenliefde. Als Marianne Thieme dagelijks met een orang-oetan-baby in de Tweede Kamer verschijnt, wordt haar partij bij de volgende verkiezing geheid de grootste. Harten winnen is niet moeilijk. Houden wel.



Ik wens iedereen plezierige feestdagen.

vrijdag 20 december 2013

Talent

In mij woont een virtuoos gitaarspeler. Bewijzen kan ik dat echter niet, want ik beheers geen enkel akkoord daar ik nooit serieus aan het tokkelen sloeg. Was dat wel gebeurd dan hadden niet Eric Clapton, Jimi Hendrix, B.B. King, The Edge of Jimmy Page alle wereldpodia plat gespeeld, maar ik! Jammer, jammer. Dat zie je ook in de sport. Usain Bolt is werelds snelste sprinter, maar vermoedelijk rennen alleen al in de Nigerdelta een dozijn jongemannen sneller dan de beroemde Jamaicaan. In plaats van sprintkanon werden deze getalenteerden echter veehoeder of marktverkoper. In het oerwoud van Nieuw-Guinea leven waarschijnlijk tientallen Papoea’s die genialer zijn dan Magnus Carlsen, de Noorse schaakgrootmeester en huidige wereldkampioen. Jammer genoeg hebben de meeste Papoea’s nog nooit paarden, lopers en pionnen gezien. Serena Williams en Rafael Nadal zijn op moment van schrijven de nummer 1 tennissers van de wereld. Maar zodra de gehele jeugd van Mongolië per direct tennisles krijgt, kukelen Williams en Nadal in sneltreinvaart uit de top 100. Conclusie: alle wereldsterren danken hun faam aan de afwezigheid van anderen, zoals de gitaarspeler in mij.


dinsdag 17 december 2013

Teambuilding

Natuurgebied Oostvaardersplassen oogt kaalgevreten en troosteloos. Ik sta in observatiehut De Zeearend, alleen, en kijk met geknepen ogen naar het panorama: scharrelende ganzen met op de achtergrond konikpaarden die hun schaduwen voortslepen over een stoppelige grasvlakte.   
Na een minuut of tien zwaait de deur van de observatiehut open waarna een groep druk keuvelende lieden binnenstapt. Weg stilte! Al snel is mij duidelijk wat hier gaande is: een stel kantoortijgers tijdens een bedrijfsuitje of dagje teambuilding. Een rijzige heer met een snor lijkt opperhoofd. “Nee, ik heb de stukken van de Raad van Bestuur nog niet ingezien,” hoor ik Winnetou oreren terwijl hij in de verte tuurt. Een gezette pennenlikster fluistert net niet zacht genoeg tegen haar buurvrouw: “Ze zijn niet erg proactief in het evaluatieteam.”
Gesprekken bij de koffieautomaat, daar hoef je niet voor naar de Oostvaardersplassen. Ik gok dat het gezelschap straks, op de terugweg naar hun kantoortuin, ergens gaat zitten wokken. De zaak betaalt, dus uiteindelijk de klant.


zondag 15 december 2013

Kindje

Onlangs zag ik een echo van een mensje in de maak. Moeders was nog geen drie maanden ver en het wurm had, schat ik, amper het formaat van een Playmobilpoppetje. Alles erop en eraan. We noemen dat een wonder, want het is nauwelijks te bevatten dat zo’n wurm uiteindelijk tot mens uitgroeit, misschien wel tot een bouwvakker, politieagent, verpleegster, prinses of piraat. Sorry, maar bij Playmobilpoppetjes denk ik al gauw aan dit soort figuren, die helaas doorgaans langer leven dan hun collega’s van vlees en bloed, maar dit terzijde.
Wonderlijk dus, zo klein en toch zo compleet, ofschoon dit alles zich door de wetenschap redelijk eenvoudig laat verklaren. Je kunt immers met behulp van een zwikkie elektronen, neutrino’s en quarks bij wijze van spreken een oceaanstomer ter grootte van een zandkorrel construeren - size doen n’t matter. Maar aan dat soort nuchtere verklaringen heb je natuurlijk geen enkele boodschap als je de aanstaande ouders bent van zo’n kindje in wording. Of grootouders. Hier nemen de emoties het geheel over. Misschien is dàt wel het grootste wonder.


donderdag 12 december 2013

Buitenland

Momenteel is Nederland het lelijke eendje van West-Europa. Ons weertype is grijs, we kopen foute treinen en straaljagers, hebben hoge hypotheekschulden en onze werkloosheid baart zorgen. Jazeker, er is vrijheid van meningsuiting, geaardheid en religie en we hebben een vangnet voor sociaal zwakkeren en nieuwkomers. Maar uitgerekend zíj kankeren het hardst. Nee, dan het buitenland.
Belgen maken er weliswaar eveneens een zooitje van, maar betalen minder belasting, en voetballen tegenwoordig beter. Scandinaviërs zijn welvarender en hebben ruimte zat. Engelsen hoeven de last van de euro niet te dragen en hun taal is leading. In Zwitserland is men niet alleen rijker, het is er ook schoner en veiliger. De Fransen? Die leven onder een dak met God. Spanjaarden, Portugezen, Italianen en Grieken hebben ook genoeg om over te zeiken, maar doen dat met een fles zelfbrouwsel in de schaduw van een olijfboom. Duitsers? Sonderklasse! Misschien dat Ieren en Oostenrijkers enigszins met ons zijn te vergelijken, maar zíj bezitten een echt landschap.
Voor het goede moet ik nu afronden met iets positiefs over Nederland. Vooruit dan: mijn AOW.


dinsdag 10 december 2013

Jezus

Het doen uitgaan van kerstkaarten is geen kattenpis. Het begint al met de keuze tussen decemberzegels en gewone. Decemberzegels zijn goedkoper maar slechts verkrijgbaar per 20, en zo groot is mijn kringetje niet. Overgebleven zegels bewaren voor volgend jaar is optie maar de kans op kwijtraken groot. Vervolgens sta ik voor de vraag welke-kaart-voor-wie? Het schattige roodborstje voor diervriendelijke A; een besneeuwd landschapje voor sfeergevoelige B; het oer-Hollandse ijsprettafereel voor gezellige C; iets abstracts voor kunstzinnige D. Maar waarom moeilijk doen, ik kan ook iedereen gewoon dezelfde afbeelding sturen, bijvoorbeeld kindeke Jezus of iets met engeltjes. Enne, wat schrijf ik? Ga ik voor een standaardtekst of iets persoonlijks? Het eerste is wat clichématig, maar vormt wél de kern. En stop ik de goede kaart wel in de juiste enveloppe? Ik wil mijn bejaarde schoonmoeder namelijk geen voorspoedige zwangerschap wensen. Ten slotte is daar nog de vraag wannéer ik mijn kerstpost verzend. Te laat, dan lijkt het of ik het bijna ben vergeten. Te vroeg, dan zou men kunnen denken dat ik mijn wenskaarten snel heb verstuurd om er maar vanaf te zijn. Het laatste.

   

zaterdag 7 december 2013

Zen

Ooit, toen het mijne kapot ging, had ik geen geld voor een nieuw scheerapparaat. Ik kocht daarom een bus scheerschuim en een wegwerpmesje. Veertig jaar later weet ik niet beter. Oké, het is niet groen, zo’n spuitbus en die plastic wegwerpmesjes. Maar het kost weinig, scheert glad en voelt fris. Ik ben daarmee geen uitzondering. Met name in grote steden scheert men zich graag nat, zo wees recent onderzoek uit, terwijl men in de provincie veelal gebruikt maakt van het stopcontact. Maar nu is er nieuwe trend: de old school barbier. Je laat je dan verwennen door zo’n mannetje die kromgebogen zijn scalpel over je kakement en langs je adamsappel laat glijden. Het schijnt een weldadige beleving te zijn, een beetje zen. Vooral bij de Randstedelijke culturele elite is het cool (sorry, en vogue) om de barbier te frequenteren. Het heeft er inmiddels dezelfde status als het niet bezitten van een eigen auto en periodiek offline zijn. Het nieuwe chique. Wie anno nu een Philishave en een Kia bezit en de hele dag twittert of facebookt, houdt daarover wijselijk zijn mond. Of scheert zich weg, naar de provincie.


woensdag 4 december 2013

Sinterklaas

Regelmatig loopt de man de dierenartsenpraktijk binnen. Zijn rode kater heeft namelijk zorg nodig: dieetvoer, vlooiendruppels, ontwormingstabletten. Aan de balie geeft hij dan zijn bestelling op aan de assistente. Routine. Maar vandaag ziet hij iets bijzonders. In een hoek van de ruime wachtkamer staan lege eetbakjes in alle soorten en maten. In die bakjes liggen kaartjes waarop (soms kinderlijk geschreven) de huis- en soortnaam van huisdieren. Dus: Bandit – hond. Of: Kimi – kat. Of: Fluffie – konijn. De man informeert naar het hoe en waarom. De assistente: “Dat is voor Sinterklaas. Wie hier z’n bakje heeft gezet en op 5 december tussen 14.00 en 15.00 uur langskomt, vindt er een verrassing in. Van de Sint! Misschien iets voor u?” De man laat een schampere lach vallen.
Naar huis fietsend denkt-ie: We zijn in dit land écht van de pot gerukt; overal in de wereld is ellende en wij vieren verdomme Sinterklaas met onze huisdieren!
Thuis, op de bank, vertelt (!) de man het verhaal aan zijn rode kater die, als altijd, op zijn schoot resideert. Vervolgens vraagt hij zich af hoe hij zonder gezichtsverlies alsnog een leeg eetbakje in de wachtkamer van de dierenartsenpraktijk kan leggen.



 

maandag 2 december 2013

Bontkraagjes

In een steegje staan een man en een vrouw voor een historisch gebouw. Senioren, een beetje chique. Zij draagt een stijlvolle baret, hij een rugzakje van Vaude. De vrouw leest aandachtig de tekst op een houten plaquette die aan de buitenmuur hangt. “Zozo, 14e eeuw,” hoor ik haar ontzagvol zeggen wanneer ik het duo achterlangs passeer. “Kom Juul,” spoort de man haar aan, “we hebben alles wel zo’n beetje gezien. Ik ben toe aan een glas, de R zit in de klok.” Hij heeft gelijk, het is na drieën. “We vinden wel iets gezelligs op de boulevard,” stelt Juul hem gerust.
Als ik even later over diezelfde boulevard wandel, weerklinkt vanuit het Dolfinarium het vrolijke geblaf van een zeehond. Jawel, van Harderwijk word je blij. Maar even later passeren mij twee Marokkaanse jongens. Breed lopend, bontkraagjes, witte gympen, getrimde haartjes, wolken duur herenparfum. De ene knaap zegt: “Zij moet niet zeiken weet je.” De ander spuugt op de grond. Ach wat jammer nou voor dit mooie zuiderzeestadje, denk ik. Want hardop zeggen mag je het niet.

vrijdag 29 november 2013

Vogelaars

Vriendin en ik brachten een week op Vlieland door. In een duinhuisje. We lazen en wandelden veel. Tijdens een van die wandelingen werden we bijkans omver gelopen door een groep hijgende mannen behangen met verrekijkers, telelenzen en geluidsapparatuur. Het nietsontziende gezelschap richtte zich op een vogeltje hoog in een dennenboom: een bergfluiter. Het beestje is kennelijk vrij zeldzaam, want de vogelaars waren er van heinde en ver voor naar Vlieland geroeid. Nieuwsgierig geworden, zagen wij, op hun aanwijzingen, de bergfluiter uiteindelijk ook. Een weinig opvallend diertje.
Twee dagen later in ons duinhuisje. Vriendin waste af, ik las de krant. Tja. Plots een harde bonk tegen de ruit. Buiten, op het terras, lag een vogeltje. Een heggenmus - géén familie van de huismus. Ik pakte het geknakte vogeltje op. Het arme beest ademde zwaar; het sidderde. Na een minuut of vijf borrelde, vanuit zijn bekje, een kwakje bloed op de muis van mijn hand, waarna de heggenmus wegzakte. Zijn doodstrijd was voorbij. Vriendin en ik begroeven het vogeltje naast het huis, onder een rozenbottelstruik in het duinzand. Niemand kwam kijken.



 

dinsdag 26 november 2013

Voetstappen

Mijn slaapkamer bevindt zich pal boven de huisdeur. Als ik vroeg wakker ben hoor ik hoe de krantenjongen zijn werk doet - altijd rond 06.00 uur, zelfs op zaterdag! Ik heb hem nog nooit gezien, ken slechts zijn geluiden: stoere voetstappen, de deurklep, de krant die op de grond ploft. De jongeman is wit, bruin of zwart; soepel en energiek; heeft er altijd zin in. Niet alleen zijn stappen, ook zijn ‘worp’ is stoer want dikwijls ligt de krant niet op mijn mat maar verderop in het gangetje. Wat ik ook van deze bezorger weet is dat hij niet verzaakt. Regen, koude, donkerte, altijd zijn daar weer die vertrouwde stoere stappen. Het is de tred van iemand die weet wat-ie wil. Het lijkt me een knaap die later JSF-piloot wil worden, en dat ook wórdt! Alleen al daarom verlang ik naar kerstmis. Dan zie ik hem voor het eerst wanneer hij aanbelt om mij verwachtingsvol een kaartje met Gelukkige Feestdagen te overhandigen. Mijn wereld(beeld) stort in als hij een oud vrouwtje blijkt te zijn. Met stoere stappen.


vrijdag 22 november 2013

ABBA

De Zweed Björn Borg was ooit een groot tennisser; nu doet hij in onderbroeken. Zodoende sta ik in een winkel met de naam Björn Borg op de pui. Men verkoopt er niet alleen onderbroeken, maar ook hemdjes, T-shirts, sweatshirts en trainingspakken van Björn Borg. Mooi spul en dus behoorlijk aan de prijs. (Een Björn Borg-onderbroek kost net zoveel als een winterjas bij Zeeman.) Eén ding staat me tegen en dat is dat er overal  B J Ö R N  B O R G op staat, in kapitalen. Kennelijk iets Zweeds, denk aan IKEA en ABBA. Maar waarom versiert een weldenkend mens zich met Björn Borgs naam vraag ik me af terwijl ik, graaiend in de koopjesbak, een Björn Borg-boxer test op zijn gevoelsfactor. Ik kan me namelijk nauwelijks voorstellen dat, mocht ik mij publiekelijk in een Björn Borg-onderbroek vertonen, toeschouwers zich terstond in aanbidding op de knieën laten zakken. Daar is toch echt méér voor nodig. Ik vrees daarom dat ik slechts één persoon plezier doe als ik mijn kroonjuwelen in een boxershort van Björn Borg hijs. Björn Borg.  

 

woensdag 20 november 2013

Rapportcijfers

Wie beweert dat-ie gelukkig is, claimt dat-ie geslaagd is. Daarom sturen we ons geluk zoveel mogelijk de wereld in, vooral via de digitale tamtam. In De Reünie, het veelbekeken tv-programma, gaat men daar dan ook vrolijk op in. De presentator stelt aan de deelnemers de expliciete vraag: “Welk rapportcijfer geef je je leven?” Het groepsgemiddelde ligt vrijwel altijd rond de 8. Het gemiddelde! Vreemd wel, want het leven suddert meestal tussen voorspoed (vakantiepret, je cluppie wint, verliefdheid) en tegenslag (kanaalwortelbehandeling, fileleed, ruzie). Vandaar ook al die vrolijke én verdrietige emoticons. Je zou als gemiddelde daarom eerder een 5 of een 6 verwachten. Maar neen.
Wat de uitslag van dit soort vragen of enquêtes omtrent geluksbeleving vooral beïnvloedt, is in hoeverre men bereid is de schijn op te houden. Dat laatste kom je ook vaak tegen in contactadvertenties met etherische clichés als Ik sta positief in het leven of Ik sta mooi in mezelf. Geloof me, dit is gelogen óf naïef. Trap er dus niet in, je wordt er ongelukkig van. Een 4, hooguit.


zondag 17 november 2013

Speelgeld

Mijn voordeur is hard aan vervanging toe. Na aanvraag van offertes voor een nieuwe deur-op-maat, inclusief het plaatsen ervan, schrok ik me rot: 1800 euro. Een voordeur is voor mij namelijk niet veel meer dan een plank hout met een slot, wat scharnieren en een raampje of kijkgat. Het concept is duizenden jaren oud en in wezen onveranderd. Waarom moet zoiets anno nu dan zoveel kosten?! Voor datzelfde geld boek je een retourticket naar Hongkong - plus hotelkamer - waar je je ook nog eens een strak gesneden pak van de fijnste garens kunt laten aanmeten. Of je vliegt ermee naar Las Vegas met duizend dollar speelgeld op zak. Je kunt ook een all-in cruise maken langs alle 227 bewoonde Griekse eilanden. Of check in voor Bali om je twee weken lang op het strand te laten bepotelen door lokale masseuses. En wat te denken van ‘n retourtje Trans Siberië Express naar Wladiwostok. Je kunt voor dat bedrag ook een week op wintersport, een dagelijks after-ski bacchanaal inbegrepen. Tof!
Maar doorgaans beginnen én eindigen dit soort reisjes bij een (goede) voordeur. Dus.


donderdag 14 november 2013

Uitzuigen

Mijn kat ligt graag tegen me aan, of op mijn schoot. Knus, warm en veilig. Maar als iemand anders mijn plaats inneemt, dan vindt mijn kat het bij die andere persoon ook best. Zolang hij maar op tijd zijn brokjes krijgt, af en toe geaaid wordt en op iemands schoot mag springen, spint-ie tevreden. De honden die ik ooit had, lagen ook graag en tevreden tegen me aan. Maar wanneer ik van huis was waren ze minder blij, ook al verzorgde iemand anders ze, zo gefocust waren ze op mijn persoontje. Zwanen zijn eveneens erg trouw, maar dan specifiek aan hun partner. Na een ontmoeting maken ze elkaar het hof, paren en blijven hun hele verdere leven samen. Hartstikke monogaam, deze KLM-vogels. Bij spinnen is dat wat minder: het vrouwtje doet na de paring niets liever dan het mannetje naar de keel te vliegen om ‘m daarna uit te zuigen.
Op relationeel vlak zijn wij lastiger te duiden. De ene mens is hond, de ander zwaan of kat. En spinnen zijn er ook.


maandag 11 november 2013

Prachtig

Zelden hoor je iemand zeggen dat hij (m/v) een prachtig huis heeft, of een prachtig figuur, gebit, handschrift of paar borsten. Logisch, want zoiets heet opscheppen, dus dat doe je niet. Wat weer wel kan (of mag!), is als men zich in de verleden tijd uitspreekt. Wie beweert dat hij een prachtig huis, gebit of handschrift had, vertelt iets interessants: een verhaal over verval. Wie bijvoorbeeld zegt, “ik had mooie borsten”, geeft aan dat ze nu theezakjes zijn, of afgezet. Zo iemand ontvangt begrip en medeleven.
Het tegenovergestelde geldt wanneer het nazaten betreft. Hier hanteert men zonder enige gêne de tegenwoordige tijd: “Ik heb een prachtige zoon” of “Ik heb twee prachtige dochters.” Wie daarentegen zegt “Ik had een prachtig kind”, kan, tenzij het kind is overleden, gefronste wenkbrauwen verwachten. Toch is het vreemd dat je in zulke gevallen de verleden tijd zelden hoort gebruiken. Veel mensen waren immers prachtig en puur op kinderleeftijd, terwijl je ze later wel kunt schieten.
Nee, ik ben geen pedo.



 

donderdag 7 november 2013

Sushi

Mijn straatje wordt gerenoveerd. Het plaveisel is opengebroken; vrachtwagens en shovels rijden af en aan; zand- en steenhopen tekenen het landschap. Overal zijn kerels - stratenmakers, grondwerkers - met felgekleurde hesjes, werkschoenen, tattoos en oorringetjes druk in de weer. ‘Arbeidersvolk’, leerde ik vroeger van mijn opvoeders, ietwat minzaam uitgesproken. En bij arbeiders hoort natuurlijk arbeidersmuziek. En hoe! Hun heavy duty buitenradio (DeWalt DC013) overschreeuwt de trilmachines, hamerslagen en het shovelgegier. Horror. Buiten het volume is het vooral hun zenderkeuze die mijn tere buizen van Eustachius teistert. Van half acht ’s ochtends tot vier uur ’s middags hoor ik het bekende populistisch oeuvre dat je bij werkvolk verwacht.
Zo bezien is het best bijzonder te vernemen dat er geen echte arbeidersklasse meer bestaat. Vanwege de nivellering van inkomens en status is dat heel wel mogelijk - arbeiders gaan tegenwoordig op wintersport, rijden BMW en eten sushi -, maar als ik uit mijn keukenraam kijk dan lijkt Jan de Arbeider qua cultuuruiting nog altijd springlevend. Prima, want het geeft levendigheid en kleur aan de samenleving.
Maar liever niet in mijn straatje.


zondag 3 november 2013

Glimlach

Het is niet druk in de parfumerie. Naast mij schuifelen slechts een moeder met haar dochtertje door de zoetgeurende winkel. De moeder schat ik ver in de dertig, het meisje amper tien. Ze laven zich aan zeepjes, smeersels en watertjes. “Mam, deze,” kirt het meisje. “Doe maar,” knikt de vrouw nadat ze het prijsstickertje heeft gezien.
Met hun keuze in de hand - een glitterdoosje waarin lippenstift en nagellak - schuiven moeder en kind aan voor de counter. De aardige, zeer verzorgde verkoopster neemt het doosje van het meisje in ontvangst en vraagt haar: “Is het een cadeautje?” Waarop het meisje, ietwat verlegen, ja zegt. “Dan zal ik er een leuk pakje van maken,” zegt de verkoopster enthousiast, gevolgd door een vrolijk: “Voor wie is het?”
Het meisje denkt na, antwoordt dan: “Voor de vriendin van mijn vader.”
“O-o,” zegt de verkoopster, waarna ze zich snel herpakt met een “zal ze vast leuk vinden, joh.” Daarna werpt ze een warme blik van verstandhouding naar de moeder. Die glimlacht terug. Althans, ze probeert het.

dinsdag 29 oktober 2013

Bedilzucht

Graaiend in de ijskast, stel ik uit een aantal kliekjes mijn avondmaaltijd samen. Het wordt bami goreng met stoofpeertjes en een restje witlof. Een bizarre combinatie, maar ja, ik geef nou eenmaal niks om Michelinsterren. Daarna met bord op schoot voor de buis. Met een schuimend biertje. Makkelijk én gezellig. Maar wellicht is dit ook een goed voorbeeld van ‘de alleenwonende man die het thuis niet zo nauw neemt’. Zo’n kerel wordt daardoor vaak met argwaan bekeken, want hij neigt nog wel eens tot excessen. Alcohol, narcotica, gokken, rotzooi, porno en andere liederlijkheid komt eerder voor bij mannelijke solisten dan bij andere huishoudens. Dat klinkt zorgwekkend, maar is minder erg dan het lijkt. Mannen zijn daar namelijk deels op toegerust. Bij (andere) zoogdieren tref je hetzelfde. Aan de rafelranden van elke kudde houden zich veel mannelijke eenlingen op. Ze lijken zielig, maar hebben het vaak bijzonder naar de zin, zo zonder gemekker en bedilzucht van anderen. Neem zo’n Breivik die doeltreffend zijn eigen boontjes dopte. En Mark Rutte doet het toch ook niet slecht in zijn uppie? Trouwens, bami met stoofpeertjes is heerlijk.




vrijdag 25 oktober 2013

Dieven

Australië biedt veel zon, ruimte en natuurschoon, bovendien is het hoogontwikkeld en politiek stabiel. Het paradijs dus. Maar onlangs las ik (eindelijk) de De Fatale Kust. Het vuistdikke epos vertelt de ontstaansgeschiedenis van Down Under. Zoals bekend werd dit amper ontdekte, vrijwel lege continent eind 18e en begin 19e eeuw door Engeland aangewezen als dumpplek voor straatrovers, valsemunters, dieven, hoeren en oplichters. De maandenlange ‘cruise’ - 16.000 zeemijl opeengepakt in brakke brikken - en het verblijf in die eerste nederzettingen tart elke beschrijving. Honger, ziekte, zweepslagen, voetboeien en moord waren aan de orde van de dag. De ellende beperkte zich niet alleen tot die eerste scheepsladingen verplichte migranten en hun bewakers. Het nog in het stenen tijdperk verkerende volk dat er al duizenden jaren leefde, werd verjaagd, verkracht, onderdrukt of bij bosjes afgeslacht. Naast deze locals, werd ook nog eens de oorspronkelijke flora en fauna gedecimeerd ten gunste van landbouw en schapenteelt. Kangoeroes versus prikkeldraad, zeg maar. Na lezing van De Fatale Kust begrijp ik beter waarom die altoos relaxte, surfende, barbecueënde, bruingebronsde Aussies niet graag over hun verleden praten. En de Aboriginals juist wel.
 
 

woensdag 23 oktober 2013

Kickboksen

Ons landschap en klimaat zorgden ervoor dat schaatsen populair werd. Wat ook hielp was het calvinisme dat ons voorschreef de rug te rechten en te zwoegen in weer en wind. Mede daardoor zijn we met name in het langebaanschaatsen nummero uno. Maar buiten ons koninkrijk degradeert schaatsen direct tot folklore. Voor badminton geldt hetzelfde, maar dan in landen als Indonesië en Maleisië, waar het een volkssport is. Buiten deze Aziatische regio heeft badminton echter een veel mindere status. Zo zien wíj ‘pluimbal’ vooral als een leuke campingsport, meer niet. Cricket, net zoiets, maar dan in India, Zuid-Afrika en nog wat oude Engelse koloniën. Daarbuiten vindt men het een langdradig theekransje voor heren in witte spencers en pantalons.
Ach, met het beschrijven van de status van deze drie populaire edoch vrij locale lichaamsactiviteiten trap ik open deuren in. Van dat laatste hebben we trouwens ook een officiële sport gemaakt. Je tracht daarbij iemand, middels allerhande schijnbewegingen, ‘zijn deur te laten openen’ en vervolgens trap je hem hard tegen zijn hoofd. Kicken! Gek genoeg is dat wél uitgegroeid tot een mondiale sport, wat te denken geeft.


maandag 21 oktober 2013

Smart

Eind jaren vijftig deed televisie bij ons thuis haar intrede. Als amper tienjarig jochie mocht ik slechts op de woensdag- en zaterdagmiddagen kijken. Wel nodigde ik stelselmatig buurtkinderen uit die (nog) verstoken waren van zo’n magische thuisbioscoop. Ik werd dan ook periodiek op handen gedragen, wat precies de bedoeling was. Wij dweepten met Dappere Dodo en Mammaloe.
Het gehele programma-aanbod bestond in die tijd uit slechts één kanaal en de beelden waren in zwart-wit. Maar niemand sprak toen van ‘zwart-wit tv’; die term ontstond pas nadat de kleurenteevee verscheen. Opmerkelijk daarom, dat het woord ‘zwart-wit tv’ nog steeds een begrip is, terwijl de term ‘kleuren tv’ dood is verklaard. Televisies van nu bekennen immers altíjd kleur, waardoor de kleurenteevee degradeerde tot een tautologie. Een woord dat hetzelfde overkomt is ‘flatscreen’, vrijwel elk screen is nu immers flat. Datzelfde staat ook te gebeuren met het woord ‘smart tv’, want binnen enkele jaren kijkt iedereen smart. Een en ander doet vermoeden dat slechts het woord ‘zwart-wit tv’ het televisietijdperk zal overleven. Overigens komt dezelfde eer zijn voorganger toe: het aquarium. Hoewel dat altijd al in kleur was.


vrijdag 18 oktober 2013

S-klasse

Op de oprit van het huis staan een zilvergrijze Mercedes S-klasse en een paars Peugeotje, beide van recent bouwjaar. In de voortuin hangt, tussen twee jonge boompjes in, een spandoek waarop ‘Hoera een jongen!’ Verder is de tuin versierd met blauwe ballonnen.
Gezinsuitbreiding, altijd leuk, maar de auto’s vertellen hèt verhaal. Gezien die imponerende, maar niet erg sportieve S-klasse, vermoed ik dat de blije vader een wat oudere heer is. Wellicht een tweede leg. Wel zeker betreft het een succesvol zakenman. Of een patser. Het paarse peugeotje is natuurlijk van de kersverse moeder. Alhoewèl, dat autootje kan ook van de visite zijn, van de nieuwbakken oma bijvoorbeeld. Ach nee, dat Peugeotje is natuurlijk van de kraamverzorgster. Jawel, een paars Peugeotje is bij uitstek een autootje voor een kraamverzorgster. Zij die dit schone beroep praktiseren rijden dikwijls in dit soort stadsmini’s dat bijzonder geschikt is daar te parkeren waar een ooievaar wist te landen. Oké, allemaal krankjorume fantasie, maar een ding lijkt mij duidelijk: de Mercedes S-klasse is beslist niét van de kraamverzorgster. Maar ook dat weet ik niet zeker. Sorry.


dinsdag 15 oktober 2013

Drijfveer

In het verleden vroeg ik me meer dan eens af waarom oudere mensen er toch zo suf bijliepen. Waarom toch altijd die fletse pantalons, oubollige bloesjes, crisisjurken en -truien, inspiratieloze overhemden en schoeisel van vele modestadia terug? Nu ik zelf op het punt sta het gilde der AOW'ers te versterken, begin ik het te snappen.
Ten eerste verslijt je als oudere nauwelijks kleding, dus waarom zou je iets nieuw kopen. Ten tweede verandert je lichaam niet meer spectaculair (tenzij je wegteert door iets akeligs) waardoor je zo ongeveer dezelfde kledingmaat behoudt. Ten derde evolueert smaak bij verreweg de meeste mensen slechts tot een bepaalde hoogte waarna men ‘stilstaat’ – denk ook aan huisinrichting en muzikale voorkeur van veel senioren. Ten vierde vinden ouderen het steeds minder belangrijk wat anderen van ze denken. Ten vijfde, zesde, zevende, zo kan ik nog wel even door. Afijn. Maar gelukkig komt je geregeld senioren tegen die er, qua kleding, nog zeer bijdetijds uitzien. Hun drijfveer is duidelijk: zíj staan nog midden in het leven en willen dat graag uitventen. Overtuigde naturisten - vaak ook niet zo piep meer - doen dat eveneens, maar winden er geen doekjes om.

 

zondag 13 oktober 2013

Zwammen

De man en de vrouw dringen steeds dieper het woud binnen. Op deze grijze dinsdagnamiddag zijn zij de enigen. De stilte is on-Hollands. Om hen heen hangt een dampige, lichtzure geur. Diffuus licht valt in korrelige strepen door het dikke bladerdek. Hier en daar begint het groen te verkleuren. De twee zijn zich bewust van de herfstpracht. Ze praten zacht of niet, houden lichtjes de adem in en proberen het geknerp onder hun schoenzolen te beperken. Ze hopen namelijk op een ontmoeting met grofwild, maar vooralsnog houdt dat zich schuil. Wel zien ze de door wilde zwijnen omwoelde aarde, een serie hoefafdrukken van een edelhert en een diepzwarte drol, mogelijk van een vos of das? Maar dan stuiten ze op ‘hun’ eerste vliegenzwam van ‘t jaar. En daarna nog een, en nog een. Ze doen denken aan tekeningen van Rien Poortvliet, aan verhalen over elfen en kabouters, Neêrlands meest feeërieke natuur dus. De vrouw fotografeert de vermiljoenrode paddenstoelen, neemt daar alle tijd voor. De man wacht op afstand, is ongeduldig. Hij heeft trek gekregen. Zwijnen en zwammen zijn prachtig, maar voor hem vormen ze de prelude naar een pannenkoek met spek en champignons.


vrijdag 11 oktober 2013

Riant

Tandarts S. houdt praktijk in de zijvleugel van zijn riante huis. Ik moet er zijn voor de halfjaarlijkse controle. In zijn wachtkamer liggen allerlei glossy’s; voor de verandering grijp ik de Quote. Daarin zap ik langs artikelen over beleggingen, kostbare horloges en fraaie auto’s. Ik lees dat Marbella the place to be is voor wie is uitgekeken op de Cote d’Azur en Ibiza; word geïnformeerd waar je als miljonair het beste je motorjacht kunt pimpen én hoe je woont in Wassenaar en Aerdenhout. Dan roept de assistente mijn naam. In de behandelkamer word ik niet opgewacht door tandarts S., maar door een andere man in een witte jas. "He, een nieuw gezicht," zeg ik. "Klopt, ik ben vervanger van tandarts S. Hij heeft onlangs een beroerte gekregen, ik neem hem voorlopig waar."
Oh!
De controle levert 'een dingetje' op, daarvoor maken we 'n vervolgafspraak. Even later sta ik weer buiten voor het riante huis van tandarts S. Ik zie diens fraaie auto werkeloos op zijn oprit staan en denk: arme man. Daarna fiets ik zijn villawijk uit en ervaar het geluk dat ik dat kàn.  

 

woensdag 9 oktober 2013

Avontuur

Er valt een folder in de bus, van Bever Outdoor & Travel. De begeleidingsbrief opent met:
Beste avonturier,
De herfst is aangebroken. Een kleurrijk, verrassend maar ook ruig seizoen. De ideale periode om het avontuur buiten op te zoeken! Ver weg, of juist dichtbij in eigen land.
Ik bezit een afritsbroek, een paar Palladiums, muskietennet en een slaapmatje, alles aangeschaft bij Bever. Maar ben ik daarmee een avonturier? Niet! Wie in dit land is dat eigenlijk wél? We zijn tot op het bot verzekerd, willen altijd en overal bereikbaar zijn, hunkeren (vaak heimelijk) naar veiligheid en vastigheid en hechten zeer aan onze verwarming, luxe sanitair en kookeilandjes. Oké, we reizen naar de rimboe, maar beginnen reeds op Schiphol malariapillen te slikken.
Nee, wie écht avontuur zoekt laat de samenleving links liggen. Hij meldt zich aan bij het Vreemdelingenlegioen, heeft onbeschermde seks met ‘n heroïnehoer of gaat in Engeland rechts rijden. Maar hij gaat beslist niét naar Bever. Dát doen slechts matig avontuurlijke types als ik. Ofschoon ik ooit in Engeland rechts reed. Helaas per abuis.



 

maandag 7 oktober 2013

Benul

Mammoetjagers hadden er geen benul van dat ze in de prehistorie rondsjokten; zij leefden in het nu van destijds. In de middeleeuwen zei geen enkele ridder tegen zijn gemalin: “Jonkvrouwe, ik ga vandaag lekker iets middeleeuws doen.” Tijdens de Eerste Wereldoorlog wist niemand dat het om een wereldoorlog ging, laat staan de eerste. De Wederopbouw, ook zoiets. Geen bouwvakker zei toen in de deuropening: “Dag Truus, ik ga effe het land weder opbouwen.” IJstijd, Renaissance, Romantiek, Industriële Revolutie, allemaal termen die later werden bedacht. Mensen uit genoemde periodes aten, dronken, vrijden, vochten, ploeterden en rotzooiden maar wat aan en hadden verder geen idee in welke periode ze leefden.   
Dat geldt vast ook voor ons; hoe gaan wij de geschiedenis in? Als het Neo-nietsisme, Post-fysieke, Interbellum 2.0 (of 3.0?), Pre-Interstellaire tijdperk, de Vroeg Feminiene Samenleving, Sociale Exit of Primitief-Digitale-Middelfase? Geduld dus, een eeuw of wat. Dan blijkt dat wij net zo simpel en naïef waren als in de prehistorie of middeleeuwen. Een hele opluchting.

   

 

vrijdag 4 oktober 2013

Knipoog

Na het verdriet in de aula stroomt de stoet nabestaanden en meelevenden de nu snel vollopende koffiekamer binnen. In deze mêlee laten de mij vreemde man en ik ons tegelijkertijd zakken aan hetzelfde tafeltje. We raken aan de praat. Eerst vragen we naar elkaars relatie tot de overledene, daarna volgt wederzijdse human interest.
Hij zegt dat hij 16 kleinkinderen heeft. Dat is hem gezien zijn leeftijd niet aan te zien. Hij voegt er verontschuldigend aan toe dat hij en zijn vrouw tezamen zes kinderen hebben en dat het binnen de familie ook nog eens welig tiert van de tweelingen. Ik zeg hem dat ik het een rijkdom vond, zoveel kleinkinderen, zeker als het goed gaat met de koters. “Mwah, een paar hebben een beetje last van de bekende afkorting,” zegt hij met een knipoog. Ik snap hem niet; wat bedoelt hij daarmee. HIV, COPD en ALS zijn bekende afkortingen , maar ‘een beetje last’ is hier wel erg eufemistisch. Ik vermoed dan ook dat hij doelt op iets als ADHD, maar ik vraag niet verder want heb geen zin in small talk over allerlei aandoeningen. Tenminste niet nu, zo vlak na een crematieplechtigheid. Gelukkig komt de catering snel op gang. De redding bestaat uit een mooie traditie: koffie en cake.


woensdag 2 oktober 2013

Harakiri

Ondanks mijn snelle wielerkleding en de 27 versnellingen die ik tot beschikking heb, is mijn tempo vaak om te janken. Het komt voor dat ik moeite heb om doortrappers op stadsfietsen achter me te houden. Vernederend, maar het kàn erger.
Het speelde zich af op een stille polderweg waar ik, op mijn semi-racefiets, werd ingehaald door een gezette vrouw. Zomaar! Ze had boodschappen gedaan; een prei piepte pesterig uit haar fietstas. Er zijn Japanners die voor minder harakiri plegen.
Eenmaal bekomen van de schrik constateerde ik dat de vrouw een elektrische fiets bereed, zo’n niet van een gewone fiets te onderscheiden rijwiel. Ondanks deze kennis, vond ik dat dit niet kon. Dus zette ik een tandje bij en haalde de vrouw met haar prei weer in. Het kostte me al mijn energie en ik was dan ook opgelucht toen ik merkte dat ik het mens achter me kwijt was; ze was bij een boerderij afgeslagen. De uitputting nabij, reed ik schuimbekkend de berm in teneinde een kwartiertje in het gras te gaan liggen met een pilletje onder mijn tong. Maar mijn ego stond nog fier overeind.


maandag 30 september 2013

Communicatie

Alles in het centrum van Groningen, doet jong en intellectueel aan. Terrassen, kroegen, fietsen, hoofden en kleding, alles kun je laten voorafgaan door het adjectief ‘studentikoze’. Overal zie je bloeiende, sociaal genietende, kennis vergarende, plannen makende jongvolwassenen. Het leeft en bruist in verschillende talen. Hier wil je zijn!
Ik zit voor een bord pasta in ‘t restaurant van het renaissancistische Academiegebouw, het kloppend hart van de Rijksuniversiteit. Aan het tafeltje naast me zitten twee meiden, ik denk feuten. De ene zegt: “Weet je waar ik op afknap? Een jongen met een fout pak. Ik heb zoiets van, als je een pak draagt dan moet het perfect zijn.” De ander: “Ik let op schoenen. Als die fout zijn ben ik weg.” Hmm, denk ik, de faculteit wijsbegeerte is vast niet hun favoriete hang out. Veeleerder psychologie of bedrijfskunde. Rechten desnoods. Of onderwijskunde, iets met media of communicatie? Ja, dát!
Ach, wat is intellect en jeugd toch een aantrekkelijke combinatie. Mits men geen foute schoenen draagt.


vrijdag 27 september 2013

Vliesdun

Enigszins getergd door de rondschallende kutmuziek, stap ik de hippe modewinkel binnen. Amper over de drempel, roepen vanachter de kassa én een stapel G-Star jeans twee winkelmeisjes bijna simultaan ‘Hallooo’. Het klinkt zo verrukt dat het lijkt alsof Justin Bieber hun toko betreedt in plaats van een ouwe chagrijn. De dames hebben er natuurlijk voor doorgeleerd en weten dus dat ze de juiste sfeer dienen te scheppen en daarom klanten direct bij binnenkomst moeten laten weten dat ze ‘er voor ze zijn’; een warm bad, zeg maar. Bij mij werkt dat helaas averechts. Door deze theatrale begroeting voel ik juist behoefte opkomen het meisje achter de kassa - de cheffin? - bij haar nek te grijpen teneinde het überhippe hoofd voorover te rossen opdat ik d’r wipneus en vlezige lippen eens lekker over ‘t toetsenbord van haar kassa kan rubben. Een vliesdun besef van beheersing en beschaving zorgt er echter voor dat ik dat verlangen kan onderdrukken. Ik groet dan ook beleefd terug, maar weet nu al dat ik hier niets zal kopen.


woensdag 25 september 2013

Down

Te voet door Enkhuizen. Pal voor mijn neus gaat een fotogeniek ophaalbrugje omhoog. Soms kan oponthoud leuk zijn, zeker als vanaf de Dromedaris carillonklanken omlaag dwarrelen. Naast mij schuiven twee fietsers aan: een wat oudere vrouw en een kleine man. Moeder en zoon, schat ik. De man heeft het syndroom van Down. De vrouw laat een zwaarmoedig ‘Dat hebben wíj weer!’ vallen. De mongool naast haar lijkt daarentegen zichtbaar gelukkig met wat komen gaat. Met geknepen oogjes kijkt hij hoe de brugwachter het brugje omhoog liert. Als dat is gebeurd, pruttelt een zeiljachtje - de Zeerob - met gestreken zeil onder ons door, op weg naar het IJsselmeer. Erin leunt een man in een schipperstrui tegen zijn stuurrad. Naast hem, op de kajuitbodem, ligt een teckel in zijn mand. De mongool roept hoi naar het scheepje maar de schipperstrui hoort het niet vanwege zijn motorgeluid. En de teckel rolt behaaglijk op zijn rug.
Zodra het scheepje is gepasseerd en de brugwachter de twee walkanten weer heeft verbonden, laat de vrouw een bits ‘Kom’ horen en fietst gehaast het neergelaten brugje over. Kennelijk wil ze verloren tijd inhalen. De mongool fietst achter haar aan, maar op zijn dooie gemak om de Zeerob zo lang mogelijk na te kunnen kijken. Als de schipperstrui en zijn teckel het ruime sop hebben gekozen, valt het carillon stil.

    

maandag 23 september 2013

Corvee

Ik bezocht een sportschool om me te laten informeren over hoe en wat. Het was niet druk, daarom bood een aardige jongedame in rode bedrijfspolo (waarop Fit For Free) me spontaan een korte rondleiding aan. Eerst voerde ze me langs het krachthonk waar een gespierde man zichzelf in de spiegel stond te bewonderen terwijl hij uit een bidon dronk. Daarna passeerden we de groepsruimte waar op dat moment geen groep was. Vervolgens liepen we door de grote zaal vol dynamische apparatuur waar je, ondanks krachtsinspanningen als rennen, pedaleren, roeien, hangen, duwen en trekken, geen centimeter mee van je plek kwam. Wat me daarbij aan de gebruikers van die apparaten opviel waren de naar binnen gekeerde blikken, de autistische koptelefoons en het tussendoor veelvuldig checken van smartphones. Ten slotte mocht ik de fraaie douche- en saunaruimte betreden (de jongedame bleef buiten wachten). Hier blies men stoom af na gedane arbeid. En hiér was het voor het eerst dat ik iets van vreugde onder de sporters bemerkte, een soort opluchting vergelijkbaar met die bij galeislaven die hun corvee er op hadden zitten.
Toen ik me weer bij de jongedame vervoegde zei ze dat ik, als ik me aanmeldde, een Fit For Free-sporttas als welkomstcadeau kreeg. Ik vroeg bedenktijd.


vrijdag 20 september 2013

Dapper

Onlang zag ik een tv-programma met de infantiele titel ‘Op zoek naar de 60 dodelijkste dieren op aarde’. Het betreft een Amerikaanse serie die gepresenteerd wordt door ene Steve Backshall, een mediagenieke bushman die zich, zoals gebruikelijk bij dit format, kruipend en sluipend door regenwouden, moerassen en savannen begeeft om zijn kijkers, onder voortdurende begeleiding van superlatieven als ‘wow’, ‘amazing’ en ‘awesome’, te tonen hoe giftig een cobra is, hoe scherp een arendsklauw, hoe een krokodil een zwemmende gnoe aan de haak slaat, maar voorál hoe dapper hijzelf is.
Wat onze stoere Steve echter in deze (door de EO uitgezonden!) tv-serie heeft nagelaten, is het filmen van de geëvolueerde jachttechnieken van het met afstand ‘dodelijkste dier op aarde’. In dat geval hoefde Backshall zijn kunstje niet in regenwouden, moerassen en op savannen te vertonen, maar in een slachthuis, megastal of andersoortige hel vol plofkippen en kiloknallers. Helaas, zo dapper is onze bushman nou ook weer niet, want dan zappen zijn kijkers weg.




woensdag 18 september 2013

Bungelen

Bij het vervangen van een wc-rol sta ik altijd voor een levensgroot dilemma. Laat ik de rol achterlangs aflopen of aan de voorkant? Volgens velen is de voorkant dé manier, want het ‘grijpt lekker’. Maar stylinggoeroes als Jan de Bouvrie et moi vinden het mooier als wc-papier naar achteren afrolt. Het hangt dan immers keurig en strak langs de muur, wat beter oogt dan zo’n slordige strook papier die aan de voorzijde in het luchtledige bungelt. Het is, kortom, een keuze tussen schoonheid en praktijk. Uitgangspunt daarbij is de sfeer die ik wens in mijn huiselijke shitbox? Ambieer ik strak design, dan moet ik van mezelf de rol achterlangs ophangen. Maar uiteindelijk ga ik toch altijd weer voor het praktische gemak van ‘voorlangs’ omdat ik vind dat men achter de wc-deur sowieso alle esthetiek laat varen en daarom niet ineens moet neuzelen over strak design. De plee is immers dé plek waar alles vrijelijk moet kunnen bungelen, klateren en retteketetten. Dit alles onder het motto: Schijt aan Jan de Bouvrie!




 

maandag 16 september 2013

Karamel

Tegen een winkelpui zag ik hem liggen: een jonge blanke man, totaal van de wereld. Het was in het centrum van een kleurrijk stadje in New Mexico. De jongeman was vroeg oud, had een vale huidskleur en vervilt haar dat in plukken over zijn oren hing. Hij was out vanwege crack, alcohol of lijm. Op de grond naast hem lagen een centenbakje en een stukje karton waarop met viltstift ‘Please’ was gekrast. Het bakje was leeg; voorbijgangers liepen met een grote boog om de sterk vervuilde zwerver heen.
Even later passeerde hem een knap karamelkleurig bruidspaar, Latino’s. Hij in jacquet, zij in een witte wolk van kant en in haar hand een touwtje waaraan een dansende, hartvormige, roze ballon. De twee lachten hun mooie tanden bloot, het geluk spatte ervan af. De kersverse echtelieden waren in gezelschap van een fotograaf en kennelijk direct na hun huwelijksceremonie op weg naar een stemmige fotolocatie.
De grauwe uitzichtloosheid bij de drop out en het aanstekelijk optimisme bij het bruidspaar, Amerika dus.


vrijdag 13 september 2013

Balorig

Laatst at ik een loempia van de afhaalchinees. Erg lekker, maar halverwege mijn opgerolde deeglap kauwde ik op iets metaligs. Een nietje! Van de schrik bekomen, vroeg ik me af hoe een nietje in een loempia kan belanden. De natuurlijke habitat van het nietje en die van de loempia lijken immers mijlenver uiteen. Maar ineens zag ik voor me hoe een stel balorige medewerkers van een Chinese loempiafabriek elkaar tijdens hun lunchbreak vrolijk stonden te bekogelen met stukjes deeg. (In mijn fantasie was hun baas die dag op dienstreis naar zijn taugéplantage in Hangzhou.) De jongens en meiden van de belendende expeditieafdeling dachten vervolgens: dolle boel, wij doen mee! Bewapend met rollen plakband en nietmachines wierpen ze zich gierend van de lach in de broederstrijd waarbij een afgevuurd nietje in ‘mijn’ loempia terechtkwam.
    Tijdens het verder nuttigen van mijn Oosterse snack kwam ik geen ongerechtigheden meer tegen. Daarom besloot ik om van 1 Chinees nietje geen hele muur te maken.
 
 

donderdag 12 september 2013

Strooigoed

Moet er toch ‘ns naar toe, het vernieuwde Rijksmuseum is immers dé cultuurtempel van ons land. Maar ja, cultuur kun je soms ook gewoon op je deurmat vinden, gratis en voor niets! Zo ontving  ik onlangs een stenciltje met daarop de volgende tekst.

Wij zijn 2 ervaren en heel enthousiaste (vrouwelijke) pieten die heel graag bij u een feestje komen bouwen! De kosten bedragen 15 euro per 15 minuten. U dient gepast te betalen tijdens het bezoek! (Uiteraard op zo’n manier dat de kleintjes het niet meekrijgen.) Wij komen dan de cadeaus brengen die wij kunnen vinden op een afgesproken plek en delen eventueel de eerste cadeaus uit. Ook zullen wij strooien met ons eigen strooigoed. Mocht u het niet fijn vinden dat wij strooien, dan kunt u dat uiteraard aangeven! Misschien vindt u het geen fijn idee dat het strooigoed van ons komt? U zou er zelf ook voor kunnen zorgen doordat u het voor ons klaar legt in een pietenzak bij de cadeaus.
U kunt ons inhuren vanaf […] en we zijn bereikbaar op […]. Wij kunnen niet wachten!!!
Met vriendelijke groeten,
Piet & Piet

Dit tekstje laat onze volksaard en cultuur zien: handelsgeest, flexibiliteit en gezelligheid. Ten bate van enig cultureel veldwerk overweeg ik daarom de dames Piet een kwartiertje in te huren. De ouwe meuk in het vernieuwde Rijks kan nog wel even wachten.
 
 
 

zondag 8 september 2013

Macaber

Een jaar of zestig, schatte ik. Ze stond voor me bij de kassa van AH, op open schoentjes. Ik keek naar haar kleine voeten, die waren niet heel fraai: een rommelig bosje tenen. Ondanks dat bleef ik gebiologeerd naar ze kijken. Dat kwam met name doordat de vrouw haar teennagels blauwpaars had gelakt. Nu weet ik dat het pimpen van nagels tegenwoordig erg hot is. Echter, blauwpaarse nagels doen me niet alleen denken aan onhandig doe-het-zelfen, maar vooral aan de dood. Dat laatste vanwege de associatie met verkilde lichamen zonder hartslag. Eng, ja zelfs macaber! De vrouw had haar apenteentjes daarom veel beter kunnen voorzien van een vrolijker kleurtje of anders transparante lak waardoor haar voetenwerk minder aandacht zou vragen zodat ik me in de supermarkt kon concentreren op andere zaken dan haar halfblote kakkies.
Tijdens het afrekenen vroeg de caissière aan de vrouw of ze koopzegels bliefte én of ze Eftelingzegels spaarde. De vrouw zei twee keer gretig ‘ja’. Kennelijk stond ze nog midden in het leven. Helaas op macabere voetjes.


donderdag 5 september 2013

Einstein

September, de r zit in de maand. Wij denken dan al snel aan erwtensoep, extra vitamines en strooizout. Maar wie op datzelfde moment op het zuidelijk halfrond woont, rent in zijn kekke bermuda naar de regionale Etos om zich sunblock factor 50 te verschaffen. En dan zijn er nog 1,3 miljard Chinezen die septembel zouden zeggen, dus niks geen r. Bovendien kennen veel Aziaten een jaartelling die niet uitgaat van halfslachtige Griekse goden als Mars (maart), megalomane Romeinse keizers als Augustus en Latijnse flierefluiters als Aprilis. Ten slotte is er nog een Maya-kalender die beweert dat de mensheid niet meer bestaat, alleen weten wij het nog niet. Dat is overigens heel goed mogelijk. Plato leerde ons immers dat we niet in staat zijn de werkelijkheid te zien. En dan is daar ook nog ene Einstein met zijn bewijs dat tijd sowieso relatief is. Afijn.
Dus wanneer iemand zegt dat de r in de maand zit, dan heeft dat nauwelijks betekenis, het is slechts een lokaal taalgrapje. En toch word ik er knap chagrijnig van.


maandag 2 september 2013

Eikenhout

Dorpje op de Veluwe. Een zondagse, eikenhouten sfeer hangt in het kleine café-restaurant. Doorrookt muurpleister, oma’s kleedjes op tafel en jachttaferelen aan de muur. Twee locals spelen een potje biljart. Een andere, wat oudere man zit alleen aan de bar en praat met het barmeisje over zijn militaire diensttijd. Het barmeisje, tevens serveerster, doet of ze luistert. Misschien is ze moe en zit haar dienst er bijna op. Uit de speakertjes schalt een zangstuk uit de jaren vijftig. ‘Twee reebruine ogen, die keken de jager aan.’ Weergaloos sentimentele lyriek, helaas uitgestorven. Links van de bar hangt een flatscreen waarop een voetbalwedstrijd. Feyenoord speelt tegen blauwe shirts. Flarden stadiongeluid bereiken ons tafeltje aan de overkant, bij het raam. Op onze platte borden: spiesjes varkenshaas, patat en salade. En er is bier. In het hoekje naast ons ploft een vriendelijke dame neer in gezelschap van haar herdershond. Hun wederzijdse blikken verraden: we houden van elkaar. De dame bestelt iets met karbonade. De hond krijgt een verse bak kraanwater, en wie weet straks stiekem een stukje vlees.
De Veluwe, verder hoef je eigenlijk niet.


vrijdag 30 augustus 2013

Dottig

Voor velen zijn ze een onbekend fenomeen. Logisch wel, ze komen voornamelijk bij mannen voor. Vaak dagelijks! Naar het schijnt heeft dat te maken met de beharing in de regio. Buikhaartjes werken namelijk als schrapers. Ze verzamelen schilfertjes en textielvezels om ze daarna naar het afvoerputje te transporteren, de navel, waar het spul gecentrifugeerd wordt tot iets dat op een pluisje lijkt. Dat verklaart ook waarom zo’n wollig dotje in de navel vaak de kleur heeft van het hemd of T-shirt dat je die dag, of de vorige, hebt gedragen.
Er zijn er die dit een smerig idee vinden, alleen het woord al: navelpluisjes. Dat betreft meestal vrouwen of meisjes. Getver of ieuw, hoor je dan. Anderen, vaak mannen, vinden zo’n pluisje in de navel daarentegen net zo lief en onschuldig als een dottig paaskuiken. Sommigen zijn er trots op, verzamelen ze zelfs. Wellicht een van de vele verschillen tussen Venus en Mars.
Daarom lijkt het verstandig om de kwestie direct te bespreken zodra je een partner meent te hebben gevonden. Het kan een dot ellende voorkomen.
 
 

 

dinsdag 27 augustus 2013

Uitdagingen

Men neme een snee brood, kuipje boter en een pot pindakaas. Met een schoon mes smeer je eerst de boter op het brood. Daarna de pindakaas. Stop! Er zitten nu geheid boterresten op het mes en die wil je niet in de pot met pindakaas want dan kan de boel gaan schimmelen. Om dat te voorkomen pak je een tweede schoon mes, neem je er een lik van uit de pindakaaspot en smeert die over de boterham. Het is daarbij van groot belang om een exact de goede lik te nemen. Want neem je te veel pindakaas op je mes dan zit je onhandig te klooien met het restant. Neem je te weinig dan zul je nóg eens in de pindakaaspot moeten roeren. Maarrr, dat kan niet want inmiddels zitten ook op je tweede mes boterresten. In dat geval zul je een derde smeermes moeten gebruiken.
    Bij veelgeroemde ‘uitdagingen’ als parachutespringen en bungeejumpen hoef je slechts op het materiaal te vertrouwen en verder kun je er naar hartenlust bij schreeuwen en de malloot uithangen - wat velen ook doen. Bij het smeren van een boterham met pindakaas heb je techniek en inschattingsvermogen nodig. Het is een pittige klus die stilte en concentratie vereist.
    Conclusie: voor een uitdaging hoef je beslist de deur niet uit.


zaterdag 24 augustus 2013

Bloemetjesmotief

Klein Seinpost prijkt boven het terras aan de boulevard van Kijkduin. Het is een hoogzomerse dag, de glazen rinkelen, sorbets vliegen af en aan. Aan het tafeltje naast me is een kwartet senioren neergestreken, twee mannen en twee vrouwen, allen voorzien van een grote witte zonneklep. De heren dragen blauw geruite overhemden met korte mouwen, de dames ruimvallende blouses met bloemetjesmotief. Ik verzin dit niet.
‘Gaan we voor koffie, fris of wat anders,’ vraagt een van de zonnekleppen.
‘Doe mij maar sangria,’ grapt een andere zonneklep terwijl ze over het geplastificeerde menukaartje scrolt.
‘O ja sangria, Gijs, weet je nog in Spanje…,’ zegt de andere vrouw verrukt.
Gelach stijgt op, het viertal heeft schik. Ach ja, zomer.
Even later verlaat ik het terras en de boulevard, daal af naar het strand om te genieten van zand en zee. Een aardige plek is snel gevonden en mijn badlaken uitgespreid. Iets verderop ligt een tienerstel vitamine D op te doen. De jongeman draagt een blauw geruite bermuda, zijn vriendinnetje een bikini met bloemetjesmotief. Ik verzin dit niet.
Een meeuw vliegt over, in zijn snavel een patatje. Over de vloedlijn scheert een reclamevliegtuigje met de tekst Schipholreizen.nl.
Ach ja, zomer.


Opmerking: het terras van Klein Seinpost wordt geregeld aangedaan door boekenfans doordat het een rol speelt in enkele romans van Jan Siebeling. Mijn aanwezigheid berustte op toeval.

donderdag 22 augustus 2013

Luwte

Stayeren noemen ze het als je pal achter een ander fietst. Wikipedia zegt daarover: achter een gangmaker rijden. Ik doe het zelden tijdens een solo-toertochtje. De ervaring leerde me namelijk dat ik er zelf enigszins van baal als een onbekende (race)fietser aan mijn achterwiel blijft plakken. Het ontneemt me het gevoel van vrijheid. Bovendien is het niet geheel ongevaarlijk. Maar wat deed ik gisteren toen ik - op een lang en open traject - amechtig voortploeterde vanwege de sterke tegenwind en twee andere wielrenners me inhaalden? Juist ja: aanklampen, stayeren, me laten gangmaken. Ik fietste ineens uit de wind, het scheelde 'een jas'. Van het ene op het andere moment ging ik zo’n 5 km harder - met dezelfde inspanning. En dat dankzij mijn wildvreemde voorgangers. Het waren een man en een vrouw, een stel wellicht, dertigers schat ik. De man reed voortdurend op kop, de vrouw erachter en ik sloot het rijtje. Over hun schouders keken ze even naar me om, en knikten dat het goed was. Heerlijk, die luwte. Maar er was meer. De vrouw voor me zag er erg prettig uit, zo vanachter. Bolronde bips, romige kuiten, transpiratievlekje tussen haar schouderbladen, stout staartje in de wind. En ze rook zo lekker! Een fruitig damesluchtje woei me om de oren waarna het vervloog, samen met mijn moeheid.


dinsdag 20 augustus 2013

Stiltecoupé

Met de trein op weg naar Middelburg. Ik reis alleen, eerste klasse, lekker rustig. Op station Schiphol stapt een viertal mannen mijn stiltecoupé binnen. Helaas hebben de nieuwkomers maling aan stilte. Het zijn stuk voor stuk forsgebouwde Schotten – kruising Wesley Sneijder en een dubbeldeurs koelkast - en hun Keltisch staccato ketst keihard door de wagon. Ondanks het tijdstip, elf uur in de ochtend, staan ze al tot hun navel in het bier. Kennelijk is dat ze niet genoeg, want nauwelijks is de trein weer in beweging of blikjes Heineken worden hardhandig opengerukt waarbij ze mij en de andere reizigers uitdagend aankijken. Zeg d'r eens wat van! Een van de Schotten steekt zelfs dreigend zijn wijsvinger omhoog. Sterker nog: harde ruften en ratelende boeren zijn ons deel. ‘Ons’ dat is beschaafd fluisterend, NRC of Volkskrant lezend volk. Maar ‘ons’ durft niks te zeggen tegen de vier Neanderthalers 'from Dundee' met hun bierblikjes, kaalgeschoren koppen en tattoos. In plaats daarvan kijken we nu lafjes naar onze schoenpunten, onderwijl vurig hopend dat de conducteur snel langskomt om de Schotten erop te betrappen dat ze clandestien eerste klasse reizen. En anders om ze te vermanen hun kop te houden in deze stiltecoupé. Maar de conducteur komt niet.



maandag 19 augustus 2013

Pil

Hij lijkt geslepen als de meest kostbare diamant. Perfect rond, een kaarsrechte gleuf middendoor, keurig afgevlakte randen en op de achterzijde zit zijn merknaam messcherp gestanst: Saridon. Wat voor technieken zijn er niet nodig om deze broze, korrelige, vluchtige substantie, waarin 150 mg propyfenazon, 250 mg paracetamol en 50 mg watervrije coffeïne zit gepropt, zo te boetseren dat je dit pilletje zonder noemenswaardige problemen door je strot kunt laten glijden? En dat voor pakweg 15 cent per stuk! En – niet onbelangrijk – de pil doet bij mij wat-ie moet doen: hoofdpijn bestrijden. Goud waard, dat spul.
Je kunt heel wat kritiek hebben om wat de mensheid heeft voortgebracht. Maar onze kunst van het pillendraaien is beslist onnavolgbaar, ja welhaast magisch. Tegen doodgaan is helaas nog niets uitgevonden, maar tegen al het andere bestaat een pil. Witte, felgekleurde, glanzende, doffe, ronde, langwerpige, ovalen, kogelvormige (die moet je in je anus pluggen), grote, kleine, naar fruitsmakende, maar toch vooral…, ja vooral veel bittere. Koortsen, kwalen, lichamelijke én geestelijke pijnen worden ermee bestreden. De tabletificering is wereldwijd. Miljoenen, misschien zelfs miljarden mensen slikken dagelijks een pilletje, soms hun huisdieren incluis. En dan heb ik het nog niet eens over de pil. Was die er niet, dan waren velen van ons wél geboren. Moet je toch niet aan denken?