zondag 27 november 2022

Herfstbladeren

Voor mijn deur had zich een goudbruine bladerberg verzameld, aangewaaid door de herfst. Het dode blad was van een gebalsemde schoonheid. Minder mooi was dat bij het openen van de voordeur steeds een deel van die herfsttooi meekwam. Een en ander zorgde voor een dilemma, want in tegenstelling tot de buitenboel zie ik mijn interieur graag opgeruimd. Daarom stapte ik met bezwaard gemoed en de bezem in de hand naar buiten om, met excuses aan Moeder Natuur, de bladerhoop op te vegen en vervolgens in de groencontainer te kieperen. Mijn entree lag er weer spic en span bij.
     Een uur later lagen er echter weer een paar blaadjes voor de ingang, want tsja: herfst. Vijf stuks welgeteld. Het vreemde was dat die vijf bladeren direct een doorn in mijn oog waren. Nu ik mijn hofje had ontdaan van een heuse berg herfstafval, was ik ineens overgevoelig voor losliggend blad! Mijn regelzucht en behoefte aan ordening hadden me dus in de problemen gebracht. (Trek dit voorbeeld gerust door naar grote wereldproblemen waaraan menselijk ingrijpen debet is.) Geërgerd raapte ik die paar blaadjes op. Een, twee, drie, vier en vijf. En dat zal ik wellicht de hele herfst en begin van de winter moeten doen - van mezelf.
     Daarom een ongevraagd advies. Stoor je niet aan gevallen herfstblad, het tekent het seizoen zo fraai. Laat het buiten gerust ophopen, desnoods tegen je voordeur. Zorg vooraf wel voor voldoende proviand, maar doe daarna voor niets of niemand meer open. Begraaf je als het ware onder je huiselijke bladerdek en hou je geruime tijd koest. Doe als een egel, dé manier om de wereld te redden.
     Dus tot later. 

Tijdens de winterslaap verlagen egels hun ademhaling, daalt hun hartslag
 tot een paar slagen per minuut, zakt hun lichaamstemperatuur 2 tot 5 graden
 en stopt hun stofwisseling bijna helemaal. Het is alleen een fabel dat ze
 de hele winter doorslapen. Elke 7 à 10 dagen worden ze wakker.
Meestal blijven ze dan gewoon in hun (blader)nest om lekker verder te tukken.
Maar het gebeurt ook dat ze echt wakker worden en gaan scharrelen. 
Tekst & foto: Natuurmonumenten






zondag 20 november 2022

Stemverheffing

Ik trok een nummertje en nam plaats op een van de zitjes aan de raamkant van de apotheek. Er waren vier wachtenden voor mij. Drie apothekersassistentes stonden achter de balie, dus lang zou het niet duren.
     Prrrzzzoet, daar ging de eerste zoemer al en een van de wachtenden, een beschaafd ogende zeventiger, richtte zich op en liep naar de desk die zich op ongeveer vijf meter afstand bevond. Daar aangekomen hoorde ik hem duidelijk articuleren: ‘Ik kom hier met een vraag. Vorige week moest ik in het ziekenhuis een besnijdenis ondergaan.’ Mijn oren bewogen als die van een kat. ‘Ter nabehandeling kreeg ik van u flusoline’ De precieze naam van het medicijn weet ik niet meer, misschien ging het wel gewoon om vaseline. Daarna volgden enkele zinnen die ik niet goed kon volgen. Toen echter ving ik duidelijk op: ‘Het gaat om dat stukje vlees vlak achter de eikel. Moet ik dat nu vochtig houden of juist droog?’ Ik kromp ineen, keek weg. Ook bij de andere wachtenden bespeurde ik ongemak.
     Dat dit vertrouwelijke gesprek over enkele meters hoorbaar was, had twee redenen. Ten eerste was het juist op dat moment muisstil in de apotheek. Maar de grootste boosdoener was het transparante scherm dat boven de balie hing. Weliswaar was het mogelijk om via openingen aan de zijkant van deze viruswerende plaat de boodschap op meer gedempte toon over te brengen, maar dat had genoemde senior niet in de smiezen. In plaats daarvan meende hij juist met stemverheffing te moeten praten om verstaanbaar te zijn voor de assistente achter het scherm. En ja, als jouw fraai gearticuleerde, lijfelijke details dan via het plexiglas de wereld in kaatsen, sta je gevoelig voor lul.  

zondag 13 november 2022

Sportfestijn?

Over het aanstaande WK-voetbal is veel te doen. Er zouden in tien jaar tijd 6500 arbeiders zijn omgekomen bij de bouw van stadions. Een paar dagen terug hoorde ik de grootste populist van Nederland, Johan Derksen, dit aantal met een geheven vingertje noemen. En dan weet je dat hele volksstammen dit klakkeloos overnemen. 
     6500 bouwvakkers binnen tien jaar betekent 650 per jaar, wat weer inhoudt dat bijna 55 mannen per maand van de steigers vielen. Dat vind ik verdacht veel. Als ergens op de wereld een groep mijnwerkers omkomt, staan de kranten er vol van. Maar als in een oliestaatje maandelijks vele tientallen bouwvakkers verongelukken hoor je er weinig over - tot het WK in zicht kwam.
     Nu wil ik de ellendige omstandigheden waarin veel arbeidsmigranten op het Arabische schiereiland verkeren beslist niet bagatelliseren. (Ook niet van 'onze' gastarbeiders, toen en nu.) Maar de mens is van nature een opportunist die, zeker bij een kommervolle thuissituatie, op zoek gaat naar iets beters. Helaas valt het resultaat nogal eens tegen. Veel op drift geraakte Bengalezen en Nepalezen worden in oorden als Qatar, Bahrein en Dubai stevig uitgebuit. Ze werken er onder verstikkende omstandigheden waardoor velen creperen of zelfs sterven. De meesten aan ziektes, kwalen, uitputting, stress, misdaad, heimwee, verdriet, zelfmoord of verkeersongelukken. In Qatar alleen al was vijfenzestighonderd het veelgenoemde sterftecijfer over de laatste tien jaar. Volgens meerdere onderzoeken kwam een klein deel van hen om tijdens de bouw van voetbalstadions. Dat laatste blijft natuurlijk schokkend, maar 6500 doden of een klein deel daarvan is best een verschil. 
     Voor dit soort nuance moet je natuurlijk niet bij meningenkanon Johan Derksen zijn. Maar die heb je ook helemaal niet nodig. Naast het genoemde arbeidersleed zijn er namelijk genoeg redenen te bedenken om faliekant tegen een 'gekocht' sportfestijn te zijn, gehouden in een steenrijk oliestaatje vol middeleeuws gedachtegoed. Maar dat alles maakt de aanstaande wereldkampioen vast niets uit. Geen bal, zogezegd.

zondag 6 november 2022

Louis van Gaal

Tijdens ons loopje door Noordwijk aan Zee moet mijn begeleidster ineens hoognodig plassen. We staan recht voor de hoofdingang van het met vijf sterren (plus één Michelinster) pronkende Grand Hotel Huis ter Duin, als de natuur roept. Ietwat beschroomd betreden we de rode loper van het bordes en vervolgens de chique lobby. Ik verwacht streng aangesproken te worden door een portier die ons – sjofel gekleed – vraagt wat we hier in hemelsnaam dachten te komen doen. Niets van dat al. Vriendelijk lachen de talrijke, prettig ogende medewerkers ons toe en C. kan ongehinderd naar het toilet, omgeven door luxe porselein en gouden kranen.
     Ik blijf ergens in de centrale ruimte staan en zuig met achterlangs gekruiste armen de grandeur op. Gemarmerde vloeren waarop dikke tapijten, warme tinten alom, fraaie kunst aan de muren, kroonluchters, imposante bloemboeketten, dat werk. Al gauw gaan mijn gedachten naar ons nationale voetbalteam. Dit grote, luxueuze logement was immers in het verleden vaak de verzamelplaats van Oranje. Van hieruit bereidden spelers en staf zich voor op belangrijke toernooien. Ik zie de heren voetballers al een voor een met Louis Vuitton-rolkoffers hun intrede doen. Designerszonnebrillen op en oortjes in, dat laatste om contact te houden met het aardse. En ineens ontwaar ik tussen deze verveelde miljonairs onze huidige bondcoach, in mijn optiek het meest bespottelijke ego uit de nationale voetballerij en ver daarbuiten.
     Gelukkig brengt mijn begeleidster mij terug in de werkelijkheid; ze tikt op mijn schouder, is klaar. We besluiten via de achteruitgang Grand Hotel Huis ter Duin te verlaten. Langs mondaine terrassen en statig lange trappen dalen we af naar het Noordzeestrand. Ik weet dat in het recente verleden onze topvoetballers hier in het rulle zand op een speelse manier hun laatste oefeningen afwerkten alvorens op weg te gaan naar de glorie - of niet. 
     Iets verderop, op de vloedlijn, zie ik een transparant grijsblauwig ‘iets’ liggen. Het blijkt een aangespoelde kwal. En wederom doemt bij mij het beeld op van onze bondscoach.

Filmpje zien van dit hotel? Klik HIER


zondag 30 oktober 2022

Lachende hyena's

Over de havenpromenade naderde een gezinnetje. Vader, moeder en een kind van ongeveer zes. Het manneke spurtte ineens mijn richting op en stopte pal voor me. ‘Hoe heet jij,’ vroeg-ie omhoogkijkend met tekenfilmogen. Verrast door zoveel spontaniteit gaf ik direct mijn voornaam prijs. Op mijn beurt vroeg ik hem met mijn meest verleidelijke kinderlokkersstem naar zíjn naam. ‘Dat zeg ik lekker niet,’ zei hij en huppelde voldaan terug naar zijn ouders.
     Ik was beetgenomen. Maar ach, het was een kind, dus nam ik mijn verlies. Wat me wél raakte, was hoe op afstand paps en mams met hysterische falsetstemmen om de actie van hun spruit - wellicht zijn succesnummertje - stonden te schateren. Hun tweestemmig gebulk deed me denken aan de hoge lach van opgewonden hyena's in de nachtelijke Serengeti. Nu begrijp ik heel goed dat ouders alles aan hun kind geweldig vinden. (Dat anderen hier soms anders over denken zet ik nu maar even tussen haakjes.) Maar door zo hysterisch te schateren om die kleine etter van ze, verlangde ik ter plekke dat een kamikaze-drone van Iraanse makelij op het trio neder zou dalen. Ja sorry hoor, maar zo ben ik ook wel weer. Ziezo, dat luchtte op, waarna ik mijn weg vervolgde.
     Voortbanjerend vroeg ik me af of ik niet hard bezig was een zure, mopperige, klagende boomer te worden, want dat is wel het laatste wat ik zou willen. Teneinde dit negativisme van me af te schudden, besloot ik subiet de hoge lach van hyena’s, die toch zo’n slecht imago hebben, net zo te waarderen als de nocturnes van Chopin. Maar dan wel in de nachtelijke Serengeti en niet overdag op de havenpromenade. 

Lachende hyena horen? Klik HIER


zondag 23 oktober 2022

Papieren tijgers

Recentelijk werd in India een tijger doodgeschoten. De grote kat had al tien dorpelingen opgevroten en vormde dus groot gevaar voor de lokale gemeenschap. Daar kun je veel van vinden. 
     Aan de ene kant: het zal je kind of oude moedertje maar wezen. Bovendien geldt in de natuur het recht van de sterkste, dus afknallen dat beest.
     Aan de andere kant: er leven bijna acht miljard van onze diersoort op aarde tegenover nog geen vierduizend tijgers. En wat zeldzamer is, is doorgaans waardevoller. Zeker met de veelgeroemde biodiversiteit in het achterhoofd en voor wie niet is verblind door religie. Neutraal gezien is het dan ook van de zotte als een van die overvloedige wezens een van die uiterst zeldzame exemplaren afknalt. Maar ja.
     In India sterven jaarlijks enkele tientallen mensen door toedoen van tijgers. Nog meer Indiërs verliezen hun leven door agressieve olifanten. Maar dat is niets vergeleken bij de duizenden slachtoffers die in dit subcontinent jaarlijks sterven aan slangenbeten. Of door menselijk handelen! En dát is weer niets vergeleken bij de vele honderdduizenden die doodgaan door insecten of de miljoenen die bezwijken aan bacteriën en virussen. India is killing.
     Maar al die Indiërs - bijna 1,4 miljard in aantal - moeten ook weer niet al te veel piepen, want zíj hebben geen vluchtelingen, asielzoekers en arbeidsmigranten aan hun poorten. Jaja, dat zijn ónze tijgers, vooralsnog gelukkig van papier.

In Nederland lopen geen tijgers in het wild rond, wel wolven.
De verhouding wolf (Canis lupus) versus mens (Homo sapiens)
 is hier ongeveer één op een miljoen.
Wat is, beredeneerd vanuit biodiversiteit, waardevoller? 

Foto: Wikipedia


woensdag 19 oktober 2022

Don't Look Up

Een korte filmbespreking ertussendoor mag altijd, tenminste dat vind ik. 
     Komt-ie: Don’t Look Up. Ruim twee uur durend, maar ik heb me al die tijd uitstekend vermaakt. De cast bestaat uit Hollywoods groten als Leonardo DiCaprio, Cate Blanchett, Meryl Streep, Jennifer Lawrence en nog een hele trits beroemdheden. En als deze sterren ook nog hun rollen vet en smeuïg neerzetten, wordt het feest. 
     Eigenlijk weet ik verder niet zo goed hoe deze film te plaatsen. Het is lichte kost, maar het onderwerp is uitzonderlijk zwaar, namelijk het einde van de wereld. Kortom, we gaan naar de kloten. Desondanks viert in Don't Look Up het absurdisme hoogtij. Mooi.
     Mooi is ook hoe deze rolprent vol zit met verwijzingen naar de actualiteit. Bijvoorbeeld naar de digitale gekte die in ons is geslopen, de sociale media, likes en algoritmes die de samenleving aansturen, de clickbaits, memes en juicekanalen waar iedereen op los gaat. Of neem het populisme; meerdere malen moest ik tijdens de film aan Trump en consorten denken. En dan is er nog onze behoefte aan goeroes of out of the box-denkers die ons (zogenaamd) de weg wijzen, zoals Steve Jobs toen of Elon Musk nu. Ten slotte is er natuurlijk de boodschap dat we op ramkoers liggen. Nu vormt eens niet klimaatverandering het grote gevaar, maar een snel naderende komeet. Jippie. 
     Tegen het eind, als de Apocalyps op de voordeur klopt, zegt Cate Blanchett vrolijk, terwijl ze een fles bij de hals pakt: Laten we dronken worden. Zo hoor ik het graag. Alles is beter dan jezelf serieus nemen, zelfs als je ten onder gaat. 

Zin in de trailer? Klik HIER

zondag 16 oktober 2022

Zeewolde

Vergezeld door mijn begeleidster, toerde ik over afgelegen polderweggetjes naar Zeewolde. Hoewel relatief dicht bij huis, waren we er beiden zeker twintig jaar niet geweest. Het stadje bleek in die tijd fors gegroeid, vergeet daarom direct de verkleinvorm. Ons viel vooral op dat alles er zo fris en welvarend uitzag. Mooie nieuwbouw afgewisseld met veel groen. Bedenk daarbij dat Zeewolde riant is gesitueerd tussen het grootste aaneengesloten loofbos van Nederland en de stranden en jachthavens langs het brede Wolderwijd. Een heuse voltreffer is bovendien dat het volwassen centrum goeddeels aan het water ligt, wat een gezellige indruk geeft. Verder zijn alle bekende winkelketens en voorzieningen aanwezig op een ziekenhuis, een treinstation en de Bijenkorf na.
     Heeft Zeewolde dan geen nadelen? Vast wel, maar wij vonden ze niet. De jonge serveerster in een lunchrestaurant aan de haven vertelde dat ze hier geboren en getogen was, en dat mensen haar wel eens vroegen of het niet saai was in zo’n polderstad. ‘Maar zo ervaar ik het he-le-maal niet. Ik heb het hier juist ontzettend naar de zin, heb hier ook zo veel vrienden.’ Een wat oudere inwoonster zei, wachtend voor een winkelkassa, dat wanneer ze de stad binnenreed ze altijd een vakantiegevoel kreeg. ‘En dan knijp ik in mijn arm en denk: maar ik wóón hier.’
     Vroeger, toen dit deel van de polder nog in ontwikkeling was, sprak men erover dat Zeewolde mogelijk zou uitgroeien tot het Wassenaar van Flevoland. Maar inmiddels kun je net zo goed zeggen dat Wassenaar het Zeewolde van de Randstad is.


woensdag 12 oktober 2022

Armoede

Iets verderop zijn werkmannen druk bezig een tuin te renoveren. Als voorwerk hebben de aannemerstroepen vrijwel alles verwijderd: struiken, wortelkluiten, stenen, schuttingen. Ze gebruikten daarbij mini-shovels en andere ronkende hulpmiddelen. Inmiddels is een redelijk geëgaliseerde ruimte ontstaan.
     Als ik passeer zie ik twee tuinmannen op comfortabele klapstoelen midden in de nieuwe kaalheid zitten. Kennelijk houden ze schaft, want ze zijn beiden verdiept in hun smartphones. Ik vind dat niet kunnen. Tuinmannen die pauzeren horen kromgebogen over spade of schoffel een sjekkie te draaien. Of ze zitten op een boomstronk hun boterhammen met kaas weg te kauwen. Als grumpy old romanticus vind ik pauzerende tuinlui die met holle ogen hun tijdlijn checken een armoedig gezicht.
     Over armoe gesproken.
     Volgens zeggen worden nu veel kinderen zonder ontbijt naar school gestuurd. Er zou geen geld (meer) voor zijn. Dat laatste betwijfel ik. Een bammetje hagelslag of bord havermoutpap kost netto een paar duppies. Kan dat er echt niet vanaf, desnoods met behulp van de voedselbank? Of is het zo dat er in veel gezinnen andere zaken spelen dan een lege portemonnee, zoals weinig aandacht, structuur of (zelf)discipline? Of hebben opvoeders die zeggen het niet te kunnen betalen, in werkelijkheid andere prioriteiten dan een kinderontbijt?
     Het televisiejournaal toonde onlangs een basisschool waar ze deze problemen trachtten te ondervangen door de dag te beginnen met een ontbijt voor álle leerlingen. Ik zag hoe de dienstdoende reporter aan een jochie (uit groep zes of zo) vroeg wat hij daarvan vond. Het kind antwoordde met een smile: ‘Dat vind ik heel leuk, anders moet ik vroeg uit bed om brood te smeren.’ Treffend verwoordde hij daarmee mijn onderbuikgevoelens. 
     Rest mij nog de vraag hoe een grumpy old romanticus zijn maatschappijkritiek over kan te brengen op de twee schaftende, hologige tuinmannen iets verderop.

zondag 9 oktober 2022

Watt of lumen

Van mijn gemeente mochten huishoudens kosteloos ter waarde van zestig euro aan energiebesparende producten inslaan, een aardige geste. Dus toog ik met een speciaal pasje naar de dichtstbijzijnde bouwmarkt waar ik rap slaagde voor een waterbesparende douchekop. Van het resterende geld kon ik zowaar nog één energiezuinige ledlamp kopen. Dit werd nog een heel gezoek, want qua verlichting zie ik tussen de bomen amper het bos. Je hebt oude en nieuwe wattages. Zo is een klassieke gloeilamp van 40 watt gelijk aan een ledlamp van 6 watt, wat weer 350 of 400 lumen inhoudt. Ik bedoel maar.
     Nog meer moeite heb ik met het feit dat ledlampen vaak kil licht afgeven, zelfs als warm white op het doosje staat. Niets is zo ongezellig als koud licht. Ik woon nog liever in een met kogels doorzeefd huisje in de favela’s van Rio of in een golfplaten bouwval in Soweto zonder stromend water, dan in een Nederlands rijtjeshuis met ongezellig licht. Vanzelfsprekend drijf ik hier flink over.
     Dat laatste zinnetje is krom, maar dat komt door mijn moeder. Ze zei geregeld tegen me ‘Ruud, jij drijft weer over’ in plaats van 'Ruud, jij overdrijft weer'. Dat deed ze bewust. Taalgevoelig als ze was, speelde ze met de twee betekenissen van overdrijven die niets met elkaar gemeen hebben. In het ene geval ligt de klemtoon op de O, in het andere op de IJ. Wat over kan drijven, is een regenbui, slecht humeur of zorgelijke gemoed. Zelfs het hele bestaan 'drijft een keer over', en dat is niet overdreven. Bij alles en iedereen gaat immers ooit voorgoed het licht uit. Zowel in watt als in lumen.

zondag 2 oktober 2022

Awkward

Tijdens regenachtige herfstdagen denk ik graag terug aan de afgelopen zomer. Zoals aan die warme dag dat ik na een duik in het Markermeer mijn boeltje bij elkaar raapte en weer op de fiets stapte richting huis. Al snel werd ik ingehaald door twee andere strandverlaters, een jongvolwassen stel op een scooter. De knul stuurde, zijn mokkel zat achterop, haar lange haren feestelijk zwierend in de rijwind. Zij had haar badkleding nog aan en droeg eroverheen een T-shirt. Iets specifieker: onder dat T-shirt piepte een string die in haar aars leek te verdwijnen. Aangemoedigd door de hoogzomerse sfeer, was de kennelijke gedachte alles-moet-kunnen-en-lang-leve-de-lol. Ze raceten me dan ook vrolijk kwetterend voorbij.
     De weg van het strand naar de stad leidt over een ophaalbrug. En jawel, juist vlak voor het vrolijk scooterende stel gingen de slagbomen omlaag en de brug omhoog. Ze moesten wachten. Kort daarop sloot ik pal achter het duo aan wat inhield dat ik ongeveer tien minuten tegen de onbedekte, vleesrijke bips van de jongedame aan zou kijken - moést kijken. Ongetwijfeld voelde zij mijn ogen op haar achterwerk branden. En niet alleen die van mij, steeds meer fietsers sloten aan, ik hoorde ze giebelen. Krampachtig probeerde de deerne de situatie te redden door haar T-shirt zover mogelijk omlaag te trekken, maar ze kwam vele centimeters textiel te kort. Gene lekte uit haar poriën.
     Wat haar vooral pijn moet hebben gedaan was dat ze geen geschikte billen had voor een stringetje. Ze waren, naast ongenadig wit, te uitdijend en lillend, iets dat werd uitvergroot door haar houding op de buddyseat. Zo bleek voor cellulite plaats te over. Hoe dan ook, van achteren gezien oogde het allemaal weinig flatteus en dat besefte ze hetgeen zorgde voor groot ongemak. Awkward in goed Nederlands.
     Toen de slagbomen omhoog gingen spoot de scooter er rap vandoor. De lange haren van het mokkel zwierden opnieuw in de rijwind, ditmaal vooral van opluchting.

zondag 25 september 2022

Nou lekker dan

Dat zag en hoorde ik in het winkelcentrum een oude vrouw zeggen: ‘Nou lekker dan’. Het mensje zat in een rolstoel die werd voortgeduwd door een vrouw van middelbare leeftijd, misschien haar dochter of iemand van de zorg. De oude vrouw keek uitermate gekweld bij haar woorden, zeg gerust hartstikke zuur. Wellicht had ze er een bijzonder goede reden voor, maar iets in me fluisterde dat ze dit stopzinnetje ook al de wereld in slingerde op haar 20ste, 40ste en 60ste. Het leek me bij haar gewoon ingeëtst, net zoals de neerwaarts wijzende groeven in haar gelaat.
     Amsterdamse was ze, want alleen in die regio spreken ze ‘nou lekker dan’ uit op zo’n nasale, zeurzeikerige manier. Voor mij stond het negatieve besje model voor onze huidige samenleving: balend, bitter, soms agressief, samenzweringen vermoedend, zich slachtoffer voelend en naar schuldigen wijzend.
     Mijn man neukt zijn secretaresse. Nou lekker dan. De dokter zei dat ik nog een half jaar heb te gaan. Nou lekker dan. Mijn energierekening is driemaal over de kop. Nou lekker dan. Ik eet van de voedselbank. Nou lekker dan. De rijken worden maar rijker. Nou lekker dan. Zag je die wachtrijen op Schiphol? Nou lekker dan. Ons tuintje verdroogt. Nou lekker dan. Mijn kelder staat blank. Nou lekker dan. Er zit een vlek op mijn truitje. Nou lekker dan. Mijn rolstoel piept. Nou lekker dan.
     Vol venijn verzon ik in het voorbijgaan dat ze met dat ouwe zeikwijf net zo om moesten gaan als gezagsgetrouwe Russen met hun dwarsdenkers: van vijfhoog het raam uit. Ну хорошо тогдаááá...*
* Vertaling: Nou lekker daááá...

zondag 18 september 2022

Gelukzalig

De vaatwasser weigerde weer eens dienst en dus stond er op een ochtend een witgoedmonteur voor mijn deur, een aardige zestiger. Hij bleek niet alleen aardig maar ook erg kundig. So far so good. Ik zette koffie en stelde hem ondertussen wat human interest-vragen ('komt u van ver?'), ook om de wat ongemakkelijke stilte op te heffen. 
     Toen de klus geklaard was, ging de man aan de keukentafel zitten om zijn (inmiddels koude) koffie te nuttigen en uitgebreid in te gaan op mijn eerder gestelde vragen, wat niet echt mijn bedoeling was. Hij vertelde met verve dat hij uit Dronten kwam en dat het daar zo fijn leven was, dat zijn kinderen en kleinkinderen vlakbij woonden en dat de kleintjes dagelijks bij opa en oma aanwipten, dat hij zijn hele huis had verduurzaamd en ook hoeveel zijn zonnepanelen hem per maand opleverden, hoe zijn vrouw nog altijd kampte met de naweeën van long covid, dat hij nog elke dag aan fitness deed, dat ze vier keer per jaar naar Tirol gingen want ze hadden er een appartementje gekocht (‘ons appeltje voor de dorst’), dat hij vlak voor zijn pensioen zat en dat hij eigenlijk alleen nog maar voor zijn plezier werkte en dat ‘mensen zich tegenwoordig veel te druk maakten, en ach meneer, ik zeg altijd, als je maar gezond bent, snapt u’.
     Nadat de witgoedmonteur zijn hielen had gelicht vulde ik - opgelucht weer solo te zijn - de gerepareerde vaatwasser tot de nok, stelde het meest uitgebreide programma in en drukte op Start. Daarna genoot ik intens van het oude vertrouwde, gelukzalige soppen en bruisen uit mijn open keuken. 
     Bij mensen komt gelukzaligheid steeds vaker door het slikken van tabletjes. Vaatwassers kúnnen niet zonder.

zondag 11 september 2022

Poolshoogte

Zo herkenbaar: mannelijke automobilisten die zich ook bij stilstand willen manifesteren. Vaak niet zo jong meer en voorzien van een middenklasser en een buikje. Het best kun je ze spotten voor de neergelaten slagbomen van een brug of sluis. Dit soort stuurlui moét er dan uit om poolshoogte te nemen en de situatie te overzien. 
     Na uit zijn metallicgrijze Nissan Juke of Opel Mokka (ik generaliseer graag) te zijn gestapt loopt zo’n heerschap naar het front. Aldaar kijkt-ie naar de passerende scheepvaart en bestudeert en passant de brugconstructie en het mechaniek van de slagbomen en knipperlichten. De man vindt immers alles interessant waardoor hij overal verstand van heeft. En waar kun je dat beter tonen dan in het volle zicht van de wachtende file.
     Zijn vrouw (hier generaliseer ik weer) blijft steevast in de auto zitten alwaar ze voortdurend over haar schermpje veegt, iets wat ze overigens al deed toen ze nog vooruit kwamen.
     Wanneer de brug wordt neergelaten, komt hét moment voor de man. Cool teruglopend naar zijn metallicgrijze koekblik, laat hij de file zien hoe goed zijn timing is. Zo weet hij precies hoe lang het duurt voordat de brug weer is gezakt, de slagbomen zijn opgehaald en de knipperlichten gedoofd, kortom: hoeveel tijd hij nodig heeft om weer startklaar achter het stuur te zitten. Tijdens dit loopje toont hij dan ook geen enkele haast - handen in de zakken, alles onder controle, een man van de wereld.
     Als hij weer naast zijn vrouw heeft plaatsgenomen, zegt-ie niets. Zij zwijgt eveneens want ze zijn al jaren uitgeluld (hier generaliseer ik opnieuw). Sterker, ze swipet stoïcijns verder. Dan start hij zijn motor en geeft-ie routineus gas. Hij is weer op weg. Naar ergens waar hij zich opnieuw kan manifesteren.

zondag 4 september 2022

The Wayfaring Stranger

Het afscheid van de eindeloze zomer is nabij. Het zorgt voor weemoed, nu al. Mogelijk is dat de reden dat ik, ja sorry hoor, zit te prakkiseren over eventueel geschikte uitvaartmuziek. Iets met een fijne melodie en een passende tekst. Et voila.
    The Wayfaring Stranger is een erg oude song, waarschijnlijk uit het begin van de negentiende eeuw. Een Amerikaans volksliedje dat veel werd gezongen tijdens de Burgeroorlog, het is dan ook voorzien van de nodige spiritualiteit. De auteur is onbekend, maar in de loop der tijd zijn er ontelbare versies en vertolkingen van geweest, vaak door beroemde artiesten.
     Bij mij kwam deze song het diepst binnen tijdens het zien van de speelfilm 1917 die zich afspeelt op een slagveld tijdens WO1. In afwachting van de komende frontale stormloop op de vijandelijke stellingen, heeft een compagnie zich tussen de bomen verzameld rondom een ontroerend zingende soldaat. Kippenvel.
     Er zijn echter ook (iets) lichtere versies van in omloop. Hoe dan ook, het lied lijkt erg toepasselijk tijdens gelegenheden waarbij je volschiet of een brok in de keel krijgt. In een aula bijvoorbeeld.

---------

Voor de liefhebbers hieronder drie versies van The Wayfaring Stranger, soms ook Poor Wayfaring Stranger genoemd.

De eerste is de bewuste uitvoering uit de film 1917 gezongen door Jos Slovick. Bijzonder indringend, zeker in de bioscoopzaal. Zonder beelden is het nummer echter wel erg naakt, wat als ongemakkelijk kan worden ervaren.
Klik HIER 

Van deze tweede versie, gezongen door een duo, ken ik slechts één naam: Simon Khorolskiy. Mooi klinkt het zeker, prachtig zelfs. Bijzonder dat-ie deels in het Russisch is gezongen. Wordt tegen het eind wel wat pompeus. Maar lig je in de kist dan heb je daar weinig last van. Prettig ook: de lyrics eronder.
Klik HIER

De derde versie is in country-style. Prettig, vooral vanwege het vrolijke getokkel tussendoor. De ondertoon is hier wat evangelisch, maar daar is mee te leven want The Petersens vormen een heerlijk (familie)bandje. En de leadzangeres heeft een fijne hillbilly-snik. Live nog wel! Ook hier mét lyrics. Erg aantrekkelijk in alle opzichten.
Klik HIER

Youtube biedt veel en veel meer uitvoeringen van dit nummer, voor ieders smaak. Denk aan Emmylou Harris, Johnny Cash, Glen Campbell, Dolly Parton, Ed Sheeran en nog heul veel anderen.

zondag 28 augustus 2022

Meesterzet

Een donkerbruin kroeskopje van een jaar of acht rent uitgelaten en spetterend de golven uit en het strand op. ‘Papááá, ik wil een ijsje,’ schreeuwt het manneke opgewonden. Hij sprint vlak langs mij heen, opnieuw roepend dat-ie een ijsje wil. Het jochie wijst daarbij naar het snacktentje bij de opgang van het strand. Vanaf mijn badlaken volg ik hem over mijn linkerschouder en zie zijn vader ergens achter mij op een klapstoeltje zitten. De man is eveneens donkerbruin, heeft een uitbundig rastahoofd dat gebogen is over een smartphone.
     Een kind dat om een ijsje blèrt en een ouder die meer met zijn digitale speeltje bezig is dan met zijn kind, is niks bijzonders. Daarom leg ik het moede hoofd te rusten en sluit de luiken. Maar nu vang ik juist meer omgevingsgeluiden op. Zo hoor ik het jongetje even later in huilen uitbarsten. Hij krijgt namelijk geen ijsje, althans niet nu. Ik hoor paps zeggen: ‘Ik zeg jou dat je straks een ijsje krijgt. Straks dus, als we naar huis gaan. Ja?! Ga nu eerst maar spelen.’ De boodschap valt in slechte aarde, het kind begint een octaaf hoger te blèren.
     ‘Oké, oké, dan gaan we nú een ijsje kopen,’ zegt de rastaman afgemeten, ‘maar dan komen we niet meer terug en gaan we direct door naar huis.’ 
     Best een meesterzet, denk ik en richt nieuwsgierig mijn hoofd op. Ik zie het kroeskopje voor zijn vader staan; het denkt na terwijl-ie met zijn teentjes figuren in het zand tekent. Pruilend hoor ik hem dan zeggen dat hij nog niet naar huis wil ‘want ik vind het hier zo leuk’. En kijk, jawel, ineens zet het joch het spreekwoordelijke knopje om en rent-ie met een rotvaart, mijn badlaken schampend, weer uitgelaten richting waterlijn. En zijn vader kijkt weer op zijn smartphone. 
     Inderdaad, best een meesterzet. 

zondag 21 augustus 2022

Coloriet

Verslaafd ben ik aan kikkers. Ze zijn van Haribo. Ze zijn wit vanonder en groen aan de bovenkant. Ze zijn zacht maar veerkrachtig. Ze zijn suikerzoet met een lichtzure ondertoon. Ze zijn zo onweerstaanbaar dat ze bij mij een eiwit aanmaken op de dopamine 2-receptor wat me een kortstondig geluksgevoel bezorgt. De keerzijde is dat mijn neurotransmitters nu voortdurend beloning eisen. Verslaving dus.
     Als ik me leeg of minnetjes voel, verlang ik enorm naar deze groene kikkers. Als ik op de fiets toer, smacht ik naar groene kikkers. Na in de tuin te hebben gezwoegd, vind ik dat ik groene kikkers heb verdiend. Als ik een gezonde maaltijd heb bereid, beloon ik mezelf achteraf met (ongezonde) groene kikkers. Als ik boodschappen doe in een kil verlichte supermarkt, mag ik van mezelf een extra zakje groene kikkers in het mandje werpen. Als ik dit stukje tekst heb getikt, ben ik opnieuw toe aan groene kikkers. En het gaat zo maar door met die (op)kikkers. Kikkers ja, meervoud. Een enkele groene kikker is allang niet meer genoeg. Het moeten er drie zijn - vier is weer te veel. Drie is precies goed om ze eerst tegen mijn linkerwang te laten soppen, ze vervolgens wellustig naar de rechterzijde te tongen waar ze warm worden ontvangen in een schuimend spuugbad. Tenslotte glijden ze weer naar het centrum waar ze, vastgeplakt aan mijn verhemelte, zich ontladen in een neongroene sterrenregen. Er amper van bekomen, grijp ik hijgerig naar het volgende trio. Onmatigheid is troef. 
     Dat die kikkers groen zijn geeft ze extra appeal, het is mijn favoriet coloriet. Eveneens onweerstaanbaar was die kleur op een klein sportwagentje uit de Sixties, de Austin Healey Sprite die als bijnaam 'Kikkeroog' had. Ja, heel toevallig. Op zowel groene snoep als groene autootjes kun je dermate verkikkerd zijn dat verslaving je deel wordt. Of is. 

Kikkers van Haribo
Austin Healey Sprite 'Kikkeroog'. Zijn bijnaam dankt-ie aan zijn koplampen.

zondag 14 augustus 2022

Energiezuinig

Mijn energieleverancier tipte me dat ik de afgelopen maand meer elektriciteit verbruikte dan verwacht. Iets preciezer: meer dan gebruikelijk is voor één persoon wonend in een rijtjeshuis. Ik snap dat niet zo goed. Radio en teevee staan meestal uit. Airco, elektrische kachels en zonnebank bezit ik niet en op zolder zit mijn oude wasdroger alleen nog maar stof te vangen. Bovendien hou ik van gedempt licht, dus bij donkerte gloeien er weinig peertjes. Het hoge gebruik kan daarom slechts twee oorzaken hebben: de wasmachine en - vooral - de manshoge koelvriescombinatie. De wasmachine gebruik ik hooguit een of twee keer per week, maar is wel ruim twintig jaar oud. De ijskast staat vanzelfsprekend 24/7 aan en is zelfs al dertig jaar oud. Beide apparaten zullen ongetwijfeld meer stroom gebruiken dan modern spul, maar ze voldoen nog prima.
     Reeds enige tijd loop ik rond met de vraag of ik die grote inbouwkoelkast - met name tijdens hittedagen een superstroomvreter - moet vervangen. Makkelijk is dat niet. Ten eerste kan ik op een melodramatische manier gehecht raken aan kille materie. (Aan alles zit een verhaal.) Ten tweede kost vervanging van ingebouwd witgoed veel geld. Het is dan ook nog maar de vraag of ik die poen ooit terugverdien middels de te verwachten lagere energiekosten. Gelukkig zijn daar handige tools voor die bijvoorbeeld uitrekenen dat je een energiezuinige (klasse A of B) koelvriescombinatie ter waarde van 1400 euro bij de huidige energieprijzen binnen zeven jaar hebt terugverdiend. Over zeven jaar ben ik tachtig en is dat nieuwe apparaat ook alweer zeven jaar oud. Dus wat is wijsheid?
     Besluiteloos als ik ben, heb ik die vraag maar even in de ijskast gezet.  

zondag 7 augustus 2022

Symmetrie

In een of ander praatprogramma zag ik een vrouw met een lichte tic. Om de zoveel tijd schokte ze zijwaarts met het hoofd. Die beweging werd ongetwijfeld veroorzaakt door haar kapsel, dat was asymmetrisch. Aan de ene kant van haar hoofd was het ultrakort, bijna opgeschoren. Aan de andere zijde was het zo lang (dus zwaar) dat het door de zwaartekracht voortdurend als een toneelgordijn voor haar gezicht viel. Hinderlijk, ook voor anderen maar natuurlijk vooral voor haarzelf, met die vinnige tic tot gevolg.
     Ik ben geen bioloog, maar weet dat de natuur meestal symmetrie voorschrijft. Slechts een enkel dier kent asymmetrie. Sommige krabben hebben bijvoorbeeld één schaar in hun flank, die bewegen zich dan ook zijdelings. Maar bij ons en de meeste andere soorten zit, althans aan de oppervlakte, alles evenwichtig verdeeld en anders wel keurig in het midden: ogen, bulten, hoorns, haren, staarten, geslachtsorganen, tenen, vleugels, vinnen, angels en meer.
     Waarom nogal wat vrouwen - en sommige mannen - kiezen voor een extreem asymmetrische haardracht is me dan ook een raadsel. Het ziet er niet uit (want gekunsteld, bovendien vaak het gevolg van een bedenkelijke kijk-mij-eens-guitig/gedurfd/kek-doen bevlieging), is onhandig én een kwelling doordat het in de weg gaat zitten met als neurotisch gevolg een bruuske hatseflats, oftewel tic. Gelukkig kan een tondeuse je binnen twee tellen van je asymmetrische frisuur afhelpen. Kwijtraken van een zenuwtrek duurt langer.



zondag 31 juli 2022

Jaarringen

Het was tijdens een wandeling langs de Germaanse grens - nipt op vaderlandse bodem - dat we hem tegenkwamen op een overgroeid bospad. Een grijsaard met iets meer jaarringen dan ik, zeg maar. Ondanks de zomerzoelte was hij gehuld in een keurige terlenka pantalon en onberispelijk gestreken blanco overhemd. Kaarsrecht en fier liep hij, de handen losjes achter zijn rug verknoopt, geen spoortje transpiratie, geen greintje vermoeidheid. Mijn begeleidster en ik oogden anders: zweterige T-shirts, afhangende rugzakjes en rood aanlopende pufkoppen.
     De man had zin een praatje. En in een geintje.
     ‘Wat lopen jullie vandaag? Honderd of tweehonderd kilometer?'
     We moesten hem teleurstellen, waarna hij begon te vertellen. Dat hij hier al bijna zeventig jaar woonde. Dat hij nog elke dag in zijn tuin 'iets verderop' werkte. Dat deze stevige, geaccidenteerde natuurroute (N70) deels tot zijn dagelijkse ommetje behoorde. Terwijl hij zo uitweidde over zijn doen en laten, zag ik een scherp gebeitelde kop waarin kijkers die (zelf)spot verraadden en waarachter zich een zeer bijdetijdse geest bevond; een pezig lijf zonder grammetje vet; een parmantig duifgrijs kuifje afgebiesd door een liniaalrechte scheiding.
     ‘Mag ik vragen hoe oud u bent?’ floepte uit mijn mond.
     ‘Negentig.’
     ‘Jeetje,’ kwijlde ik.
     ‘Jeetje? Jeetje? Godverdomme Jezus Christus bedoel je,’ riep hij boos. Gezien zijn tot geinspleetjes geknepen ogen was dat echter gespeeld. Wel was duidelijk dat deze hoogbejaarde rebel wars was van vrome vleierij. Integendeel: hij trapte lol met de schoppende puber die nog immer in zijn pezige lijf woonde. Afijn, de krasse borst en spitse kin uitdagend vooruit gestoken wachtte de seniore stouterd op onze reactie. Twee tellen bleef het stil. Toen oogstte hij een tweestemmige schaterlach, hoorbaar tot voorbij Oberhausen. Het stelde hem zichtbaar tevreden.

zondag 24 juli 2022

Jan Klaassen de Trompetter

Ik zat weer eens goed fout. En dat is de schuld van Rob de Nijs. De bekende bard zong namelijk ooit:

Jan Klaassen was trompetter in het leger van de prins.
Hij marcheerde van Den Helder tot Den Briel.
Hij had geen geld
en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hart en ziel.


Mede door deze tekst dacht ik altijd dat een trompetter in het leger van de prins (Frederik Hendrik in dit geval) een onderbetaalde soldaat was die meer om zijn blaasinstrument gaf dan om een musket, degen of hellebaard. Dus ja, welke stoere krijger wilde destijds eigenlijk zo'n lullige trompetter worden?
     Welnu, Rob de Nijs stelde het iets te romantisch voor en ik nam het aan voor zoete koek. Na enig speurwerk kwam ik er uiteindelijk achter dat er niks lulligs was aan trompetters. Ze behoorden destijds zelfs tot het hoogwaardig militair personeel. Naast trompetter fungeerden ze ook als administrateur of als boodschapper naar andere regimenten of overheden, soms zelfs die van de vijand. Zodoende spraken ze vaak redelijk wat Latijn of Frans en waren ze thuis in de wereld van etiquette en protocol. Voor hoge officieren waren bekwame trompetters dan ook goud waard, wat tot uiting kwam in hun soldij.
     Rob de Nijs bezingt Jan Klaassen* als een flierefluiter die populair was zowel bij de dames (hij sliep in de armen van de dochter van de schout) als bij de kind’ren van de stad. Dat was incidenteel misschien best mogelijk. Maar voor het overgrote deel hadden trompetters destijds toch echt iets belangrijkers te doen. Zoals het blazen van de aftocht.


Rob de Nijs zien en horen? Klik HIER

Het lied zou zijn ontleend aan de historische figuur Jan Claesen, trompetter in het leger der Lage Landen. Maar geheel naar waarheid is het bepaald niet. Zo zingt Rob de Nijs dat 'het leger (inclusief deze trompetter) nooit is teruggekeerd van de Mokerhei'. De voor het Nederlandse leger rampzalig verlopen slag op de Mokerheide tegen de Spanjaarden, vond echter plaats in 1574, dus vroeg in de Tachtigjarige oorlog. De illustere koperblazer Jan Claesen was toen misschien nog niet eens geboren! Wel is zeker dat hij 'pas' stierf nadat hij het leger had verlaten, en wel in 1634 na een brute moordaanslag. Tsja. Zijn graf schijnt zich in Andel (dus ver van de Mookerhei) te bevinden, maar ook daarover bestaan tegenstrijdige verhalen. Volgens één overlevering stond deze Jan Claesen zelfs model voor de bekende poppenkastfiguur Jan Klaassen, wat echter bijzonder twijfelachtig is. 
Kortom: de werkelijkheid en de songtekst wijken nogal uiteen. Maar onder de noemer 'artistieke vrijheid' mag veel.

Bronnen:
- Panhuysen, L., Rampjaar 1672, hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte, 
Atlas Contact, twaalfde druk, 2022;
- Wikipedia.




vrijdag 15 juli 2022

Kooivogels (deel 2)

Sinds mijn coming out als haatmens jegens dierenkooien, wil ik daar nog graag wat over kwijt. Mea Culpa, want ik moet bekennen me daar ook aan schuldig te hebben gemaakt. Ooit. Toen. Vroeger. 
     Twee vogeltjes en twee konijntjes waren de dupe. Ter verdediging: bij de vogels was ik nog een kind. Bij de konijntjes was ik volwassen, maar ze leken zo ‘leuk en leerzaam voor de kinderen’. Hoe naïef en fout kon ik zijn. Schande. Brandstapel. Vagevuur.
     Het is daarom mijn verdiende loon dat ik nu door mijn buren word gestraft. Zij houden sinds kort namelijk een kanarie, vanzelfsprekend in een kooitje. Op zonnige dagen en bij openstaande schuifpuien hoor ik het vogeltje zingen. Prachtig, maar evenzogoed een drama. De buurtjes (rond de tachtig) zijn bijzonder aardig, maar beslist geen dierenliefhebbers. Waarom dan toch dat beessie in huis gehaald?
     De kanarie komt bij hun dochter vandaan. Het leek die dochter zo leuk voor haar zoontje van acht. Ziedaar, het bekende liedje. Maar de thuiswerkende echtgenoot en vader, de schoonzoon van mijn buren dus, ergerde zich kapot aan het gezang van de kanarie. Dus moest-ie weg. Opa en oma naast mij ontfermden zich vervolgens over het beestje, ondanks hun matige dierenliefde. Ach, zo gaan die dingen.
     Nu het zomert hoor ik dat (buur)vogeltje dagelijks zingen. Dat doet-ie niet omdat hij zo vrolijk is, maar om een partner te lokken. Die nooit komt.

dinsdag 12 juli 2022

Kooivogels

Wippend in zijn invalidenkarretje zwoegt de man tegen de helling van de fietsbrug op. Ik haal hem in, maar stop om te vragen of ik kan helpen. Dat mag, dus duw ik hem het laatste stuk omhoog. De beenlamme man is uniek. Zijn invalidenwagentje is namelijk ongemotoriseerd, beweegt nog op armkracht. Ja op armkracht, een bijzonderheid in ons (accu)rijke land. Waar zich bij moderne scootmobiels een stuurtje met handige schakelaars bevindt, doet deze meneer het nog met twee handpedalen waarmee hij zich als een zwemmende hond in voorwaartse richting molenwiekt. Waarom is-ie nog niet overgestapt op elektrische aandrijving? Geldgebrek is een optie. Maar een bewuste keuze is ook mogelijk. Misschien wil hij zo in conditie blijven, of zijn onafhankelijkheid tonen, of trots. Hoe dan ook, na mijn edele daad fiets ik (zelf)voldaan verder. Helaas voor kort.
     Iets verderop zie ik een koolzaadgele kanarie op hetzelfde fietspad zitten. Een pracht, maar ongetwijfeld ontsnapt uit zijn kooi. Een kooi! Hét symbool van vrijheid achter tralies gestopt, wat bezielt mensen? In al hun onnozelheid houden ‘liefhebbers’ hierdoor een schofterige handel in stand. En het ontsnapte pietje op het fietspad was/is daar slachtoffer van - samen met ontelbare soortgenoten. 
     Het diertje is zijn vrijheid overduidelijk niet gewend, gedraagt zich wereldvreemd, blijft op het asfalt zitten terwijl fietswielen hem rakelings passeren. De sneue, want kansloze kanarie weet niet waar hij het zoeken moet. Logisch. Hij zat z'n hele leven opgesloten, solo, terend op bakjes droogvoer en water - ter vermaak van zijn bezitter.
     Graag duw ik een behoeftig medemens met mijn laatste krachten tegen een steile fietsbrug op. Daarentegen duw ik (kooi)vogelbezitters en -handelaren met een sardonische grijns naar de rand van een diep ravijn, wetend dat zíj niét kunnen vliegen.

zaterdag 9 juli 2022

Cindy Hoetmer

Zojuist een boekje van Cindy Hoetmer uitgelezen. Net zoals ik schrijft ze korte stukjes, vooral over haar lege bestaan, maar dan duizend keer beter. Kan niet in haar schoenen staan. Net als ik is zij een loser, maar dan eentje zónder ego, wat haar als schrijver een stuk waarachtiger maakt.
      Hoetmer (55) is niet zo bekend. Ooit verscheen van haar een roman die door kenners volledig werd afgebrand. Verder moest ze het - naast een simpel baantje om rond te komen - vooral hebben van een paar columns of losse artikelen. Die gingen of gaan eigenlijk nergens over; geen boodschap of diepere laag; gewoon zoals het leven is voor een weinig succesvolle, alleenstaande, naar geluk hunkerende vrouw van middelbare leeftijd met een groot hart voor beestenspul, maar die van nature niet al te vrolijk daarentegen juist behoorlijk angstig en negatief is.
     Direct na het lezen van haar bundel Goed, naar omstandigheden heb ik haar gegoogeld. Ze is niet mooi, ze is niet lelijk. Toch was ik spoorslags verrukt van Hoetmer. Misschien juist wel door haar chagrijnige, weinig glamoureuze looks in combinatie met die vlakke, pretentieloze pen. Och, dat kun je zo hebben als je een boek hebt dichtgeslagen. En een biertje op hebt. Dat laatste is flauw, want daarmee doe ik de schrijver (schrijfster mag niet meer) te kort. Verdient ze niet. Ze is echt beter dan dat. Veel beter. 
 
Puur toeval. Ik had net bovenstaand blogje gereed, of er verschijnt
een uitgebreid artikel van Hoetmer in de weekendbijlage van de Volkskrant.
Hopelijk dat dit artikel haar meer succes en brood op de plank bezorgt.



zondag 3 juli 2022

Lelieblank

Ierland, Finland en Portugal behoren tot mijn favoriete landen. Het vreemde: het zijn de naties binnen West-Europa die ik nooit bezocht. Ik moet het daarom weer 'ns van de verbeelding hebben. 
     Bij Ierland denk ik aan een groengolvende lappendeken waarop lelieblanke schonen met koperrode lokken hun schapen hoeden. Na gedane arbeid komen zij in de herberg knusjes bijeen om hun harp te beroeren of anderszins stemmige tokkelmuziek te produceren. Bij Finland denk ik aan een bevroren meer met op de oever een robuuste blokhut voorzien van een hete sauna waarin je, ongegeneerd tussen andere bloteriken, levensverhalen uitwisselt terwijl buiten een maandenlange donkerte woedt. Bij Portugal denk ik aan zondoorstoofde kusten alwaar stuurse vissers met ruige wenkbrauwen hun netten boeten, maar waar ze ‘s avonds samendrommen op pleintjes of in cafés om weemoedige fadoliederen te beluisteren.
     De drie genoemde scenes zijn te mooi om waar te zijn, daarom blijf ik er weg, want waarom de illusie verknallen? Reisgoeroes zien dat natuurlijk geheel anders. Je moet al die voor jou onbekende regio’s juist beléven. Ontelbaren volg(d)en hun raad op met gevolg dat men nu veel wereldwijzer, begripvoller en ruimdenkender is - hier passen drie grote vraagtekens - en de wereld als geheel een overzichtelijker oord. Vooral dat laatste waag ik te betwijfelen. Daarom kies ik ervoor om slechts in gedachten en met het hart vervuld van warme weemoedige fadomuziek een ingesneeuwde sauna te betreden en ongegeneerd plaats te nemen tussen andere bloteriken waaronder lelieblanke schonen met koperrood schaamhaar. 



woensdag 29 juni 2022

Tornado

Onlangs opende elk nieuwsbulletin met het bericht dat een tornado in Zierikzee flink had huisgehouden. In alle beelden zag ik reporters bij een woonblok staan waarvan het complete dak was afgewaaid. Er was bovendien een dode te betreuren en één persoon belandde in het ziekenhuis. Triest. En wat een ravage! Het viel me echter wel op dat bij al die verschillende nieuwsbulletins steeds weer dat ene huizenblok in beeld kwam. Oké, er werd verteld dat door de hele stad dakpannen en ruiten waren gesneuveld, bomen omgewaaid en terrasstoelen weggeblazen, maar dé spectaculaire schade trof slechts één huizenblok. En dat was eigenlijk niet zo heel vreemd, want juist bij dit blok was men bezig met dakrenovatie. Overal stonden (of lagen inmiddels) dan ook bouwstellingen langs de betreffende huizen. Kortom: dit woonblok was op moment dat de tornado passeerde uiterst kwetsbaar. Heel voorzichtig zou je daarom misschien kunnen stellen dat dit natuurverschijnsel toch niet zo veel aandacht verdiende, maar dat hier eerder sprake was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
     Aan die nuance heeft de gemiddelde nieuwsconsument natuurlijk geen enkele boodschap. Die wil een voor ons land unieke tornado (wat hier de facto helemaal niet uniek is, zeker niet als je het in goed Nederlands ‘windhoos’ noemt) gekoppeld zien aan menselijk drama, en als het effe kan ook nog met een verkapte verwijzing naar klimaatverandering. En het journaille werkt daar braaf aan mee.
     Gezien dit voorbeeld adviseer ik iedereen zoveel mogelijk berichten en sowieso de hele santenkraam aan communicatie(middelen) te negeren of op z’n minst met de nodige korreltjes zout te nemen. Tenzij ze van mij afkomstig zijn.

zondag 26 juni 2022

Vormeloos

In korte broek pootjebaden aan het strand van Kijkduin. Kuitdiep. De Noordzee is vandaag bijzonder vriendelijk. Maar tussen het rustgevende gekabbel door is daar plots een wat hogere golf die mij een drijfnatte broek bezorgt. Het plakt en voelt koud in het kruis. Ik kan het de zee echter niet kwalijk nemen. Ze bezit nou eenmaal geen denkend vermogen, is niet besluitvaardig, heeft geen bedoelingen. Bovendien is ze vormeloos, want samengesteld uit stuurloze (water)deeltjes. Het natte textiel is daarom mijn eigen schuld, niet die van de zee, tenzij je in Neptunus of Poseidon gelooft.
     Sowieso komen de zee en ik steeds nader tot mekaar, gaan we meer en meer op elkaar lijken. Met het ouder worden nemen mijn denkend vermogen en besluitvaardigheid gestaag af. Daarentegen neemt de vormeloosheid bij het bejaarde lijf juist weer toé. En uiteindelijk, na mijn verscheiden, besta ook ik slechts uit losse deeltjes als atomen, neutronen, quarks en weet ik veel. De onzichtbare bouwsteentjes die ooit 'mij' vormden, maken straks deel uit van iets anders, of liggen ergens doelloos te liggen, of zweven in de wind, of drijven ergens. Later, eens, in die kommerloze toestand, maak ik heel misschien wel deel uit van dezelfde zee die nu vriendelijk rond mijn kuiten spoelt, maar mij zonet nog een nat pak bezorgde. Een mooi vooruitzicht.

Filmpje zien? Klik HIER
Dit videootje is overigens ook zeer geschikt als slaapmiddel.  

zondag 19 juni 2022

Casa di mama

Vakantie is een stuk plezanter dan oorlog, maar helaas gaat mijn interesse meer uit naar de laatste. Daarom sta ik voor een oorlogsmonument in het stadje Argostoli op het Griekse eiland Kefalonia. In 1943 werden hier vijfduizend militairen van de Italiaanse Acqui-divisie door de Duitsers geëxecuteerd.
     Hè, hoor ik menigeen zeggen, Italianen en Duitsers vochten toch aan dezelfde kant, Mussolini en Hitler waren toch dikke maatjes? Jazeker, maar toen het Italiaanse thuisfront zowel militair als politiek implodeerde - waarbij Il Duce door eigen volk werd omgebracht -, besloten de in Griekenland gestationeerde Italiaanse troepen subiet te stoppen met oorlogje spelen. Mannaggia! Basta! 
     Vooral voor de op het sprookjesachtige eiland Kefalonia gelegerde soldaten leek de strijd sowieso ver weg. De Italianen vermaakten zich er uitstekend en sloten menig vriendschap met de lokale bevolking. Deze gemoedelijke houding stond natuurlijk haaks op die van hun fanatieke strijdmakkers, de Duitsers, die Keine Spielerei duldden. En toen de olijke spaghettivreters ook nog eens besloten massaal de wapens neer te leggen en dat het hoogste tijd werd om naar casa di mama terug te keren, noemde de Duitse legerleiding dat niets minder dan desertie. En daar stond de doodstraf op. Lang verhaal kort: groepsgewijs werden ruim vijfduizend ongewapende, Italiaanse officieren en manschappen door Duitse mitrailleurpelotons neergemaaid. Van de Acqui-divisionisten die het geluk hadden de slachting mis te lopen, kwamen alsnog zo'n drieduizend om door (moedwillige?) verdrinking tijdens scheepstransporten. 
     Deze dramatische gebeurtenissen vormden leidraad voor een grootse roman die in 1994 verscheen: Captain Corelli’s Mandolin van Louis de Bernières. In 2001 volgde de suikerzoete verfilming ervan die uitgroeide tot een kaskraker.
     Wat weet ik, suffe toerist, nog meer over het in de Ionische zee dobberende Kefalonia (Cefalonia of Kefalinia mogen ook) te vertellen? Dat het werkelijk beeldschoon is, omringd is door spierwitte strandjes en intens blauwe wateren, dat het landschap varieert van lieflijk tot ruig en bergachtig (op de hoogste top skiet men 's winters), dat de dorpjes bijzonder fotogeniek zijn en talloze tavernes je uitnodigen tot dromerig voor je uit staren. Maar uiteindelijk is daar toch die openingszin.

Filmtrailer Captain Corelli's Mandolin zien? Klik HIER

...suffe toerist...

zondag 29 mei 2022

The Last Duel

Het blijft wringen: een Hollywood-productie met sterren als Matt Damon, Jodie Comer, Ben Affleck en Adam Driver die middeleeuws-Amerikaans spreken in een Europees kostuumdrama. Maar oké, geen ge-kniesoor, dus ging ik er eens lekker voor zitten, want wanneer zag ik nu voor het laatst een ouderwets vette ridderfilm? Nou ja, ouderwets? Het thema is nogal actueel, namelijk Me Too.
    In het kort gaat The Last Duel over de twee bevriende ridders Jean en Jacques in het hardvochtige 14de-eeuwse Frankrijk. Maar als Jean ergens op veldtocht is, stort vriend Jacques zich letterlijk op de aantrekkelijke Marguerite, de in haar kasteel achtergebleven echtgenote van Jean. Verkrachting heet zoiets. Dat mag natuurlijk niet - toen niet en nu niet - dús komt er gelazer van. Direct na thuiskomst daagt de briesende Jean vriend Jacques uit tot een duel. Een terzijde: dit verhaal berust op enige waarheid, want het schijnt het laatste gedocumenteerde, door het Franse hof gefaciliteerde duel tot de dood te zijn tussen twee edelen.
     Wat deze lange ridderfilm bijzonder maakt, is dat de gebeurtenissen worden bezien door de ogen van zowel Jean, Jacques als Marguerite. De harde feiten blijven weliswaar overeind, maar doordat het perspectief verschilt, ontstaan er nuances die een weifelend mens doen afvragen hoe fout fout is. Maar goed, daar ga ik niet over. Wie daar in de film wel over gaat, is God. De verliezer van het duel-tot-de-dood (volgens de mores van die tijd hangt ook Marguerites leven ervan af) zal de schuldige zijn. De uitslag wordt namelijk niet bepaald door de krijgskunsten van Jean en Jacques, en ook niet door hun paarden, maliënkolders, zwaarden en dolken, maar door Hem. Waar Hij was tijdens het vergrijp, dát vertelt deze story niet. 

Trailer zien? Klik HIER

zondag 22 mei 2022

Panorama Mesdag

Met een uitgeprinte routebeschrijving in de hand liepen we over de Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen. Mijn begeleidster en ik bezochten de graven en een enkele urn van nogal wat prominenten. Ik noem de impressionistische schilder Jacob Maris, wereldkampioen baanwielrennen Piet Moeskops, de schrijvers Louis Couperus, J.J. Voskuil en Menno ter Braak, Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen, oprichters van opleidingsinstituten als A.A. Schoevers (kantoorpersoneel) en jonkvrouw S.K. de Bronovo (verpleegkunde), theoloog Abraham Kuyper, boekhandelaar De Slegte, zanger Willy Derby, tv-presentator Kick Stokhuysen, ministers-presidenten Drees en Gerbrandy en nog heel wat lieden van adel, politici, legerleiders, bekenden uit de sportwereld, beeldende kunst en variété. Zij allen lagen er mooi bij. Sereen ook, zo onder het gefilterde licht van de statige oude eiken in het voorheen duinengebied. (Vandaar de naam van dit oude kerkhof dat in 1247 ontstond.)
     Wiens graf we aan de hand van het routekaartje niét konden vinden, was dat van Hendrik Willem Mesdag, beroemd van zijn Mesdag Panorama te Scheveningen. Volgens de beschrijving waren we ‘warm’, maar waar lag die verrekte kunstschilder nou precies? Ik besloot het te vragen aan een vrouw die vlakbij, samen met twee verveeld kijkende tienermeiden (wellicht haar dochters), bezig was petunia's te begieten op een vers ogend graf. Ze wist helaas niet waar Hendrik Willem Mesdag lag; sowieso maakte ze de indruk dat het haar totaal niet boeide. 
     ‘Ik weet alleen waar mijn vader ligt, en dat is hiér,’ zei ze kortaf en wijzend naar de petunia's. Gelijk had ze. Wat moet je met al die dooie prominenten als je bij het graf van je vader staat. 

Museum Panorama Mesdag


zondag 15 mei 2022

Zelfhaat

Van verreweg de meeste zaken snap ik niets. Nee, ik bedoel niet zoiets als de werking van een accu, een galblaas of het ontstaan van zwarte gaten. Daar weet ik weliswaar ook niets van, maar als men mij dit soort zaken rustig uitlegt, begin ik toch een aardig beeld te krijgen. Waar ik echter nooit iets van zal snappen, is waarom je rug meestal jeukt op een plekje waar je nét niet bij kunt. Zó vreemd. Ook begrijp ik maar niet waarom nogal wat lieden een persoonlijke ringtone op hun mobieltje installeren. Oké, er is natuurlijk een verlangen naar herkenbaarheid. Wellicht belangrijker is het streven naar individualiteit, naar het eigene alwaar je, conform deze tijd, natuurlijk prat op dient te gaan en dus uit moet dragen. Maar hoe gaat zoiets in de praktijk?
     Je loopt in de openbare ruimte en ineens begint je telefoontje te schetteren. Omstanders kijken je verschrikt aan. En geërgerd, want jouw favoriete ringtone is vrijwel nooit hún favoriet. (Ooit hoorde ik 'Allahu Akbar' blèren uit de handtas van een hoofdoekje.) Bovendien wordt zo'n gepersonaliseerde riedel vanwege het minuscule klankkastje dusdanig vervormd dat men gerust mag spreken van auditieve verkrachting. Dit alles zorgt ervoor dat je zo snel mogelijk op de oproep reageert, wat betekent dat je je favoriete soundtrack middels een venijnige vingerbeweging abrupt het zwijgen oplegt, oftewel de nek omdraait. 
     Tenzij het een vorm van zelfhaat betreft, snap ik hier dus niets van. Veel logischer zou het zijn een akelig geluid als ringtone te installeren. Bijvoorbeeld het brullen van een woedende gorilla of de stem van der Führer, die opties bestaan namelijk. Snel opnemen is dan het devies, opdat men ervan verlost is.
     Bottom line: wat is er mis met een meer neutrale rinkel of bliep?

zondag 8 mei 2022

Genderfluïde

Hij en zij wandelen gearmd langs mijn tafeltje op het buitenterras van een aangenaam etablissement. De man houdt met zijn vrije hand een blonde hond kort aangelijnd. Een mooi stel, rond de vijftig. Zijn dame trippelt op naaldhakken waardoor ze een half hoofd boven hem uitsteekt. Haar kleding is uitdagend: een strak kokerjurkje dat van voren laag is uitgesneden zodat haar volle boezem glanst in de lentezon. Ze is ook flink opgemaakt: lippen van kersen, kapsel van Jane Fonda, oogschaduw van Corneille. Kleine dissonantie bij haar is een 'middelbaar buikje', maar allez, ge kunt niet alles hebben. De twee kiezen voor een tafeltje recht voor mijn vizier, waar ze meteen gezellig beginnen te smoezelen, zijn arm innig om haar schouder. Een mooi stel, ik schreef het al, alhoewel de vrouw me bij nader inzien toch wat hoekig lijkt.
     Een ober stopt bij hun tafeltje. Zij bestelt. Witte wijn voor haar, Belgisch biertje voor hem en een bak water voor de hond, want 'die heeft het zo warm'. 
     Het is haar basstem die duidelijkheid brengt: zij is - of was - een hij.
     Travestie is hier natuurlijk mogelijk (zelfs op een doordeweekse middag, ergens op de Veluwe), maar vanwege die half ontblote, volle boezem ligt geslachtsverandering meer voor de hand. Maar hoe zit het dan met haar stem, want ze klinkt als Maarten van Rossum? Ach, wellicht zit ze nog midden in transitie en moeten de hormonen nog indalen, of zoiets. Overigens, heet zo iemand niet transgender? Of is transseksueel de juiste benaming? Of non-binair? Of...
     Tjezusss! Waarom toch dat vermoeiende gehengel naar label of genderfluïde status? Het antwoord komt zodra ik mijn blik afwend, en in de spiegelende ruit van het etablissement een miezerig burgermannetje zie zitten.

zondag 1 mei 2022

She loves you

Tijd is relatief, bewees Einstein. Maar die relativiteit zit ook domweg in je grijze massa. Neem een periode van pakweg twintig jaar. Voor ouderen is dat slechts een fase. Voor een jongere vormt dezelfde tijdspanne het bestáán.
     Laten we voor de gein twintig jaar teruggaan. Toentertijd werd de gulden opgedoekt en vlogen Boeings het WTC binnen, gebeurtenissen die in mijn beleving gisteren nog plaatsvonden. Voor de meeste jongeren is het iets uit een heel ver verleden. Ze weten ervan, zien of lezen het op hun schermpjes, maar gevoel hebben ze er nauwelijks bij.
     Oké, hou diezelfde twintig jaar nog even vast. Zo’n zelfde pauze - korter zelfs - zat namelijk tussen de Holocaust en The Beatles. Nou heb ik een hekel aan het woord ‘bizar’, maar hier zou het toch aardig op zijn plaats zijn. Er bevonden zich, nondeju, amper twintig lentes tussen de gruwelen in Auschwitz en het zoetige She loves you van het langharige viertal uit Liverpool. Als tiener liep ik begin Sixties weg met de Fab Four die bezig waren een revolutie te ontketenen. De godganse dag zat ik dan ook thuis met mijn vettige puistenkop aan de transistorradio geplakt. De volwassenen uit mijn omgeving zagen dit sneue gedweep natuurlijk vol onbegrip aan. Logisch, hun hoofden waren nog gevuld met beelden, geluiden, geuren van het Jappenkamp, de Bersiap en ten slotte de moeizame inburgering in dit voor hen zo vreemde (vader)land. Onze leefwerelden waren, zacht gezegd, nogal gescheiden.
     Nu ik er zo over nadenk, is het eigenlijk best een mirakel dat verschillende generaties begrip voor elkaar kunnen opbrengen. Want dat doen ze. Soms. 

Tussen deze foto uit Buchenwald en DIT FILMPJE zit minder dan 20 jaar...


zondag 24 april 2022

Lander Bräu

Zoals het een pensionado betaamt, zit ik graag op een rustig plekje naar de wereld te staren, te mijmeren. Een van mijn favoriete hangplekken is een bankje aan de jachthaven, vlakbij huis. Vanaf hier kijk ik naar de aangemeerde plezierjachten - voorzien van luisterrijke namen als Wind of Change, Witte Veder, My Bucket List, Scarlet of Sunray - met op de achtergrond de weidsheid van het IJsselmeer. Deze aanblik is een weldaad voor mijn gemoed. Maar vandaag loopt dat een forse deuk op. Tijdens het pellen van een pisang zie ik, pal onder mijn bankje, zes ingedeukte bierblikjes liggen. Het goede humeur ebt weg; mijn hoofd vult zich met sissende slangen.
     SSScheissse! Het biermerk is Lander Bräu, daarom denk ik meteen aan Duitsers; zij zijn hier in de meerderheid, vertellen de kentekenplaten op de aanpalende parking. Maar wacht 'ns effe, Lander Bräu, dat is dat budgetmerk uit de schappen van Albert Heijn! Ik denk daarom toch eerder aan jammerlijk volk uit mijn eigen polderdorp. Aan deplorabele types, want kom op, hoe ziet je leven eruit als je dit B-merk koopt, het meezeult naar dit bankje bij de jachthaven, alhier gaat slempen en de lege blikjes ter plekke dumpt terwijl zich op twaalf meter afstand een vuilnisbak bevindt?
     Maar goed, hoe nu verder, wat te doen met de smerige blikjes? Als notoire fatsoensrakker vind ik dat ik ze niet kan laten liggen. Belangrijker: de rotzooi bezoedelt mijn hang out.
     Weerzin verbijtend raap ik ze met blote handen op, loop ermee naar de vuilnisbak en kletter ze erin. Daarna gruw ik van mijn eigen vingers; ze voelen plakkerig en infectueus. Prompt doemen bij mij beelden op van asociale inteeltbekken, door opgedroogd spuug omzoomde, bier lekkende smaksmoelen en ranzige jatten die de geleegde blikjes wellustig verkreukelen. 
     De slangen in mijn kop sissen niet meer, ze bijten.







zondag 17 april 2022

Toeters en bellen

Een prachtige lentedag en dus pak ik de fiets om naar het crematorium te gaan. Een vreemd gegeven wellicht, maar niet als ik vertel dat ik daar heb afgesproken met mijn begeleidster om haar bij te staan tijdens het afscheid van Ellen, haar beste vriendin. Ik kende Ellen niet zo goed, had haar slechts een enkele keer ontmoet. Ook Ellens achterban is vrijwel vreemd voor mij. In de aula hou ik me dan ook aan de zijlijn op, wat mij van nature goed afgaat. Naast de niet al te grote opkomst is er meer dat mij bevalt. Ellen hield namelijk niet van toeters en bellen, daarom zullen er op haar verzoek geen toespraken of presentaties plaatsvinden. Dat bevestigt ook haar zoon, die desondanks achter het katheder verschijnt. ‘Ik zal het daarom kort houden, maar wil toch graag vertellen hoe wij die laatste weken hebben beleefd, met mamma die al zo ziek was.’ 
     De uitvaartmevrouw zegt ook nog wat, nou ja, eigenlijk vult ze meer de leegte tussen de drie stemmige muziekstukken. Geen toeters en bellen dus, en dat geldt ook voor de nazit die heel klassiek is - koffie of thee met cake - wat ik vanwege de karigheid een mooie Nederlandse traditie vind, maar waar helaas vaak nogal lacherig over wordt gedaan.
     Weer terug naar huis, fiets ik via een omweg door het in voorjaarstinten ontspruitende bos waarin, als toetje, een majestueus vogelconcert aan de gang is: de toeters en bellen van de natuur. Daar hield Ellen vast wél van.

zondag 10 april 2022

Smuk

Velen houden van juwelen. Dit zinnetje rijmt niet alleen, het klopt. Ik vermoed zelfs dat de meeste mensen dagelijks een of meerdere sieraden dragen, denk alleen al aan trouwringen en zo. Goud, zilver, platina en edelstenen zijn sterk vertegenwoordigd, maar ook prozaïscher materiaal als ijzer, hout, aardewerk en plastic voldoen prima.
     Ikzelf heb er weinig mee. Op de eerste plaats omdat sieraden niet lekker dragen. Ze klemmen of haken en voelen kil of juist klef. Bovendien zijn ze niet zelden redelijk kostbaar zodat je voortdurend in de rats zit ze kwijt te raken. Het voor mij allerbelangrijkste argument om zonder smuk door het leven te stappen, is dat ik nog nooit iemand ben tegengekomen die aantrekkelijker werd door het dragen ervan. Sterker: ik vind het vaak onesthetisch, bespottelijk en pijnlijk om aan te zien. Bij dat laatste denk ik op de eerste plaats aan lip-, tong-, wenkbrauw- en andersoortige piercings. Maar ook de bengelende prullaria rond oren, nek en armen kunnen mij nauwelijks bekoren.
     Er is echter één uitzondering: polshorloges, want die maken de man (m/v). Zeikerd als ik ben, vermeld ik snel dat ik ook van verreweg de meeste herenhorloges niets moet hebben, vooral niet van die bombastische die je vaak ziet. Nee, eigenlijk telt voor mij slechts één merk: Mondaine. Deze Zwitserse fabrikant staat bekend om horloges die zijn geïnspireerd op de klassieke stationsklok. Strak als de flanken van de Matterhorn, praktisch als het beroemde rode zakmes, neutraal zoals het Helvetiërs betaamd, stipt als hun spoorwegboekje, solide als hun banken en beeldschoon als hun landschap. Deze tekst op mijn laptop typend, verlang ik spoorslags naar kaasfondue, raclette of rösti. En naar het verre moment dat ik van mezelf een nieuw horloge mag aanschaffen, want alles op z'n tijd - de juiste tijd.

Horloges van Mondaine zijn er in verschillende uitvoeringen en kleuren.
Maar de designklassieker blijft toch het fraaist, met zijn strakke
 stalen kast, wit met zwarte wijzerplaat en de markante rode secondewijzer.




zondag 3 april 2022

Te voet

Misschien is het gewoon luiheid, maar wandelbenen bezit ik niet. Hoe mooi de omgeving ook mag zijn, hoe heerlijk het weer of hoe prettig het gezelschap, altijd verlang ik naar het einde van de wandeling waar een zalig nietsdoen wacht, graag met koffie & appeltaart dan wel bier & bitterballen. Ik kan er niet goed de vinger opleggen waarom dat zo is. Wellicht is te voet gaan mij gewoon te langdradig, wil ik te snel weten wat er na de volgende bocht komt, een nieuwe einder. Ongeduld dus, of stomweg onrust in de kop.
     In militaire dienst had ik er al last van tijdens lange marsen. Terwijl vele strijdmakkers leden aan bloedblaren, ontstoken achillespezen en spierblokkades, ging ik mentaal ten onder aan de monotone massabeweging en uitzichtloosheid. Eens, tijdens zo’n lange expeditie door de Noord-Duitse laagvlakte, werden de uitvallers aan het eind van de dag her en der langs de weg met jeeps opgehaald. Eén van hen was ik. Bij de andere uitvallers zag ik schrijnende voetwonden en totale uitputting. Ik mankeerde daarentegen fysiek niets, wel was ik breindood, na ja, soort van.
     Wanneer mijn begeleidster en ik te voet door de natuur gaan, fladdert zij in het rond en fotografeert ze elk sijsje, madeliefje en elfenbankje. Zwijgend op de achtergrond vraag ik me echter steevast af hoe ver we nog moeten. Tevens denk ik: iedereen kan m'n rug op met dat romantische geteem over Wanderlust, over de gezonde buitenlucht, de goede lichaamsbeweging en de mooie natuur. Rot op, ik wil koffie met appeltaart, en wel nu! Om de stemming erin te houden huichel ik zo nu en dan een glimlach. Helaas wordt ook dat vastgelegd. 



zondag 27 maart 2022

Walhalla

De vorige keer omschreef ik de situatie in het stembureau. Later, nadat de stemmen waren geteld, bleek de opkomst op de bewuste verkiezingsdag historisch laag: landelijk amper vijftig procent, in mijn stad zelfs nauwelijks meer dan veertig procent. Lekker dan! Desinteresse en vooral die archetypische Hollandse negativiteit over van alles en nog wat, bleek de hoofdreden. Tijdens een straatinterview op teevee zag ik een vrouwmens deze anti-mentaliteit in plat Randstedelijk accent treffend samenvatten: ‘Ach, het maakt niets uit op wie je stemt, ze maken er toch allemaal een zooitje van.’
    Wellicht had ze gelijk. Daarom heb ik me voorgenomen zelf de politiek in te gaan en een partij te beginnen die het vertrouwen terug zal winnen. Mijn tools in kort bestek: binnen één jaar een mooi nieuw, betaalbaar huis voor iedereen - zónder energiekosten, want die zijn voor rekening van de staat; gratis medische zorg; benzineprijs gegarandeerd lager dan één euro; btw wordt overal afgeschaft; gratis en onbeperkt onderwijs waarbij studenten ook nog een dikke beurs ontvangen opdat iedereen een master scoort; gratis lidmaatschap bij Basic-Fit, entreekaartjes voor Walibi en jaarlijks een all inclusive naar Antalya; alle uitkeringen, pensioenen en salarissen gaan minimaal naar het huidige modaal niveau waardoor de beladen term minima terstond door de shredder kan. Ziedaar: een welvarende, bijna walhalliaanse samenleving.
     Maar er moet natuurlijk wel iets tegenover staan. Zo eis ik een verbod op misdaad. Nee niet zeuren, dat mag echt niet meer. Ook slecht weer, natuurrampen en andersoortige pechgevallen zullen niet (meer) worden getolereerd. Daarnaast zal ik de hoogste straf laten opleggen aan het larmoyante volk dat - ondanks mijn verlichte ideeën - nog steeds durft te zeiken. Sterker: ik laat een elite-eenheid formeren die alsnog klagende burgers standrechtelijk executeert. Vermoedelijk krijgt die het razend druk.

Russian execution. Een scene uit Monty Python.

Deze is ook heel aardig, een scene waarin Blackadder in zijn gevangeniscel kennis maakt met het vrolijke vuurpeloton dat hem de volgende dag neer zal knallen. Klik HIER


donderdag 17 maart 2022

Stemvee

Een stem uitbrengen doe ik sinds jaar en dag in de streng gereformeerde kerk niet ver van mijn woonerf. Binnenin oogt het behalve streng, ook kil en ongezellig. Maar het moet gezegd: op het democratische feestje dat verkiezingsdag heet, is iedereen er bijzonder aardig en voorkomend. Dat geldt zowel de vrijwilligers die het stembureau runnen, als het stemvee.
     Wanneer ik binnentreed, zo eind van de ochtend, verkeer ik doorgaans tussen andere bejaarden. Vaak zijn dat m/v-stellen die er een serieus uitje van maken. Wat me daarbij opvalt, is dat de seniore dames serieus te werk gaan: stemkaart afgeven, registreren middels ID-kaart, paspoort of rijbewijs, stembiljet in ontvangst nemen, in het hokje hun keuze aangeven, biljet in de bus laten glijden en daarna opzouten. Daarentegen voelen veel van hun mannelijke partners zich geroepen interessant en getapt te doen. 
     Zo sloot ik bij bovengenoemd stembureau aan achter een oude knar met een honkbalpetje wiens vrouw hem vlotjes was voorgegaan en reeds via de uitgang verdwenen. De man deed er veel langer over. Hij grapte tegen de jongedame achter de aanmelddesk. Daarna maakte hij een stoute opmerking over het hem uitgereikte rode potlood. Vervolgens klierde hij hardop in het stemhokje. Tot slot deed hij jolig tegen de vrijwilliger die zich pal naast de stembus had geposteerd. Geheel opgaand in zijn act, stond het honkbalpetje druk te gebaren met in zijn ene hand het stembiljet en in de andere zijn legitimatiebewijs. De medewerker naast de stembus, die waarschijnlijk al de hele ochtend ‘grappige’ knarren had moeten aanhoren, waarschuwde hem: ‘Pas maar op dat u niet per ongeluk uw paspoort in de bus gooit, want dat maak ik hier wel vaker mee.’ Het honkbalpetje antwoordde in vragende vorm: ‘Zie ik er zo dom uit dan?’ 
     Niemand in het stemlokaal reageerde op deze retorische vraag waardoor een korte, pijnlijke stilte volgde. Daarna klonk ergens achter hem een droog gekuch. En zo hoort het in een strenge kerk.

Het Anker, de christelijk gereformeerde kerk te Lelystad, ligt op 
loopt afstand van mijn huis. Het gebouw dateert uit de jaren zeventig
van de vorige eeuw.


zondag 13 maart 2022

Rationaliteit

Dat onze soort slechts een ietsiepietsie rationeler denkt en doet dan bonobo's, weten we natuurlijk allang. Het allerbeste bewijs van onze irrationaliteit vinden we als vanzelf bij religies. Die zijn immers gebaseerd op een ver verleden waarin charismatische lieden rondliepen wier persoonlijk gekleurde ideeën, uitingen en hallucinaties ooit op schrift zijn gesteld. Ontelbaar veel sprookjesboeken leverde het op; geschriften die in de loop der eeuwen de leidraad zouden vormen voor miljarden volgelingen, ondanks het feit dat nog nooit enig bewijs werd gevonden dat het bovennatuurlijke ook maar één molecuul of zandkorreltje van zijn plaats deed verschuiven. 
     Maar naast de welbekende religieuze wegbereiders, geloven we ook nu nog in vage medicijnmannen en -vrouwen die je zouden kunnen genezen van beriberi of kanker. En in sjamanen en coaches, die je, bijvoorbeeld, wijsmaken dat je heel erg in jezelf moet geloven. Ik ben sjamaan noch coach, toch geloof ik direct dat zulks heel fijn in de oren klinkt. In de praktijk betekent het echter vooral dat je sterk in je eigen sneue geklungel dient te geloven waardoor je er geen sodemieter mee opschiet. 
     Lang verhaal kort: wij laten ons graag foppen, al is het maar voor dat rustgevende, beschermende gevoel dat een vermeende autoriteit kan bieden.
     Ook op een meer werelds niveau laten we ons graag bedotten. (Het werkwoord 'naaien' mag hier ook.) Ik hoef alleen maar de namen te noemen van sommige 'grote' leiders die hun volk aperte onwaarheden voorspiegel(d)en. En de kudde trapt(e) daar steeds weer in, met alle misselijkmakende gevolgen van dien - voor de actualiteit verwijs ik graag naar het nieuws van gisteren of vandaag. Sterk afhankelijk van de kwaliteit van de diverse media, treft men tussen de vaak goede nieuwsgaring ook veel al dan niet van bovenaf gedicteerde desinformatie aan, soms zelfs keihard nepnieuws of gemanipuleerde beelden waardoor zomaar waanzinnige theorieën kunnen ontstaan. En dan laat ik de sociale media nog maar even achterwege. In deze mêlee van al dan niet foute data stinken we vrij massaal, ongeacht gezindheid, politieke stroming, sociale klasse en opleiding. Dat geldt natuurlijk met name voor hen bij wie, zacht gezegd, rationeel en onafhankelijk denken nou niet bepaald de allergrootste competentie is.
     Daarom is het op z'n tijd best aardig te checken hoe het met je eigen weldoordachtheid staat. Zin in? Stort je dan op het testje hieronder dat ik jatte uit het boek Rationaliteit van de Canadees-Amerikaanse auteur Steven Pinker, hoogleraar psychologie aan de Harvard-universiteit, tevens taalkundige. Het betreft drie simpele vragen die, in al hun eenvoud, een beroep doen op de ratio waardoor velen ze vrij snel en uit het hoofd kunnen beantwoorden, althans in theorie.

1. Een smartphone en een hoesje kosten samen 110 euro. De telefoon is 100 euro duurder dan het hoesje. Wat kost het hoesje?
2. Acht printers doen er acht minuten over om acht folders te printen. Hoelang zouden 24 printers over 24 folders doen?
3. Een veld staat vol onkruid. De lap onkruid wordt elke dag twee keer zo groot. Na dertig dagen staat het hele veld vol onkruid. Hoelang duurde het voordat het halve veld vol onkruid stond?

Voel je je uitgedaagd, lees dan even niet verder want hieronder volgen de antwoorden. Succes!


 










--------------------------

De juiste antwoorden:
1. vijf euro.
     De meeste mensen denken in een flits aan 10 euro. Oorzaak: ze werden afgeleid door de mooie getallen 110 en 100, en het verschil tussen die twee.
2. Acht minuten.
     Velen denken hier te ingewikkeld. Ze worden bijvoorbeeld afgeleid door die 24, wat driemaal zo veel is als 8. Maar dat getal doet er niet toe zolang er evenveel printers als folders zijn en de printers gelijk draaien.
3. Negenentwintig dagen. 
    Een dag later, de dertigste dag dus, verdubbelde het onkruid zich zodanig dat het veld geheel vol stond. Al die andere dagen doen er niet toe.

Onderzoek onder duizenden Amerikaanse studenten - waaronder nerds van het prestigieuze MIT, oftewel Massachusetts Institute of Technology - toonde aan dat slechts zes procent van de studenten alle vragen goed had. Een derde had alles fout!
     Volgens onderzoekers, zo las ik in Pinkers boek, worden fouten veroorzaakt door de botsing tussen twee cognitieve systemen. Systeem 1 verleidt ons tot snel denken en vlug een oordeel klaar hebben. Systeem 2 wil juist dat je er goed over nadenkt. 
     Fouten hebben dus niet zozeer met domheid te maken (nou ja, kom op, in zekere zin wel natuurlijk), maar des te meer met zaken als ongeduld, vooringenomenheid, slordig leeswerk, zenuwen, piekerstoring, angst, blokkade, impulsiviteit, ruis en - dus - een gebrekkige ratio.
     Een hele geruststelling, vindt deze bonobo. 

Bron: Pinker S. (2021), Rationaliteit, Amsterdam, Atlas Contact.

zondag 6 maart 2022

Schijtreiger

Tijdens een buurtommetje valt mijn oog op iets oranjes dat in de berm naast het trottoir ligt. Ik hou mijn pas in. Het blijkt een goudvisje, dood. Hij ligt er nog maar pas, is in goede staat. Zijn schubben glanzen zacht. Schubjes eigenlijk, het visje meet amper acht centimeter. 
     Geen waterdruppel in de directe omgeving, dus waarom ligt hij hier? Of eigenlijk: waardoor? Is de plastic zak soms gescheurd van iemand die het visje had gekocht bij de dierenwinkel? Of heeft een volgevreten huiskat hem (jacht)instinctief uit een vissenkom gegraaid en is-ie er vervolgens mee aan de haal gegaan om 'm hier achteloos te dumpen? Ik acht het echter waarschijnlijker dat het diertje ergens uit een tuinvijver is gepikt door een reiger. Het barst in mijn wijk namelijk van de tuinvijvers én van de reigers. Maar ook dát is best vreemd, want waarom zou het visje dan niet zijn doorgeslikt, maar hier beland? Mogelijk dat de reiger is weggejaagd door een aanstormende vijverbezitter en had de grote vogel in zijn blinde paniek het goudvisje niet goed klemvast kunnen krijgen waardoor hij zijn prooi tijdens het opvliegen verloor. Hoe dan ook, het oranje kleinood ligt hier te vergaan, wat snel het geval is bij vis.
    Ik loop inmiddels door en denk na over het leven en welzijn van goudvissen, koikarpers en aanverwante artikelen. Want artikelen, dat zijn ze voor hun bezitter - de mens. Het is dan ook heel terecht dat katten en vooral reigers daar volkomen schijt aan hebben.