In het koopjesdorp bij mij om de hoek, beter bekend als Batavia Stad,
staat een kerstboom zo groot dat er tunneltje in zit zodat het volk eronderdoor kan. En dat doet het, speciaal voor de
foto natuurlijk. Veelvuldig poseert men onder het dennengroen. Zo ook een lange man in een camelkleurige kashmier jas die een piepkleine hondje aangelijnd houdt. De man oogt verlegen met de situatie en
daar is alle reden toe, want hij staat daar ontzettend voor lul. Zijn mini-hondje is namelijk zo’n kalig, rillend en vooral triest doorgefokt
exemplaar dat amper boven de goed gepoetste Van Bommel's van zijn
baasje uitkomt. Om het nog deerniswekkender te maken is het beestje gekleed in een rood jasje dat is afgezet met wit
bont, zo’n kerstmanjasje dus. Mijn hart breekt bij
het zien van het hoopje dierenleed. En wansmaak.
Vijf
meter voor dit drama bevindt zich de regisseur tevens fotograaf, een
gezette dame met een pruikerig kapsel en een bontjas in
panterprint. Zij heeft moeizaam de hurkzit aangenomen ten bate van een laag standpunt. Kennelijk wil ze vooral het hondje goed in haar vizier krijgen - manlief schijnt
bijzaak. Als het kiekje gemaakt is probeert de vrouw omhoog te
komen, maar dat lukt haar amper, haar knieën zitten op slot. Ze kreunt; ze kreunt steeds harder. De lange man in de kasjmier jas – blij van het poseren verlost te zijn – haast zich
naar de vrouw in de panterbontjas om haar overeind te helpen. Hierbij sleurt hij het hondje in diens potsierlijke kerstmanjasje zo ruw aan de lijn mee dat zijn
nageltjes over het plaveisel schrapen.
Jassen hebben meerdere functies. Verhullen is daar een van.
dinsdag 24 december 2019
dinsdag 17 december 2019
Kerstgevoel
Het
kerstgeweld in het grote tuincentrum wordt ieder jaar heviger. Baby Jezus – ooit dé aanleiding –
is geheel verdrongen door glitters, jingelende bellen en Mariah Carey. Maar kom-kom, zegt mijn ingebouwde coach, ga er nu niet zuur over lopen doen en geniet gewoon van het aanstaande
feest.
Wat later passeer ik twee dames die ergens tussen de witbepoederde dennentakken staan te beppen. Ik hoor de ene zeggen: ‘We zijn net verhuisd naar de Warande; we hebben er een vrijstaand huis gekocht.’ Sorry hoor, maar waarom expliciet vermelden dat het huis vrijstaand is? Het matcht immers niet met de kerstgedachte dat status ondergeschikt is aan liefde, warmte en goedheid. Maar kom-kom, zegt mijn ingebouwde coach opnieuw, ga nou verdomme niet verder met je gezeik maar geniét.
Een gangpad verderop sta ik bij de vetbolletjes en ander gezellig vogelvoer. Ik hou van vogels en dus fleur ik op bij de ontdekking dat een stel mussen Intratuin's enorme hal als kraakpand beschouwt. De illegaal aanwezige beestjes doen zich brutaal - pal voor mijn neus - tegoed aan de pindastrengen, zaden en ander lekkers dat uit sommige verpakkingen piept. Bij het zien van dit hartverwarmende buffet komt mijn kerstgevoel nu wel spontaan tot leven. Kennelijk heb ik daar helegaar geen coach voor nodig, zelfs geen ingebouwde.
Wat later passeer ik twee dames die ergens tussen de witbepoederde dennentakken staan te beppen. Ik hoor de ene zeggen: ‘We zijn net verhuisd naar de Warande; we hebben er een vrijstaand huis gekocht.’ Sorry hoor, maar waarom expliciet vermelden dat het huis vrijstaand is? Het matcht immers niet met de kerstgedachte dat status ondergeschikt is aan liefde, warmte en goedheid. Maar kom-kom, zegt mijn ingebouwde coach opnieuw, ga nou verdomme niet verder met je gezeik maar geniét.
Een gangpad verderop sta ik bij de vetbolletjes en ander gezellig vogelvoer. Ik hou van vogels en dus fleur ik op bij de ontdekking dat een stel mussen Intratuin's enorme hal als kraakpand beschouwt. De illegaal aanwezige beestjes doen zich brutaal - pal voor mijn neus - tegoed aan de pindastrengen, zaden en ander lekkers dat uit sommige verpakkingen piept. Bij het zien van dit hartverwarmende buffet komt mijn kerstgevoel nu wel spontaan tot leven. Kennelijk heb ik daar helegaar geen coach voor nodig, zelfs geen ingebouwde.
donderdag 12 december 2019
Nirwana
Eenenzeventig
jaar al ga ik ongewapend over straat. Da’s best lang voor iemand
die graag een pistool zou willen bezitten. Of een revolver, want ik
vergeet steeds het verschil. Waarom? Nou gewoon omdat ik een
pistool al van jongs af aan een mooi ding vind en ook omdat zo’n Clock, Baretta, Colt of Browning reuze handig kan zijn. Je kunt er
bijvoorbeeld ruzies mee beslechten, wraak mee nemen of voor euthanasie zorgen als je arts daar geen trek in heeft. Oké oké, het geeft wat rommel
maar het ruimt ook lekker op, een aardige contradictie.
Maar ruzies kun je toch ook met woorden beslechten? Jazeker, helaas blijkt echter altijd weer dat bij spanning en conflicten de overtuigende teksten thuis op mijn nachtkastje zijn achtergebleven. Met mijn vuisten bereik ik doorgaans ook al weinig. Nee, met zo’n blaffer zou ik veel meer mans zijn. Daarbij komen de lustopwekkende grip, de spannende terugslag, het verrukkelijke mechanische klikken en metalig aroma.
Ooit beschikte ik anderhalf jaar lang over een Uzi, een fijne partner, die je bovendien nu en dan lekker mocht laten retteketetten. Maar ja, dat ding had ik in bruikleen en heb ik terug moeten geven. Op genoemde periode na heb ik er dus altijd alleen voor gestaan. Ach, woonde ik maar in het kruitdamp-nirwana aan de overzijde van de Big Blue. Nee, op Trump zou ik dan nooit gestemd hebben. Maar een pistool zou ik vermoedelijk wel bezitten. Of een revolver, want ik vergeet steeds het verschil.
Maar ruzies kun je toch ook met woorden beslechten? Jazeker, helaas blijkt echter altijd weer dat bij spanning en conflicten de overtuigende teksten thuis op mijn nachtkastje zijn achtergebleven. Met mijn vuisten bereik ik doorgaans ook al weinig. Nee, met zo’n blaffer zou ik veel meer mans zijn. Daarbij komen de lustopwekkende grip, de spannende terugslag, het verrukkelijke mechanische klikken en metalig aroma.
Ooit beschikte ik anderhalf jaar lang over een Uzi, een fijne partner, die je bovendien nu en dan lekker mocht laten retteketetten. Maar ja, dat ding had ik in bruikleen en heb ik terug moeten geven. Op genoemde periode na heb ik er dus altijd alleen voor gestaan. Ach, woonde ik maar in het kruitdamp-nirwana aan de overzijde van de Big Blue. Nee, op Trump zou ik dan nooit gestemd hebben. Maar een pistool zou ik vermoedelijk wel bezitten. Of een revolver, want ik vergeet steeds het verschil.
donderdag 5 december 2019
Swiebertje
Rupsje
Nooitgenoeg bezit maar liefst drie rugzakken. Mijn grootste exemplaar
gebruik ik alleen voor vakanties (ook omdat hij door zijn
buigzaamheid als handbagage mee mag in de vliegtuigcabine, wat
ruimkosten scheelt). Daardoor heeft-ie al best wat van de wereld
gezien, wat erg opschepperig klinkt. Dan heb ik nog een klein
rugzakje dat ik gebruik voor dagtochten. Misschien is ‘knapzak’
hier wel beter op zijn plaats, voor het Swiebertje-gevoel, zeg maar. Lunchpakket, drinkflesje,
versnaperingen, het past er allemaal precies in. Ten slotte is daar nog
mijn middelgrote rugzak, speciaal voor de boodschappen. (Als coole senior wijs ik een burgerlijke boodschappentas hooghartig af.) Deze derde rugzak is oeroud maar niet stuk te krijgen, ondanks
dat ik hem bijna dagelijks gebruik slash misbruik. Jawel
dagelijks, omdat ik nooit groot insla. Als ik ergens zwartgallig van word,
dan is het om me eens in de zoveel tijd met een volgeladen kar door
zo’n kil verlichte prijsvechter heen te worstelen. In plaats daarvan fiets of wandel ik
veel liever iedere dag eventjes naar de knusse buurtwinkel. Veel is het dus nooit,
daarom past het prima in mijn huishoudelijke ransel. Ach,
het leven is soms verrukkelijk simpel. Ofschoon ik daar wel drie
rugzakken voor nodig heb.
donderdag 28 november 2019
Avondje uit
Samen
met zes mij vreemde kerels zat ik in de bioscoopzaal - heus, er draaide
geen porno. Tussen ons in gaapten rijen lege stoelen. Ik was blij
toen de duisternis intrad en de film begon.
Na pakweg een uur ging het licht weer aan. Pauze. Van de zeven mannen gingen er vier plassen of iets snacken in de foyer. De drie achterblijvers pielden op hun privé-schermpjes. Tien minuten later keerden de vier ‘stappers’ terug en doofde het licht weer.
Een uur later ging het licht opnieuw aan terwijl de ondertiteling nog liep. De zes anderen en ik hesen ons uit onze fauteuils, trokken houterig onze jassen aan en liepen ongemakkelijk zwijgend de zaal uit, de foyer door, langs het loket, de gure novemberavond in, waarna we uitwaaierden over het kille theaterplein.
Ik moest nog een stuk te voet naar de fietsenstalling in het centrum. Om daar te komen liep ik langs doodse winkelgalerijen waar de feestverlichting voor de kat z'n kont brandde aangezien de koopavond inmiddels was doodgebloed. Eenmaal op de fiets trapte ik in het duister door eenvormige woonwijken. Weer thuis, in vertrouwde omgeving, wist ik het weer: ik ben geen uitgaanstype, nooit geweest ook.
Na pakweg een uur ging het licht weer aan. Pauze. Van de zeven mannen gingen er vier plassen of iets snacken in de foyer. De drie achterblijvers pielden op hun privé-schermpjes. Tien minuten later keerden de vier ‘stappers’ terug en doofde het licht weer.
Een uur later ging het licht opnieuw aan terwijl de ondertiteling nog liep. De zes anderen en ik hesen ons uit onze fauteuils, trokken houterig onze jassen aan en liepen ongemakkelijk zwijgend de zaal uit, de foyer door, langs het loket, de gure novemberavond in, waarna we uitwaaierden over het kille theaterplein.
Ik moest nog een stuk te voet naar de fietsenstalling in het centrum. Om daar te komen liep ik langs doodse winkelgalerijen waar de feestverlichting voor de kat z'n kont brandde aangezien de koopavond inmiddels was doodgebloed. Eenmaal op de fiets trapte ik in het duister door eenvormige woonwijken. Weer thuis, in vertrouwde omgeving, wist ik het weer: ik ben geen uitgaanstype, nooit geweest ook.
vrijdag 22 november 2019
Kak
Opvallend
hoe weinig hondenpoep ik nog aantref. Als ik het vergelijk met de
decennia hiervoor moet ik concluderen dat maatregelen als boetes voor loslopende honden, gebiedsverbod bij
speelveldjes en vooral de gewoonte van hondeneigenaren om poepzakjes
te gebruiken of met een schepje een drol discreet te verwijderen, hun
vruchten hebben afgeworpen. Je beste vriend zich ergens laten ontlasten en dan weer schaamteloos doorlopen is er gelukkig steeds minder
bij. Het zal natuurlijk per stad of woonbuurt schelen, maar ikzelf stap nu toch echt een stuk vrijer door mijn omgeving, want de stoepen zijn er opvallend schoon.
Heel fijn.
Helaas is er die aloude natuurwet die stelt dat een verdwenen ergernis altijd plaats maakt voor een andere. De poep in het straatbeeld is immers ingeruild voor de smartphone. Waar de eerste 'gewoon' smerig is, is de tweede vervuilend in milieutechnische én intermenselijke zin. Dieptreurig vooral is de combinatie van dit alles: de hondenuitlater die voortdurend op zijn of haar mobieltje kijkt. Vooral als Max of Sam aan het andere eind van de lijn zijn behoefte doet, zet de verslaafde schermkijker zichzelf enorm te kakken.
Helaas is er die aloude natuurwet die stelt dat een verdwenen ergernis altijd plaats maakt voor een andere. De poep in het straatbeeld is immers ingeruild voor de smartphone. Waar de eerste 'gewoon' smerig is, is de tweede vervuilend in milieutechnische én intermenselijke zin. Dieptreurig vooral is de combinatie van dit alles: de hondenuitlater die voortdurend op zijn of haar mobieltje kijkt. Vooral als Max of Sam aan het andere eind van de lijn zijn behoefte doet, zet de verslaafde schermkijker zichzelf enorm te kakken.
maandag 18 november 2019
Bill Bryson
Van non-fictie-auteur Bill Bryson heb
ik nagenoeg alles gelezen. Dat komt door zijn wetenswaardige
onderwerpen die hij met de nodige luchtigheid en humor weet te presenteren.
Vooral zijn (vroege) reisverhalen zijn daardoor, naast interessant,
buitengewoon hilarisch. Hoogtepunt voor mij was echter Een Kleine
Geschiedenis Van Bijna Alles waarin Bryson de wetenschap en het
ontstaan van de wereld op kostelijke wijze toegankelijk maakt. Ik
durf te stellen dat dat boek mij indertijd zowel ‘rijker’ als relativerender heeft gemaakt. Datzelfde
geldt wellicht voor zijn nieuwste werk, dat ik gisteravond in mijn warme bedje uitlas: Het Lichaam,
met als subtitel Een Reisgids.
Misschien is het een afwijking, maar ik vind het gewoon tof te weten dat je lijf uit 37,2 biljoen cellen bestaat, dat er 40.000 microben in je wonen en dat je dagelijks 14.000 keer met je ogen knippert waardoor je 23 minuten ongewild met gesloten ogen doorbrengt. Die veelheid heeft natuurlijk een keerzijde want er kan van alles misgaan in je lichaam, wat het vroeg of laat ook doet, en ook met die voorbeelden strooit Bryson vrolijk in het rond. Dat maakt dit boek misschien ietsje minder tof voor hypochonders, ofschoon hij de lezer er met zijn luchtige stijl heel aardig doorheen weet te trekken. Wat de auteur mij echter vooral vertelde, is dat de medische wetenschap de afgelopen decennia echt reuzensprongen heeft gemaakt, maar dat wij desondanks nog zo verdomd weinig weten. Ook je dokter niet.
Misschien is het een afwijking, maar ik vind het gewoon tof te weten dat je lijf uit 37,2 biljoen cellen bestaat, dat er 40.000 microben in je wonen en dat je dagelijks 14.000 keer met je ogen knippert waardoor je 23 minuten ongewild met gesloten ogen doorbrengt. Die veelheid heeft natuurlijk een keerzijde want er kan van alles misgaan in je lichaam, wat het vroeg of laat ook doet, en ook met die voorbeelden strooit Bryson vrolijk in het rond. Dat maakt dit boek misschien ietsje minder tof voor hypochonders, ofschoon hij de lezer er met zijn luchtige stijl heel aardig doorheen weet te trekken. Wat de auteur mij echter vooral vertelde, is dat de medische wetenschap de afgelopen decennia echt reuzensprongen heeft gemaakt, maar dat wij desondanks nog zo verdomd weinig weten. Ook je dokter niet.
![]() |
Bill Bryson (1951, Des Moines, Iowa, Verenigde Staten) schrijft zoals hij oogt: wijs, innemend en olijk. |
woensdag 13 november 2019
Catharsis
Als
iemand die nog midden in het leven staat (ik kom deze stompzinnige uitdrukking nogal
eens tegen in contactadvertenties), besloot ik tot aanschaf van
een Swiffer Duster. Dat is zo’n veelgeprezen plumeau die slimme marketeers de term stofmagneet meegaven. Je zwabbert ermee luchtigjes over de talloze met stof bedekte oppervlakken die een huishouden doorgaans telt, et
voilà, je hele inboedel spiegelt als nooit tevoren. Het bevalt me dan ook uitstekend.
Nu moet ik direct bekennen dat ik niet goed kan ontdekken wat het verschil in resultaat is met de ouderwetse stofdoek die deze huissloof voorheen gebruikte. Maar het voelt toch anders: beter, frisser, zuiverder, alsof je ineens bomen hoort ruisen, bergbeekjes pinkelen en sijsjes twinkelieren, kortom alsof je midden in het fokkin Zwarte Woud staat te zweefteven. Het is dus vooral een gevoelskwestie, maar dat geldt voor de meeste belangwekkende zaken des levens, zegt mijn…, nou ja, gevoel.
Het positieve aan de Swiffer Duster is dus niet zozeer dat hij zijn stofopruimende werk naar behoren doet. Neehee, het gaat veel meer om het healende, mind detoxing process dat je ook kunt samenvatten middels het oud-Griekse catharsis, wat staat voor emotionele zuivering. Kortom, van het swifferige rondzwaaien met die magnetiserende stofborstel ga je je een stuk beter voelen. Zelfs als je geen zweefteef bent.
Nu moet ik direct bekennen dat ik niet goed kan ontdekken wat het verschil in resultaat is met de ouderwetse stofdoek die deze huissloof voorheen gebruikte. Maar het voelt toch anders: beter, frisser, zuiverder, alsof je ineens bomen hoort ruisen, bergbeekjes pinkelen en sijsjes twinkelieren, kortom alsof je midden in het fokkin Zwarte Woud staat te zweefteven. Het is dus vooral een gevoelskwestie, maar dat geldt voor de meeste belangwekkende zaken des levens, zegt mijn…, nou ja, gevoel.
Het positieve aan de Swiffer Duster is dus niet zozeer dat hij zijn stofopruimende werk naar behoren doet. Neehee, het gaat veel meer om het healende, mind detoxing process dat je ook kunt samenvatten middels het oud-Griekse catharsis, wat staat voor emotionele zuivering. Kortom, van het swifferige rondzwaaien met die magnetiserende stofborstel ga je je een stuk beter voelen. Zelfs als je geen zweefteef bent.
vrijdag 8 november 2019
Den Skyldige
Mooie,
kleurrijke, weidse, het liefst zonnige beelden: ik hou ervan. Die
zie ik dan ook graag terug in speelfilms. Gladiator,
Dancing With Wolves, Out of Africa of roadmovies
als The World's Fastest Indian, Into The Wild en Thelma and Louise. Behalve het mooie verhaal valt er
in deze films vooral ook veel te zién.
Niets van dat alles in Den Skyldige, De Schuldige, een Deense film die ik onlangs op dvd zag. En toch heb ik er, een familiezak chips leegvretend, geboeid naar zitten kijken. Geen landschappen, geen zonlicht, slechts een kille, halfdonkere ruimte ergens op een Deens politiebureau.
Agent Asger Holm bemant er met enkele collega’s de alarmcentrale. Veel contact met die collega’s heeft Holm niet, hij is nogal in zichzelf gekeerd. Daar zijn redenen voor, zo blijkt tussen de binnenkomende telefoongesprekken door, maar dat is slechts één aspect van Den Skyldige. Intrigerender zijn zijn contacten met de panikerende, in nood verkerende bellers. Vooral in dat ene geval...
Behalve het grauwe, door kunstlicht beschenen hoofd van agent Holm valt er anderhalf uur vrijwel niets te zien – wel te luisteren. Een speelfilm dus zonder de kleurrijke, weidse, het liefst zonnige beelden uit de eerste alinea. Maar minstens zo mooi.
Niets van dat alles in Den Skyldige, De Schuldige, een Deense film die ik onlangs op dvd zag. En toch heb ik er, een familiezak chips leegvretend, geboeid naar zitten kijken. Geen landschappen, geen zonlicht, slechts een kille, halfdonkere ruimte ergens op een Deens politiebureau.
Agent Asger Holm bemant er met enkele collega’s de alarmcentrale. Veel contact met die collega’s heeft Holm niet, hij is nogal in zichzelf gekeerd. Daar zijn redenen voor, zo blijkt tussen de binnenkomende telefoongesprekken door, maar dat is slechts één aspect van Den Skyldige. Intrigerender zijn zijn contacten met de panikerende, in nood verkerende bellers. Vooral in dat ene geval...
Behalve het grauwe, door kunstlicht beschenen hoofd van agent Holm valt er anderhalf uur vrijwel niets te zien – wel te luisteren. Een speelfilm dus zonder de kleurrijke, weidse, het liefst zonnige beelden uit de eerste alinea. Maar minstens zo mooi.
![]() |
Trailer zien? Klik HIER |
dinsdag 5 november 2019
Selectief
Eens in de week stopt een ronkende vuilniswagen pal voor mijn deur. En iedere week constateer ik weer hoe eenvoudig het ophalen van huisvuil anno nu is. Iemand checkt handmatig de inhoud van de kliko's, vervolgens positioneert hij de afvalbakken zodanig dat de
grijper van de vuilniswagen het zware werk kan doen. Die techniek
bedient de chauffeur vanachter zijn stuur. Echt zwaar is het beroep
van vuilnisophaler dus allang niet meer. En toch heb ik dat werk nog
nooit door vrouwen zien verrichten. Belangrijker: Ik heb nooit iets
vernomen omtrent onvrede bij vrouwen vanwege hun onderbezetting bij de
vuilnisophaaldienst. Hetzelfde geldt de riolering of asfaltering.
Daarentegen is er altijd veel te doen over het feit dat weinig vrouwen
aanwezig zijn in de regering, in directiekamers of in de top van de wetenschap.
Iets soortgelijks zie ik terug bij woonprogramma’s op teevee. Vaak betreft het een make-over die is bedacht door een styliste, een vrouw dus. Maar het geploeter (breken, behangen, muren sauzen, vloertje leggen, bedrading aanleggen) wordt door mannen verricht. Pas aan het eind komt mevrouw weer in beeld. Ze drapeert hier en daar een gezellig kussentje, plaatst een paar fotolijstjes, schikt de bloemen en steekt de onvermijdelijke kaarsjes in de fik. Tataaaaa! En niemand die tegen deze geijkte rolverdeling protesteert.
Gelijke verdeling tussen de seksen op de werkvloer is van harte welkom. Helaas is het verlangen ernaar nogal selectief, mogelijk doordat het met die gelijkheid wel meevalt. Of tegenvalt.
Iets soortgelijks zie ik terug bij woonprogramma’s op teevee. Vaak betreft het een make-over die is bedacht door een styliste, een vrouw dus. Maar het geploeter (breken, behangen, muren sauzen, vloertje leggen, bedrading aanleggen) wordt door mannen verricht. Pas aan het eind komt mevrouw weer in beeld. Ze drapeert hier en daar een gezellig kussentje, plaatst een paar fotolijstjes, schikt de bloemen en steekt de onvermijdelijke kaarsjes in de fik. Tataaaaa! En niemand die tegen deze geijkte rolverdeling protesteert.
Gelijke verdeling tussen de seksen op de werkvloer is van harte welkom. Helaas is het verlangen ernaar nogal selectief, mogelijk doordat het met die gelijkheid wel meevalt. Of tegenvalt.
donderdag 31 oktober 2019
Zuurstokroze
Een
stram lijf en een zonovergoten herfstdag. Van de nood een deugd makend trok
ik mijn hardlopers-outfit aan om weer eens het bos in te
rennen. Een half uurtje later, bijna weer thuis, zag ik een Miss Piggy-achtige verschijning door mijn woonwijkje stappen. Een
koddige, ietwat gezette vrouw in een zuurstokroze trainingspak die
een eveneens roze paraplu omhoog hield. Vooral dat laatste was vreemd aangezien er geen regenwolkje te zien was aan de strak blauwe
hemelkoepel.
Miss Piggy kreeg mij ineens ook in de gaten. Ze begon te stralen en daarna uitbundig te zwaaien. ‘Sporrrt, sporrrt, mooiii, mooiii,’ riep ze blij en uitbundig, waarbij ze naar mij wees om vervolgens aan haar eigen, roze trainingspak te plukken. Ik begreep eruit dat ze bedoelde dat we beiden sportief bezig waren, of althans sportieve kleding droegen. Maar omkijkend en vriendelijk terugzwaaiend begreep ik vooral dat ze ‘een beetje gek’ was. Ze liep namelijk richting entree van de kleine woongroep voor mensen met psychosociale dan wel psychiatrische problematiek die aan de rand van mijn woonwijk is gesitueerd. Ineens had ik erg met Miss Piggy te doen. Volkomen ten onrechte wellicht, want spontane blijheid in een zuurstokroze trainingspak onder een nutteloze roze paraplu is iets om jaloers op te zijn.
Miss Piggy kreeg mij ineens ook in de gaten. Ze begon te stralen en daarna uitbundig te zwaaien. ‘Sporrrt, sporrrt, mooiii, mooiii,’ riep ze blij en uitbundig, waarbij ze naar mij wees om vervolgens aan haar eigen, roze trainingspak te plukken. Ik begreep eruit dat ze bedoelde dat we beiden sportief bezig waren, of althans sportieve kleding droegen. Maar omkijkend en vriendelijk terugzwaaiend begreep ik vooral dat ze ‘een beetje gek’ was. Ze liep namelijk richting entree van de kleine woongroep voor mensen met psychosociale dan wel psychiatrische problematiek die aan de rand van mijn woonwijk is gesitueerd. Ineens had ik erg met Miss Piggy te doen. Volkomen ten onrechte wellicht, want spontane blijheid in een zuurstokroze trainingspak onder een nutteloze roze paraplu is iets om jaloers op te zijn.
donderdag 24 oktober 2019
Oogcontact
Tien
centimeter voor mijn keukenraam woont een forse spin. Ze heeft er een mooi
web gesponnen. Slim ook, want vanwege de overhang van mijn
bovenverdieping zit ze daar droog en betrekkelijk windvrij. Ik weet
overigens niet of het een ‘zij’ is, maar ga daar gewoon vanuit, misschien vanwege haar grootte. Wikipedia bevestigt mijn vermoeden dat het om een Araneus diadematus gaat, oftewel een ordinaire kruisspin.
Hoe langer ze voor mijn keukenraam woont, hoe meer ik gevoel voor haar begin te krijgen. Zo kwam ik onlangs ongewild met mijn hoofd in aanraking met haar web toen ik mijn fiets tegen de pui parkeerde. Ik voelde de draden in mijn kuif plakken en meende dat daar ook iets wriemelde. Toen ik omhoog keek zag ik haar vluchten naar dat deel van haar bouwwerk dat nog intact was. Voordat ik het wist floepte ik er ‘sorry’ uit. Gelukkig kwam het weer goed tussen ons, want snel daarna had ze haar web weer op orde alwaar ze nu gezellig kleine vliegjes zit uit te zuigen.
Wat vooral aardig is, is dat we een paar keer per dag oogcontact hebben. Als ik mijn handen was, koffie zet of een broodje smeer, dan kijken we mekaar gevoelvol aan. Nou ja, soort van, want er zit wel dubbelglas tussen onze werelden. Aan welke kant het beter toeven is weet ik niet.
Hoe langer ze voor mijn keukenraam woont, hoe meer ik gevoel voor haar begin te krijgen. Zo kwam ik onlangs ongewild met mijn hoofd in aanraking met haar web toen ik mijn fiets tegen de pui parkeerde. Ik voelde de draden in mijn kuif plakken en meende dat daar ook iets wriemelde. Toen ik omhoog keek zag ik haar vluchten naar dat deel van haar bouwwerk dat nog intact was. Voordat ik het wist floepte ik er ‘sorry’ uit. Gelukkig kwam het weer goed tussen ons, want snel daarna had ze haar web weer op orde alwaar ze nu gezellig kleine vliegjes zit uit te zuigen.
Wat vooral aardig is, is dat we een paar keer per dag oogcontact hebben. Als ik mijn handen was, koffie zet of een broodje smeer, dan kijken we mekaar gevoelvol aan. Nou ja, soort van, want er zit wel dubbelglas tussen onze werelden. Aan welke kant het beter toeven is weet ik niet.
donderdag 17 oktober 2019
Trollen
Paddenstoelentijd,
dus struin ik door het herfstige woud op zoek naar elfenbankjes en
vliegenzwammen. Vooral de laatste schimmelsoort is sprookjesachtig mooi en voert
me linea recta naar het rijk der kabouters. Want wie is er niet
opgegroeid met de kleine eigenwijze figuurtjes die deze rood-wit gevlekte fantasiehuisjes zouden bewonen? In mijn jeugd kleefden mijn broer en ik aan de
distributieradio vanwege de avonturen van ene Paulus. Een decennium
later was daar kabouter Kandelaar en daarna bracht (de vaak miskende
en door de culturele elite als kitsch weggezette, maar in feite
steengoede illustrator) Rien Poortvliet zijn bekende kabouterboek
uit. Verder herinner ik me nog de koddige mannekes Spillebeen, Piggelmee en
Plop. Maar er kwamen natuurlijk veel meer van die miniatuurmensjes
voor in allerlei sagen, sprookjes en andere fantasieën. Denk aan
Sneeuwwitjes vriendenkring, de smurfenfamilie, de Scandinavische trollen, Germaanse
Kobolden en Keltische imps.
Ikzelf had mijn hele leven dolgraag een klassieke stenen tuinkabouter op mijn landgoed gezien. Helaas werd dat verlangen altijd weggehoond door mijn naasten. Men vond destijds dat tuinkabouters kinderachtig, burgerlijk dan wel onesthetisch waren. Om met terugwerkende kracht bevrediging te zoeken struin ik daarom nu maar door het oktoberbos. Je moet toch wat in de herfst van je leven.
Ikzelf had mijn hele leven dolgraag een klassieke stenen tuinkabouter op mijn landgoed gezien. Helaas werd dat verlangen altijd weggehoond door mijn naasten. Men vond destijds dat tuinkabouters kinderachtig, burgerlijk dan wel onesthetisch waren. Om met terugwerkende kracht bevrediging te zoeken struin ik daarom nu maar door het oktoberbos. Je moet toch wat in de herfst van je leven.
![]() |
Vliegenzwammen rond een berk, ergens op de Veluwe. © Carla Broeders |
zondag 13 oktober 2019
Zondigen
Per
toeval kom ik voor het graf van Roy te staan. Dat hij bijna twintig jaar geleden stierf weet ik nog goed, echter niet dat hij hier lag begraven. Hij was van mijn generatie maar werd niet oud, 52. Iets met
zijn hart.
Ik kende Roy slechts via via, maar toch voldoende om me hem levendig te herinneren. Bovendien had ik kennis gemaakt met zijn vrouw en zoon, ja zelfs zijn hondjes, twee koddige Franse bulldogjes. Wat vooral ook telt is dat hij, een beeldend kunstenaar, erg markant oogde én was. Dat blijkt ook uit zijn graf. In het glanzende graniet staat gegraveerd: Ik zal mijn hele leven zondigen maar daar geen gewoonte van maken. Typisch Roy.
Maar het graf vertelt meer. Tot mijn schrik ontdek ik dat onlangs ook zijn vrouw was overleden en hier is bijgezet. Wist ik niet. Het gebeurde vorig jaar; ze werd slechts 68. Ik lees haar voor- en achternaam en de jaartallen, en ook zij, die ik één of twee keer vluchtig ontmoette, komt bij mij weer tot leven. Ze was Française, een lieflijke verschijning die een charmant ‘Allo Allo’-taaltje sprak. Ik wist dat Roy, geboren op Javaanse bodem, haar ooit tijdens een vakantie in Normandië ontmoette waarna de vonk oversloeg. En nu liggen ze hier samen in de Flevolandse klei. Waaruit maar weer eens blijkt dat toeval regeert, ofschoon religieuzen daar wellicht anders over denken. Zij geloven in regie van bovenaf. Trouwens, ook het door Roy recalcitrant gebruikte begrip 'zondigen' komt uit die hoek. Het verschil is dat hij er creatief mee omging, zoals het een kunstenaar betaamt.
Ik kende Roy slechts via via, maar toch voldoende om me hem levendig te herinneren. Bovendien had ik kennis gemaakt met zijn vrouw en zoon, ja zelfs zijn hondjes, twee koddige Franse bulldogjes. Wat vooral ook telt is dat hij, een beeldend kunstenaar, erg markant oogde én was. Dat blijkt ook uit zijn graf. In het glanzende graniet staat gegraveerd: Ik zal mijn hele leven zondigen maar daar geen gewoonte van maken. Typisch Roy.
Maar het graf vertelt meer. Tot mijn schrik ontdek ik dat onlangs ook zijn vrouw was overleden en hier is bijgezet. Wist ik niet. Het gebeurde vorig jaar; ze werd slechts 68. Ik lees haar voor- en achternaam en de jaartallen, en ook zij, die ik één of twee keer vluchtig ontmoette, komt bij mij weer tot leven. Ze was Française, een lieflijke verschijning die een charmant ‘Allo Allo’-taaltje sprak. Ik wist dat Roy, geboren op Javaanse bodem, haar ooit tijdens een vakantie in Normandië ontmoette waarna de vonk oversloeg. En nu liggen ze hier samen in de Flevolandse klei. Waaruit maar weer eens blijkt dat toeval regeert, ofschoon religieuzen daar wellicht anders over denken. Zij geloven in regie van bovenaf. Trouwens, ook het door Roy recalcitrant gebruikte begrip 'zondigen' komt uit die hoek. Het verschil is dat hij er creatief mee omging, zoals het een kunstenaar betaamt.
maandag 7 oktober 2019
De masseuse
Ik
treinde vis à vis met haar. Halverwege de dertig, schatte ik.
Roodbruine huid, lang zwart haar, een laag uitgesneden truitje onder haar openvallende jas. Op haar neusbruggetje een Ray-Ban Aviator Polarized,
tussen ons in haar rolkoffer. Ze was mooi en dat vond ze zelf ook: voortdurend schoot ze selfies. Zonder zich ook maar
enigszins te generen tegenover die vreemdeling pal tegenover haar, wurmde ze zich
in allerlei poses, nu en dan haar
lippen tuitend. Een enkele keer sloeg ze het bevallige hoofd met een korte ruk voorover waardoor haar lange haardos
eerst mijn kant op zwaaide, vervolgens wierp ze het hoofd in d'r nek waardoor haar hoofdtooi weer op haar rug en schouders terechtkwam, ofschoon nu iets volumineuzer, hetgeen de bedoeling zal zijn geweest van dit fraaie staaltje headbanging. Daarna bespiegelde ze zich weer eenzelvig aan haar schermpje.
Ik deed of ik uit het raam keek toen ik haar plots hoorde praten tegen datzelfde apparaat. Ze had een sensuele, wat hese stem en sprak Spaans met een kinderlijke dictie. Het riep allerlei fantasieën in mij op. Vanwege haar uiterlijk vermoedde ik dat ze uit Zuid-Amerika kwam, Colombia misschien. Ja, ze was afkomstig uit een door waslijnen overgroeid steegje in Bogotá en was naar Hotel Europa gereisd om als masseuse haar brood te verdienen. Zodoende was ze nu met haar rolkoffer onderweg naar Lapzwanserveen om aldaar in een nieuwe club te gaan werken. Het geld dat ze ermee verdiende zou ze overmaken naar het kindje aan de andere kant van de lijn dat in het genoemde steegje in Bogotá was achtergebleven, samen met opa en oma. Helaas kwam dit verhaal ten einde toen we langzaam mijn station binnenrolden. Mijn mooie overbuuf bleef zitten, bevrediging zoekend in haar mobieltje. Lapzwanserveen was nog een eind rijden.
Ik deed of ik uit het raam keek toen ik haar plots hoorde praten tegen datzelfde apparaat. Ze had een sensuele, wat hese stem en sprak Spaans met een kinderlijke dictie. Het riep allerlei fantasieën in mij op. Vanwege haar uiterlijk vermoedde ik dat ze uit Zuid-Amerika kwam, Colombia misschien. Ja, ze was afkomstig uit een door waslijnen overgroeid steegje in Bogotá en was naar Hotel Europa gereisd om als masseuse haar brood te verdienen. Zodoende was ze nu met haar rolkoffer onderweg naar Lapzwanserveen om aldaar in een nieuwe club te gaan werken. Het geld dat ze ermee verdiende zou ze overmaken naar het kindje aan de andere kant van de lijn dat in het genoemde steegje in Bogotá was achtergebleven, samen met opa en oma. Helaas kwam dit verhaal ten einde toen we langzaam mijn station binnenrolden. Mijn mooie overbuuf bleef zitten, bevrediging zoekend in haar mobieltje. Lapzwanserveen was nog een eind rijden.
dinsdag 1 oktober 2019
Tristesse
Zo triest dit. Het was een uur of tien ’s
ochtends, buiten regende het, binnen had ik de teevee aangezet - badderen moest nog. Dat is op zich
al triest om rond dit tijdstip voor de treurbuis te ruften. Als enige excuus gold
dat ik me deze ochtend verveelde, het even niet meer wist, beetje winden en zappen, en langs
teletekst.
Maar het werd nog treuriger. Ik keek namelijk, onderuit gezakt op mijn makkelijke stoel, naar Nederland
in Beweging, het fitnessprogramma van omroep Max. Nu heb dit wel vaker voorbij
zien komen, en altijd dacht ik dat het echt iets was voor huisvrouwtjes & bejaarden. Maar nu bleef ik plakken, minzaam kijkend naar de capriolen van de trainer en, nou ja, die huisvrouwtjes & bejaarden. En toen werd het pas echt
triest: ik stond op om mee te gymmen. Ik had immers toch
niks beters te doen. Bovendien zou ik ze een poepje laten ruiken, want
had ik niet mijn hele leven gesport en fanatiek bewogen? Helaas kent de tristesse geen bovengrens. Want alras bleek dat mijn arm-been-coördinatie miserabel was, dat ik moeite had met het tempo en dat ik na de laatste oefening amechtig hijgend terugviel in de stoel van waaruit ik uit pure lamlendigheid aan dit
treurige avontuur was begonnen. Op de buis zag ik die verrekte, ogenschijnlijk goedgemutste en gewichtsloze huisvrouwtjes & bejaarden
tijdens de eindtune nog een paar vrolijke danspasjes maken. En buiten bleef het maar
regenen. Supertriest dus.
donderdag 26 september 2019
Meur
Na geruime tijd afwezig te zijn geweest, valt mij bij thuiskomst altijd
een muffe geur op. Hoe dat komt is mij een raadsel. Ik laat mijn huis altijd spic en span achter, toch ruikt het na een lang verblijf elders altijd ietwat gronderig. Natuurlijk al eens onder het kruipluik gekeken maar
behalve een miljard spinnen tref ik daar niets bijzonders. Wellicht zit die
geur in de meubels, het vloerkleed, de rolgordijnen, iets wat me, als ik dagelijks in of rondom mijn huis verkeer, niet opvalt. Heel misschien komt het door de muizen(keutels) in de spouwmuur, aangezien ik een poos geleden zo'n grijze rakker parmantig uit een van de luchtroosters zag trippelen. Je weet het niet.
Gelukkig verdwijnt dat vreemde aroma weer snel na thuiskomst. Nou ja, dat doet-ie natuurlijk niet echt, het komt door gewenning. Ik woon hier immers al heel wat jaartjes; het hoort er gewoon bij, bovendien heeft ieder huis zijn kenmerkende geur of meur. Soit.
Laat ik daarom geen problemen maken als ze er niet zijn. De enigen die mogelijk hinder ondervinden van mijn huisgeur zijn immers de paar dwaalgasten die nu en dan het pand (toch nog) aandoen. Misschien ligt daar wel het probleem: mijn huis meurt niet genoég.
Gelukkig verdwijnt dat vreemde aroma weer snel na thuiskomst. Nou ja, dat doet-ie natuurlijk niet echt, het komt door gewenning. Ik woon hier immers al heel wat jaartjes; het hoort er gewoon bij, bovendien heeft ieder huis zijn kenmerkende geur of meur. Soit.
Laat ik daarom geen problemen maken als ze er niet zijn. De enigen die mogelijk hinder ondervinden van mijn huisgeur zijn immers de paar dwaalgasten die nu en dan het pand (toch nog) aandoen. Misschien ligt daar wel het probleem: mijn huis meurt niet genoég.
vrijdag 20 september 2019
Tour de force
Doodsbang te laat te komen, arriveren mijn begeleidster en ik veuls te vroeg op Schiphol. Zo vroeg dat we moeten wachten op het
opengaan van de incheckbalies. 'Wachten' is vandaag sowieso het
doemwoord, vaak in s-bochten. Na het inchecken sluiten we aan in de queue voor de
paspoortcontrole. Dan door het scanpoortje en alsof dat
niet voldoende is, word je ook vlugjes onder je armen en tussen je benen
bepoteld door een onbekende in uniform. Bij dit alles houden marechaussees met
snelvuurwapens je stuurs in de gaten. Reeds daarvoor had je je zakken moeten legen, je riem uit de lussen moeten sjorren om dat alles samen met je handbagage in de bekende plastic
bakken te deponeren opdat ook je persoonlijke mikmak door de scanner vermag. Hartelijk dank, Osama Bin Laden & co! Maar goed, is dat allemaal
achter de rug, kun je los op de taxfree spulletjes, die je nooit nodig
hebt, en aan de koffie die viermaal overprijsd is. Maar nog veel ernstiger is de plotse confrontatie met al die duizenden medereizigers om je heen. Wie
humane lelijkheid wenst te observeren, kan hier zijn hart ophalen: gebronste silverbirds die zo nodig voor de vierde keer dit jaar naar Gran Canaria moeten; hipsterige backpackers met haarknotjes die vinden dat Zuid-Amerika niet mag ontbreken op hun lijstjes; Henk en Ingrid met de Telegraaf onder hun kleffe oksels op weg naar een all inclusive in Antalya; culturele types die denken meer status te verwerven door Myanmar of de Hermitage in Sint-Petersburg af te vinken; stedentrippers met Lissabon of Rome op het programma; glitterfashionado's die zich willen spiegelen aan Abu Dhabi; snelle jongens op weg naar een businessdeal in Shenzhen; wij tweetjes, die hier naadloos tussen passen.
Afijn, ben je uitgekeken op deze deerniswekkende massa, dan volgt de gruwel van het lange wachten bij het boarden, het benauwde installeren op te krappe stoeltjes, het lijdzaam toezien hoe alle vliegprocedures worden voltooid, het aanschouwen van de routineuze veiligheidsinstructies van in het gangpad theatraal gebarende stewardessen en het onverstaanbare gemompel in de microfoon afkomstig van een verveelde buschauffeur alias piloot. En uiteindelijk – vele uren later dan dat je je eigen voordeur uitstapte – ga je de lucht in op weg naar je hopelijk zonnige bestemming. Diezelfde bestemming bereik je overigens pas horroruren later, want eerst moet je je een lange tijd koest houden in die benauwde cabine, het gelul of gesnurk van je buurman of -vrouw aanhoren en ten slotte dien je je op de luchthaven van bestemming opnieuw door allerlei procedures heen te worstelen. Maar dan, zowaar, begint aan het einde van de tunnel een beetje licht te gloren. Helaas ontstaat dan direct het volgende probleem: vanaf nu moét je gelukkig zijn. En je moet zien te vergeten dat je op dezelfde manier terug moet. Dat dat ons af en toe lukt, is wellicht het meest wonderlijke van deze hele tour de force.
Heel, heel soms gaat het er in een vliegtuig lollig aan toe. Klik HIER
Afijn, ben je uitgekeken op deze deerniswekkende massa, dan volgt de gruwel van het lange wachten bij het boarden, het benauwde installeren op te krappe stoeltjes, het lijdzaam toezien hoe alle vliegprocedures worden voltooid, het aanschouwen van de routineuze veiligheidsinstructies van in het gangpad theatraal gebarende stewardessen en het onverstaanbare gemompel in de microfoon afkomstig van een verveelde buschauffeur alias piloot. En uiteindelijk – vele uren later dan dat je je eigen voordeur uitstapte – ga je de lucht in op weg naar je hopelijk zonnige bestemming. Diezelfde bestemming bereik je overigens pas horroruren later, want eerst moet je je een lange tijd koest houden in die benauwde cabine, het gelul of gesnurk van je buurman of -vrouw aanhoren en ten slotte dien je je op de luchthaven van bestemming opnieuw door allerlei procedures heen te worstelen. Maar dan, zowaar, begint aan het einde van de tunnel een beetje licht te gloren. Helaas ontstaat dan direct het volgende probleem: vanaf nu moét je gelukkig zijn. En je moet zien te vergeten dat je op dezelfde manier terug moet. Dat dat ons af en toe lukt, is wellicht het meest wonderlijke van deze hele tour de force.
Heel, heel soms gaat het er in een vliegtuig lollig aan toe. Klik HIER
vrijdag 6 september 2019
Vliegschaamte
Mijn nieuwe liefde heet olijfolie. Lang sta ik dan ook in de supermarkt
met door traanvocht gevulde hondenogen te kwijlen voor de schappen met dat smeuïge sap. Ik word er zoho hebberig van. Nee, het gaat me niet om de
smaak, want ik (geen culi) proef nauwelijks verschil tussen de ordinaire
huismerken en de dure buitenlandse. Het gaat mij (snob) dus om het fraaie uiterlijk van de flessen die ik het liefst pronkerig op mijn aanrecht etaleer. Want
ach, wat hebben die Grieken, Italianen en Iberiërs er toch weer kunstwerkjes
van gemaakt. Lustige glasvormen voorzien van romantische etiketten in alle kleuren van de
regenboog, soms zelfs aangevuld met bladgoud. De
meest welluidende merknamen, weergegeven in beeldschone typografie, dartelen, in gedachten bijgestaan door zoetgevooisde mandolines, lieflijk als atalanta's rond mijn oorschelpjes waardoor ik als vanzelf wegdroom naar kleurrijke familietaferelen waarin vele generaties hun knoestige, eeuwenoude bomen van de kostelijke vruchtjes ontdoen om ze vervolgens op traditionele
wijze, al neuriënd, te verwerken tot de ultieme olie. Terstond hoor ik, ook weer denkbeeldig, de zomerse rasp van cicaden en vanachter de horizon de rustgevende new age-sound afkomstig van de kabbelende, ziltige rimpels der Méditerrannée. Tegelijkertijd snuif ik de zinderende aroma's op uit de aanpalende velden vol lavendel, tijm en wilde rozemarijn. En ook die van afgewerkte kerosine, want ik
vlieg weer eens die kant op. Sorry en tabee.
zaterdag 31 augustus 2019
Knikkebollen
Hard werken is niet erg aan mij besteed, nooit geweest ook. Misschien is dat wel de reden dat ik vrijwel mijn gehele loopbaan rijksambtenaar was: een bevestiging van alle vooroordelen. Tuurlijk heb ik soms best wel 'iets groots verricht', maar er bleef immer genoeg ruimte om te lapzwansen of dagdromen. Daar was ik overigens niet de enige in.
Vanuit het raam van mijn werkkamer had ik jarenlang goed uitzicht op de werkplek van Henk, een goedmoedige lobbes en generatiegenoot. Henk zat met grote regelmaat hele dagdelen te pitten. Ik zag hem dan knikkebollen, zittend voor zijn beeldscherm, de armen over elkaar geslagen; zijn automatische screensaver maakte overuren.
Na jaren kwam ik Henk weer tegen, ergens op straat. Hij vertelde me dat hij 'al' vijf jaar met pensioen was. Hij had dus veel langer doorgewerkt dan ik, die destijds koos voor (de laatste mogelijkheid tot) een vervroegd uittreden. Maar Henk opteerde voor langer doorwerken en daarmee een beter pensioen. Het legde hem kennelijk geen windeieren: het ging hem uitstekend en hij zag er nog welvarender uit dan toen. Eigenlijk is Henk het toonbeeld van het veelgeprezen adagium dat je het beste de geraniums kunt negeren door zo lang mogelijk te blijven werken. Of te slapen.
Vanuit het raam van mijn werkkamer had ik jarenlang goed uitzicht op de werkplek van Henk, een goedmoedige lobbes en generatiegenoot. Henk zat met grote regelmaat hele dagdelen te pitten. Ik zag hem dan knikkebollen, zittend voor zijn beeldscherm, de armen over elkaar geslagen; zijn automatische screensaver maakte overuren.
Na jaren kwam ik Henk weer tegen, ergens op straat. Hij vertelde me dat hij 'al' vijf jaar met pensioen was. Hij had dus veel langer doorgewerkt dan ik, die destijds koos voor (de laatste mogelijkheid tot) een vervroegd uittreden. Maar Henk opteerde voor langer doorwerken en daarmee een beter pensioen. Het legde hem kennelijk geen windeieren: het ging hem uitstekend en hij zag er nog welvarender uit dan toen. Eigenlijk is Henk het toonbeeld van het veelgeprezen adagium dat je het beste de geraniums kunt negeren door zo lang mogelijk te blijven werken. Of te slapen.
zondag 25 augustus 2019
Navigatie
Tijdens een fietsrondje door de polder werd ik staande gehouden door een wielrenster. Haar materiaal was imponerend: een professionele outfit en haar stalen ros was een full carbon wedstrijdfiets geconfigureerd voor tijdritten. De renster was de weg kwijt en vroeg mij hoe te rijden naar Hulshorst.
'Hulshorst? Je bedoelt Hulshorst achter Harderwijk?'
Ze haalde haar schouders op, had geen idee waar Harderwijk lag.
'Hulshorst op de Veluwe toch?'
Opnieuw wist ze het niet.
'Mijn navigatie is uitgevallen en ik weet niet waar ik ben en hoe ik daar kom,' zei ze verontschuldigend wijzend naar het display op haar stuur.
Daarop legde ik haar uit hoe ze, via Harderwijk, naar Hulshorst moest rijden.
'Dank u wel,' riep ze en zoefde weg. Ik, die toevallig ook die kant uit ging, zag haar in no time uit het zicht verdwijnen. Toch haalde ik haar op mijn Fred Flinstone-fiets steeds weer bij. Dat kwam door haar onzekerheid, want bij iedere splitsing vroeg ze aan passanten de weg. De arme sportvrouw bezat werkelijk geen enkel gevoel van richting en was radeloos zonder haar navigatie.
Het is bijzonder aantrekkelijk voor een oude zeikerd om negatief te doen over digitale afhankelijkheid van vooral jonge mensen. Maar zo zit ik goddank niet ik mekaar - op goede dagen althans. Ik besef namelijk terdege dat oude vaardigheden verdwijnen maar dat daar nieuwe voor in de plaats komen. Toch kan ik - op minder goede dagen - niet nalaten vileintjes op te merken dat het leven een doelloos continuüm is en dat we er qualitate qua geen ene flikker mee opschieten. Je wint wat, je verliest wat; iedere stap vooruit is er ook eentje terug. Voor pedaaltrappen geldt hetzelfde.
'Hulshorst? Je bedoelt Hulshorst achter Harderwijk?'
Ze haalde haar schouders op, had geen idee waar Harderwijk lag.
'Hulshorst op de Veluwe toch?'
Opnieuw wist ze het niet.
'Mijn navigatie is uitgevallen en ik weet niet waar ik ben en hoe ik daar kom,' zei ze verontschuldigend wijzend naar het display op haar stuur.
Daarop legde ik haar uit hoe ze, via Harderwijk, naar Hulshorst moest rijden.
'Dank u wel,' riep ze en zoefde weg. Ik, die toevallig ook die kant uit ging, zag haar in no time uit het zicht verdwijnen. Toch haalde ik haar op mijn Fred Flinstone-fiets steeds weer bij. Dat kwam door haar onzekerheid, want bij iedere splitsing vroeg ze aan passanten de weg. De arme sportvrouw bezat werkelijk geen enkel gevoel van richting en was radeloos zonder haar navigatie.
Het is bijzonder aantrekkelijk voor een oude zeikerd om negatief te doen over digitale afhankelijkheid van vooral jonge mensen. Maar zo zit ik goddank niet ik mekaar - op goede dagen althans. Ik besef namelijk terdege dat oude vaardigheden verdwijnen maar dat daar nieuwe voor in de plaats komen. Toch kan ik - op minder goede dagen - niet nalaten vileintjes op te merken dat het leven een doelloos continuüm is en dat we er qualitate qua geen ene flikker mee opschieten. Je wint wat, je verliest wat; iedere stap vooruit is er ook eentje terug. Voor pedaaltrappen geldt hetzelfde.
![]() |
In het lommerrijke Hulshorst is het goed toeven. Vooral als je de weg weet. |
dinsdag 20 augustus 2019
Ichtus-stickers
Toen mijn autoportier open zwaaide, rook ik direct een vissig aroma. Nu ben ik geen groot liefhebber van zeebanket, maar van Urk kan ik het hebben. Sterker nog: ik nam me subiet voor ergens een harinkje of portie kibbeling te snacken. Maar eerst slenterde ik door het meest karaktervolle dorp in mijn provincie.
Urk valt nooit tegen. Ik ontwaarde nogal wat langgerokte vrouwen, vissermannen met oorringen en Ichtus-stickers achterop auto's. Uit de openstaande deuren van een kerk klonken psalmen en ook las ik op muren en gevels teksten als De Heere is onze Banier en As 'r een duur dicht gat, got 'r een vienster eupen. En natuurlijk wemelde het van de trawlers en aanverwante bedrijvigheid zoals drogende netten en fuiken. Verder oogden alle tuintjes, voordeuren en ramen opvallend spic en span. Best een bijzondere gemeenschap, oordeelde ik zonder al te veel oordeel.
Maar Urk liet ook z'n 'gewone' kant zien. De terrassen waren gevuld, b&b's deden goede zaken, toeristen spraken Germaans, Mandarijn of la lingua Warschaupact (velen gedroegen zich ook als zodanig...), toko's als Kruidvat en Intertoys domineerden het centrum, menigeen liep gebogen over een smartphone en de vuurtoren was open voor bezichtiging mits je twee euro neertelde.
Na mijn wandeling liet ik Urk (en de kibbeling) in me neerdalen, gezeten op een bankje op de kade. Van daar zag ik plots een elegant zeiljacht tussen de vissersschepen manoeuvreren. Vooral de originele naam van het jacht sprak tot mijn verbeelding: The Summer of '69 in zwierige letters. Ach ja, een begrip dat iedere babyboomer wel zal aanspreken, die naïeve sprookjeszomer van Woodstock en love & peace. (De ironie wil dat ik juist dat gehele jaar onder de wapenen zat.) Over naïef gesproken: in die flowerpowertijd dacht ik echt dat Urk een eiland was. Stiekem denk ik dat nog.
Urk valt nooit tegen. Ik ontwaarde nogal wat langgerokte vrouwen, vissermannen met oorringen en Ichtus-stickers achterop auto's. Uit de openstaande deuren van een kerk klonken psalmen en ook las ik op muren en gevels teksten als De Heere is onze Banier en As 'r een duur dicht gat, got 'r een vienster eupen. En natuurlijk wemelde het van de trawlers en aanverwante bedrijvigheid zoals drogende netten en fuiken. Verder oogden alle tuintjes, voordeuren en ramen opvallend spic en span. Best een bijzondere gemeenschap, oordeelde ik zonder al te veel oordeel.
Maar Urk liet ook z'n 'gewone' kant zien. De terrassen waren gevuld, b&b's deden goede zaken, toeristen spraken Germaans, Mandarijn of la lingua Warschaupact (velen gedroegen zich ook als zodanig...), toko's als Kruidvat en Intertoys domineerden het centrum, menigeen liep gebogen over een smartphone en de vuurtoren was open voor bezichtiging mits je twee euro neertelde.
Na mijn wandeling liet ik Urk (en de kibbeling) in me neerdalen, gezeten op een bankje op de kade. Van daar zag ik plots een elegant zeiljacht tussen de vissersschepen manoeuvreren. Vooral de originele naam van het jacht sprak tot mijn verbeelding: The Summer of '69 in zwierige letters. Ach ja, een begrip dat iedere babyboomer wel zal aanspreken, die naïeve sprookjeszomer van Woodstock en love & peace. (De ironie wil dat ik juist dat gehele jaar onder de wapenen zat.) Over naïef gesproken: in die flowerpowertijd dacht ik echt dat Urk een eiland was. Stiekem denk ik dat nog.
donderdag 15 augustus 2019
Uitdagen
Wij allen komen oorspronkelijk uit Afrika waar we op een goed moment uit de bomen neerdaalden om over de savannen te rennen. Hardlopen zit vanaf die tijd ingebakken. Helaas kun je het ook weer verleren. Dat bleek onlangs toen ik tijdens een wandeling over de Lemelerheide plots een sprintje trok
tegen mijn kleinzoon. Het ventje is rap dus beet ik in het stof, inclusief schreeuwende
kramp aan mijn bovenbenen. Logisch, spurten is - in tegenstelling tot een
gezapig duurloopje - een aanslag op ongetrainde spieren. Tot op bepaalde
leeftijd kun je het ongestraft doen: spontaan een bal een rotschop geven, over een hek springen of ineens voluit sprinten. Is die grens eenmaal gepasseerd dan dient alles met beleid te geschieden, althans
wie niet met spierscheuringen of knappende pezen wil achterblijven. Maar ja, de ratio verdwijnt als je kleinzoon tijdens een heidewandeling ineens uitdagend roept:
‘Opa, wie het eerst bij dat rode paaltje is, één, twee, dr...’
Ach, leefden we nog maar op de savanne in Afrika, dan bleef je langer in vorm. Je moést wel rennen en fit blijven om te jagen, of als er een leeuw op joú joeg. Alhoewel, ook toentertijd waren er natuurlijk speelse jonkies die ouderen uitdaagden. Wat dat betreft is er geen verschil tussen de Lemelerheide nu en de savanne toen. De verliezers zijn uiteindelijk nog steeds dezelfden.
![]() |
Kleinzoon Luke rent graag én hard |
vrijdag 9 augustus 2019
Beter horen
Over de Stationsweg stappen twee mannen gebroederlijk naast elkaar. Niks
bijzonders, tenminste als ze geen koptelefoons zouden dragen. Maar dat doen ze juist
wel. Waarom naast elkaar lopen als je uitstraalt in je eigen luchtbel te willen
leven? Met zo'n koptelefoon op je knar wil je immers slechts je
eigen geluiden horen. Zo niet dan dienen de headsets slechts als
status-attribuut, wat ze heimelijk vaak zijn. Vooral bij jongeren zeggen die opvallende koptelefoons (met de merknamen er prominent op) in het openbaar dan ook vooral: kijk mij toch hartstikke cool in afzondering het leven trotseren!
Haaks op de koptelefoons in het straatbeeld staan
de commercials van audiciens. Hier wordt juist reclame gemaakt voor de
modernste gehoorapparaten die nagenoeg onzichtbaar zijn. Ze worden door de
branche aangeprezen als klein en discreet. Wie een gehoorapparaat nodig heeft,
wil liever niet dat anderen dat zien.
Best mogelijk dat fervente gebruikers van grote koptelefoons zich in een latere levensfase een piepklein gehoorapparaatje laten aanmeten.
zondag 4 augustus 2019
Eigen gebroed
De jonge coureur vloog uit de bocht en belandde in de bandenstapel. Zittend in zijn kart keek hij beteuterd in het rond terwijl de concurrentie hem voorbijvloog. Zijn
vader, die vanachter een hek toekeek, kon niet wachten op de hulp van
baanpersoneel. Paps sprong meteen over het hek en rende - uiterst risicovol - over
het circuit naar zijn zoontje om hem weer op weg te helpen.
Even later echter, vloog een andere jonge coureur op hetzelfde punt van de baan en ook hij belandde in de(zelfde) bandenstapel. Het scheelde weinig
of hij was op de eerder gestrande jongen én zijn helpende vader geklapt, die daar
nog steeds stonden te hannesen. Het drietal kwam gelukkig met de schrik vrij.
Vanaf het
terras toekijkend zag ik vervolgens tot mijn stomme verbazing hoe de vader van de eerst
gecrashte jongen, de nieuwkomer in de bandenstapel begon uit te foeteren. En niet zo
misselijk ook: boven het motorenlawaai uit hoorde ik termen die mijn
woordenschat sterk verrijkten. Vreemd, want waarom je kind vaderlijk bijstaan, maar woest worden op de andere jongen, hoewel beide coureurtjes exact dezelfde stuurfout hadden gemaakt. Ach, het zal de adrenaline in samenhang met het eigen gebroed wel weer zijn geweest wat de onredelijkheid stimuleert. Lieve jonge sporters, laat je vader daarom zoveel mogelijk thuis.
![]() |
Het kartcircuit in Lelystad. De rood-witte bandenstapels vangen veel klappen op. |
woensdag 31 juli 2019
Professioneel
‘Alles uit, maar bovenkleding aanhouden,’ zei de
verpleegkundige terwijl ze het gordijn rondom mijn ziekenhuisbed dichttrok. In de praktijk
betekende het ‘piemelnaakt op je T-shirt na’, maar dat kan zo’n professional
natuurlijk moeilijk zeggen. ‘Als u klaar bent stapt u in bed en kom ik zo
weer bij u,’ hoorde ik achter het gordijn.
Inderdaad kwam ze even later terug. Ze keek of ik zedelijk onder het laken lag en schoof het gordijn weer open. In het bed naast me zag ik een vrouw soezen. De nawerking van het roesje, wist ik. Buuf was klaar met het darmonderzoek, ik moést nog.
Vervolgens verrichtte de verpleegkundige nog wat metingen bij mij en de soezende vrouw naast me.
Vervolgens verrichtte de verpleegkundige nog wat metingen bij mij en de soezende vrouw naast me.
Tegen mij zei ze professioneel en geruststellend: ‘Uw bloeddruk is wel wat aan de hoge kant, maar dat zie je
vaak vlak voor zo’n onderzoek.’
Tegen mijn buurvrouw zei ze professioneel en geruststellend: ‘Uw bloeddruk is wel wat aan de lage kant, maar dat komt vaak
voor na zo’n roesje.’
Daarna keerde ze zich weer tot mij om het infuus voor mijn drogeringsmiddel te plaatsen. Tussen haar voorbereiding door vroeg ze me of ik de afgelopen maanden in
een buitenlands ziekenhuis had gelegen, een AZC had bezocht dan wel een varkens-
of kippenboerderij.
Nee, nee, nee, zei ik waarna ik, grapjurk als ik ben, vroeg om een dubbele
dosis. Ze antwoordde met een vlijmende naald in mijn opbollende ader, heel
professioneel, maar niet zo geruststellend.
donderdag 25 juli 2019
Naveltruitjes
Het verkoopstertje in de strandkiosk reikte mij mijn ijsje
aan. Zich iets voorover strekkend zag ik dat ze een naveltruitje droeg. Verrassend, want ik dacht dat naveltruitjes passé waren. Hoe dan ook, ze had
een mooi naveltje: een fluwelen knoopje dat niet te diep, maar ook weer niet te ondiep lag
- gelukkig geen piercing. Ook de welving van haar buikje was precies goed. En ze had een alleraardigst bosje
hout voor de deur. Haar truitje was eveneens mooi, wit met een werkje erdoorheen.
Van haar gezicht moest ze het helaas niét hebben. Niet dat ze nou spuuglelijk was,
maar ze had gewoon iets van een mopshondje, met haar platte neusje waaronder een parelend zweetsnorretje waar ze om de tien seconden met het puntje van haar tong overheen likte. Trouwens, wanneer zie ik eigenlijk nog echt lelijke jonge vrouwen? In mijn tijd waren ze best talrijk. Maar misschien ziet de wereld er per definitie wel anders uit voor ouwe scrotums zoals ondergetekende. Eentje die al mopperend achter de sanseveria’s kruiswoordpuzzels zit op te lossen. Zo kwam ik onlangs al puzzelend nog het zinnelijke woord ‘bustier’ tegen, damesondergoed. Mooi hoor. Helaas ontwaar ik, wat dameskleding betreft, anno nu in puzzels steeds vaker woorden als 'hidjab' of 'nikab'. Iets gaat er fout in dit land, denk ik dan. Ter compensatie ga ik straks maar weer eens langs bij
de strandkiosk; het is tropisch warm, dus hoog tijd voor alweer een ijsje. Hopelijk word ik dan opnieuw geholpen door dat ene meisje. Met haar naveltruitje en zo.
zondag 21 juli 2019
Halfvol
Het was me al eerder opgevallen dat teckels populair zijn
bij bootvolk. Zo zag ik gisteren over de steiger van de jachthaven weer zo’n
exemplaar achter zijn vrouwtje aan trippelen. Heel maritiem, gezien het oranje zwemvestje dat de teckel droeg. Daar kun je op verschillende manieren tegenaan kijken.
Degene voor wie het glas halfleeg is, ziet een door de
fokkerij mismaakte wolf die ernstig is gemuteerd ten behoeve van de konijnenjacht.
Bovendien draagt dit worstvormige beest met zijn oranje zwemvestje ongetwijfeld
de Westerse perversie uit. Want leg dit beeld maar eens uit aan mensen afkomstig uit minder bedeelde wereldregio’s, met name aan hen die open water niet zien als recreatieplek, maar als ontsnapping uit de hel.
Degene voor wie het glas halfvol is, ziet een koddig dier dat vredig schommelend over het havenplankier achter zijn vrouwtje aandrentelt.
Hij is bijzonder innemend met zijn korte pootjes, borstelig snoetje en
intelligente kijkers. Eigenwijs ogend en in zekere zin menselijk, vooral met zijn oranje
zwemvest.
Iedereen mag vinden wat-ie vindt. Maar gezeten op een bankje
langs de haven, liep mijn glas bijna over.
dinsdag 16 juli 2019
Drion
In dit verzorgingshuis was ik niet eerder geweest, kende er
de weg dus niet. Ik kwam op bezoek bij een oude kennis die er sinds kort woonde. Al struikelend over her en der geparkeerde rolstoelen en rollators dwaalde ik rond. Ineens stond ik in een grote eetzaal. Het was een riante
ruimte die uitkeek op een al even mooie binnentuin. Ofschoon het pas half vijf ’s middags was, zaten zes bejaarde bewoners al op hun (vaste?) plaats – bij elkaar schatte ik ze ruim vijfhonderd jaar oud. Zes bleekroze, transparant gemarmerde hoofden staarden me onderzoekend aan, mogelijk zelfs hoopvol. In hun ogen was ik misschien wel de lang verwachte engel des doods. Of Huib Drion* himself?
Wat later zat ik bij mijn oude kennis in haar 2-kamer unit.
We babbelden over de onderwerpen waarover mensen doorgaans spreken in zo’n
setting. Nieuwtjes, wel en wee, vroeger. Ons samenzijn duurde hooguit een half uur; zoiets moet niet te lang duren. Op zoek naar de uitgang passeerde
ik opnieuw de grote eetzaal. Tot mijn verrassing was die nu grotendeels gevuld. Ondanks
dat het pas vijf uur ’s middags was, zaten veel bewoners dus al klaar voor het avondeten dat zo te zien nog lang niet werd opgediend. Droefheid bekroop me bij het aanzien van dit leven dat kennelijk bestaat uit wachten.
Toen ik de dikke warmte verliet, de entree passeerde en de automatische deuren achter mij dicht gleden, prikte ineens motregen op mijn wangen. Zelden knapte ik zo op van miezerig weer.
---------------
* Rechtswetenschapper Huib Drion kwam in het nieuws met zijn idee dat ouderen die dat wensen, zelfstandig en op een humane manier uit het leven moeten kunnen stappen. Daarvoor dienen middelen beschikbaar te zijn, stelde hij. Zo'n (fictief) middel werd (door anderen) al snel 'De Pil van Drion' genoemd. Zie verder Wikipedia of druk HIER voor een kort filmpje.
---------------
* Rechtswetenschapper Huib Drion kwam in het nieuws met zijn idee dat ouderen die dat wensen, zelfstandig en op een humane manier uit het leven moeten kunnen stappen. Daarvoor dienen middelen beschikbaar te zijn, stelde hij. Zo'n (fictief) middel werd (door anderen) al snel 'De Pil van Drion' genoemd. Zie verder Wikipedia of druk HIER voor een kort filmpje.
donderdag 11 juli 2019
Kudde-instinct
In Griekse dorpjes liggen de tavernes meestal in een strook langs een haventje of baai. Heel gezellig
allemaal, maar voor een passant is het best lastig kiezen.
Dat overkwam ons in het schilderachtige Koroni, gelegen aan de al even fotogenieke baai van Messinia. Want ja, waar is het eten goed, de bediening sympathiek, waar zijn de
prijzen leuk, kortom wat lokt aan? Mijn begeleidster vindt
sfeervolle verlichting belangrijk. Ik val meer op de kleur van de tafelkleedjes.
Waar we het beiden echter over eens zijn, is dat we nooit voor een volle
taverne gaan. In het algemeen wordt gesteld dat je juist daar moet zijn, want
die drukte is een indicatie voor kwaliteit. Wij zijn echter van mening - door schade en schande wijs
geworden - dat die drukte louter en alleen wordt veroorzaakt door instinct: elkaar nadoen, erbij horen, zien en gezien worden.
Afijn, pal naast zo'n afgeladen taverne lieten wij ons uiteindelijk zakken op een nagenoeg uitgestorven terras.
Na lang wachten kwam een onooglijk (net wakker geworden?) oud mannetje onze
bestelling opnemen. Zijn leeftijd en tandeloosheid deden mij
vermoeden dat hij als partizaan in het Kretenzer hooggebergte nog tegen Hitlers Fallschirmjäger had gevochten. Vervolgens moesten we nog een dagdeel wachten
voordat er ook maar iets op tafel kwam – ik bezweek bijna aan een hongerklap. Maar uiteindelijk kregen we de meest verrukkelijke lunch van onze vakantie
voorgeschoteld, voor een minimaal bedrag. Toen we een half uurtje later uiterst voldaan opstapten, lieten we het terras weer leeg achter. De taverne ernaast puilde nog steeds uit.
zondag 7 juli 2019
Narcisme
Een zonnebril passen is een zotte vertoning. Je plukt zo’n
ding uit een rek, zet ‘m op je neus, wurmt jezelf voor een spiegeltje en ziet je hoofd met een vreemd attribuut waarop een stickertje is geplakt of waaraan een
irritant labeltje hangt.
Gelukkig bestaat er een alternatief. Thuis. Wat je nodig
hebt is een computer met een webcam. Daarop googel je een online brillenwinkel*.
Op het gevonden adres zoek je iets naar jouw smaak uit. Dan ga je naar de pas-opties.
Doorgaans zijn het er twee: Je kunt een foto van jezelf downloaden (waarbij je
frontaal in de lens kijkt) waarna de door jouw gekozen bril automatisch
digitaal op je neus wordt geplakt. Maar veel geiniger is de tweede optie: de
webcam die je activeert middels een of andere button. Je ziet vervolgens jezelf
live in beeld waarbij je wel je smoelwerk zoveel mogelijk binnen een bepaald
kader dient te houden. Ach, het wijst zichzelf allemaal wel. Als het goed is,
wordt nu ook automatisch de eerder gekozen bril op je gezicht geplaatst. Het zotte is dat bij hoofddraaiingen de bril in 3D meebeweegt. Dat gaat zeker niet
perfect - het ziet er zelfs volkomen idioot uit -, maar juist daardoor oogt het reuzeleuk.
Althans, indien je een ijdeltuiterige narcist bent én een kinderlijk soort humor bezit.
woensdag 3 juli 2019
Dokter in de zaal?
Op het moment dat onze vakantie-Boeing van de gate werd ontkoppeld en richting startbaan taxiede, begon drie rijen voor ons een uk van een maand of 16 keihard te blèren. Ongetwijfeld was ik niet de enige die zich ergerde, want een krijsende koter in een vliegtuig is een kwelling
voor iedereen. Huur godskolere met dat grut ergens op de Veluwe zo'n kuthuisje van Centerparcs, foeterde ik binnensmonds en opgefokt vanwege de reisstress, wat bij mij het slechtste naar boven haalt. Het hielp niet, het geblèr bleef de cabine vullen, wat paps en mams ook probeerden. Dat beloofde wat voor een vlucht van drie uur!
Plots kraakte de nasale stem van de purser door de speakers. Of er misschien een dokter aan boord was, want er was een passagier onwel geworden. En laat nou
net de vader van het krijsende kind zijn hand opsteken. De man was
arts, kennelijk.
Terwijl onze piloot zijn 737 ergens langs de runway parkeerde, spoedde
de vader/arts zich samen met een van de stewardessen richting het noodgeval, ergens
achterin het toestel. Tijdens zijn afwezigheid was de moeder met rood hoofd druk doende haar kleintje rustig te
krijgen, wat nauwelijks lukte. En wij medepassagiers keken lijdzaam toe of hoorden het aan, onderwijl vrezend voor een terugkeer naar de gate met grote vertraging tot gevolg, mocht het achterin om een ernstige situatie gaan.
Ruim een kwartier was verlopen toen de arts terugkeerde naar zijn seat. Het noodgeval bleek weer stabiel, onze vlucht kon doorgaan, riep de purser opgelucht om.
En wonder boven wonder, op het moment dat de vader zich weer bij zijn gezin voegde, viel ook zijn kindje stil. Iedereen blij. Hoe (mijn) ongenuanceerde ergernis rap om kan slaan in bewondering en dankbaarheid.
Uiteindelijk toch op weg, ergens boven de Alpen. |
zaterdag 29 juni 2019
Pluimage
Vogelen is misschien wel de fijnste hobby die je je
kunt wensen. Het is geschikt voor vrijwel iedereen met een redelijk stel ogen en oren,
je bent buiten, een met de natuur en het bezorgt je zowel focus als rust. Het enige wat je nodig hebt is een handig vogelgidsje. Nou ja, je kunt je behoeftes natuurlijk aardig uitbreiden, denk aan de aanschaf van een oculair speeltje. (Let wel: topmodellen van Leica, Carl Zeiss of Swarovski kosten tweeduizend euro plus.) Maar is die horde genomen, kun je meteen aan de
slag.
Dat het in overtreffende trap kan bewijst het boek Een Bevlogen Jaar van Arjan Dwarshuis. Hij beschreef zijn zogenaamde Big Year, een jaar waarin een
vogelaar zo veel mogelijk soorten wil spotten. Dwarshuis ging in 2016 zelfs voor
het allerhoogste, het wereldrecord. Spoiler alert: hij slaagde daarin met 6833 waarnemingen. Da's gruwelijk veel als je bedenkt wat erbij komt kijken om bijvoorbeeld Wallace's oranjegehalsde kwartslaglinksomdraaiende
geelgroenogige zwartwitgewenkbrauwde middengehoornde breedbekkige vorkgestaarte balsaboomfluiter te
spotten, waarvan vermoedelijk nog maar pakweg tweehonderd broedparen leven in de ruige binnenlanden van Guatemala, hoewel die aldaar in 1948 voor het laatst is waargenomen. Ik bedoel maar. Zo’n Big Year is dan ook niets minder dan een militair-logistieke
operatie. Je hebt er niet alleen geldschieters, een groot netwerk en een ingewikkeld reisplan voor nodig, maar ook bij toerbeurt meereizende spotters en adviseurs en vooral tal van lokale gidsen, kortom allerlei
ondersteunende vogels van divers pluimage. Een ontzettend gedoe dus. Misschien
is het daarom toch fijner je als vogelaar te beperken tot je balkon of
een rustig bankje in het park. Waarmee ik toch weer uitkom bij de eerste alinea.
maandag 24 juni 2019
Olympia
Daar stonden we dan. Op de plek waar om de vier jaar die ene beroemde
fakkel wordt ontstoken, de geboortegrond van de Spelen. Ver voor
Christus kwam men hier, in de religieuze nederzetting Olympia op de Peloponnesos, bijeen om iets te doen
wat we later ‘sport’ zijn gaan noemen, maar vooral om Zeus en zijn makkers te
eren. Wat van die antieke happenings over is gebleven zijn enkele in elkaar gestorte tempels en het ‘stadion’ waar het allemaal begon. Nou ja, stadion: het betreft
een rechte zandstrook met heuvels langszij die in de oudheid als tribunes dienden. Tijdens
de eerste Spelen, een kleine 2800 jaar geleden, liepen de oude Grieken hier vooral hard - soms met metalen
uitrusting als helmen en schilden. Later kwamen daar andere disciplines bij, denk aan speerwerpen en worstelen.
Toen wij er waren was het gelukkig erg rustig, daardoor durfden mijn begeleidster en ik dat wat we enkele andere bezoekers ook zagen doen: ons aanstellen. Men wilde namelijk sportief
op de foto, enkelen renden bij 35 graden Celsius zelfs over de klassieke wedstrijdbaan
om die daad af te kunnen vinken op hun sneue emmertjeslijstjes, maar vooral om te pochen
richting het thuisfront.
Toeristen zijn bespottelijk. Foto's vertellen vaak hoe.
Toeristen zijn bespottelijk. Foto's vertellen vaak hoe.
vrijdag 21 juni 2019
Hilarisch
De hoofdredacteur van mijn krant, Philippe Remarque, meldde
in een herderlijk schrijven aan zijn lezers het volgende:
In een beroemd filmpje
uit 1998 vraagt Frans Bromet mensen op straat of ze een mobiele telefoon
willen. ‘Ik zie het nut er niet van in.’ ‘Ik heb al een antwoordapparaat thuis.’
‘Ik word toch niet gebeld.’ ‘Ben je aan het fietsen, word je gebeld.’ ‘Ik ben
niet zo belangrijk,’ ‘Mensen kunnen mij bereiken met een brief en als het
dringend is de telefoon.' De Nokia kwam en deze
antwoorden werden hilarisch.
Remarque gebruikte deze tekst als bruggetje naar elektrisch
rijden voor iedereen, wat we ons anno 2019 nog niet goed voor kunnen stellen, maar dat
geheel terzijde. Het gaat mij nu even om de ‘hilarische antwoorden’ hierboven. Persoonlijk
vind ik die antwoorden namelijk nog steeds bijzonder valide, en ik leef er dan ook
goeddeels naar. In de ogen van de door mij hoog geachte hoofdredacteur ben ik
daarmee dus hilarisch. Dat ben ik in zeker zin met hem eens. Sterker: van een
afstand bezien vind ik het hele leven nogal hilarisch. Nu ja, iets preciezer: van een héle grote afstand.
-----------
P.S. Ik heb Philippe Remarque een mail gestuurd met mijn bedenkingen over zijn artikel. Tot mijn verbazing antwoordde de hoofdredacteur het volkomen met mij eens te zijn. Ook hij bleek (achteraf?) namelijk heel veel bedenkingen te hebben t.a.v. de mobieltjesgekte. Zo schreef hij, vrij vertaald, jaloers te zijn op de verstandigen die zich eraan konden onttrekken.
-----------
P.S. Ik heb Philippe Remarque een mail gestuurd met mijn bedenkingen over zijn artikel. Tot mijn verbazing antwoordde de hoofdredacteur het volkomen met mij eens te zijn. Ook hij bleek (achteraf?) namelijk heel veel bedenkingen te hebben t.a.v. de mobieltjesgekte. Zo schreef hij, vrij vertaald, jaloers te zijn op de verstandigen die zich eraan konden onttrekken.
vrijdag 31 mei 2019
Morbide
Onze voortdurende zoektocht naar veiligheid levert
gevoelsmatig juist onveiligheid op.
Zo vind ik het steeds beangstigender worden in de openbare ruimte. Dat komt o.a.
door de Automatisch Externe Defibrillatoren (AED’s) die je overal ziet
hangen met de bedoeling een medemens te redden bij hartstilstand. Om
dezelfde reden krijg ik het benauwd van de vele weldoeners die
reanimatiecursussen volgen, om vervolgens het geleerde gretig in de praktijk te
brengen. Want wíl je dat?
Meestal wel, denk ik. Maar er zullen er genoeg zijn die
dat niét wensen. Onder die laatsten ongetwijfeld vooral ouderen, want een
hartstilstand is weliswaar schokkend, maar voor hen toch ook best een mooi einde. Het bespaart een senior - én de omgeving - het verdere
aftakelingsproces of een lijdensweg vanwege ouderdomsziektes. Daarbij komt nog het risico dat een ‘geslaagde’
reanimatie - met of zonder behulp van een AED - je ook kan omvormen tot kasplant. Opnieuw: wil je dat?
Ik niet. Maar hoe maak je dat duidelijk als je in katzwijm ligt omringd door omstanders die handelend willen optreden? Een niet reanimeren-penning om je nek of -tattoo op je
borst is een optie. Zo’n stuk koud metaal draagt echter niet prettig. En een
tattoo met die boodschap op je blote bast staat een tikkie morbide op een zomers strand, daarnaast is het niet erg opbeurend in je liefdesnest. Bovendien, wat heb je aan de tekst Niet reanimeren (of Do not resuscitate in het Engels) als je onwel wordt in een of ander olijfolieland? En dat is precies waar ik de komende tijd vertoef. Dus tot later. Hopelijk.
zondag 26 mei 2019
Goedkoop
Tijdens een hardlooprondje door het bos werd ik stormachtig begroet door een hoog opspringende hond; zijn pootafdrukken stonden voelbaar op mijn tepels. Het was de overrompelende speelsheid van een jong dier dat nog lang geen zin had in volwassenheid.
‘Sorry meneer, hij is zó enthousiast,’ riep een appetijtelijke jongedame van een afstand.
‘Geeft niets,’ zei ik terug terwijl ik bezig was de onstuimige kwispelaar van me af te duwen. Het was inderdaad een innemend dier, langharig, zwart met wit.
‘Wat voor merk is het?’
‘Een kruising meneer. Border collie met koningspoedel,’ zei ze naderbij komend.
‘Aha, border collie. Ik dacht meer aan kruising met een bearded collie, daar had ik er vroeger namelijk twee van,’ zei ik uit het niets.
Nou ja, uit het niets, ik had spontaan zin in een minuutje small talk met dit mooie hondenvrouwtje.
‘Ja, ook leuk, die lijken er inderdaad op.’
Daarna lachte ze me toe met een betoverend witte mond waardoor het bos om ons heen subiet vergrauwde tot een Poolse bruinkoolmijn.
‘Hij wordt zó graag aangehaald,’ vervolgde ze.
‘Geen probleem,’ zei ik tamelijk van de leg, ‘dat word ik ook.’
Weer verder joggend, realiseerde ik me hoe goedkoop dat laatste klonk. En dat ik beslist zou verkommeren in een Poolse bruinkoolmijn.
![]() |
Vroeger, samen met mijn onvergetelijke bearded collies Sennah en Jill. Deze foto is ruim 25 jaar geleden gemaakt niet ver van de plek waar de hierboven beschreven ontmoeting plaatsvond |
woensdag 22 mei 2019
Kingsman
Stomtoevallig stuitte ik op een mij volkomen onbekende dvd genaamd Kingsman, met als ondertitel The Golden Circle. Het leverde me ruim twee uur kostelijk vermaak op.
Het verhaal draait om twee geheime diensten, een Britse en Amerikaanse, die tezamen het kwaad bestrijden. Een en ander geschiedt op even spannende als kolderieke wijze. Met een (soms letterlijk) spervuur van technologische vondsten, lichtvoetige dialogen, sensationele achtervolgingen en knokpartijen en dat alles onder begeleiding van toffe muziek, betreedt de film het domein van James Bond – niet zelden in overtreffende trap. Je moet ervan houden, dat over the top-gedoe, en dat doe ik, soms. Wat te denken van boeven die in gehaktmolens verdwijnen of robotpitbulls die bad guys in stukken scheuren. Ach, vervelen doe je je in ieder geval geen minuut. De ene keer race je in een Londense taxi door de City, het volgende moment zit je te tafelen met de Zweedse koninklijke familie, dan weer kijk je naar een knokfeest in een yeehah-saloon in Kentucky of een schietpartij in de Italiaanse Alpen om ten slotte ergens in de Cambodjaanse jungle in een kwaadaardig wespennest te belanden. En dit alles met een sterrencast bestaande uit o.a. Colin Firth, Julianne Moore (die nu eens niet een lieftallige dame speelt), Mark Strong, Jeff Bridges (jawel, The Dude himself), Halle Berry, Channing Tatum, Taron Egerton en zelfs voor sir Elton John is een aanstekelijke rol weggelegd. 007 is gewaarschuwd voor deze ijzersterke rivaal.
![]() |
Trailer zien? Klik HIER |
vrijdag 17 mei 2019
Fietsheuvels
Steeds langzamer fiets ik. Logisch, mijn conditionele
hoogtijdagen liggen zo’n halve eeuw achter me en de zwaartekracht begint meer en meer invloed uit te oefenen op deze zilvergrijze Tom Dumoulin. Daardoor lijken
de vele fietsheuvels en -bruggen die mijn stad kenmerken immer steiler en hoger. Wat echter
ook telt, is de demotiverende invloed van e-bikes die, vaak bestuurd door
andere senioren, me links en rechts voorbijknallen, vooral heuvelopwaarts. Niets is ontmoedigender dan fluitend te worden ingehaald door zwaarlijvige of semi-gebrekkige
generatiegenoten.
Om hierop te anticiperen zijn er een paar mogelijkheden. Ten
eerste door zelf zo’n elektrieken fiets aan te schaffen, wat de makkelijkste manier is. Helaas doe ik van nature graag moeilijk. Een tweede optie is de fiets de fiets te laten
en doodleuk altijd de auto te nemen, dus ook voor een boodschap om de hoek. Lekker
obstinaat wel, want daarmee toon ik volkomen schijt te hebben aan al die
correcte en duurzame overheidscampagnes. Een derde optie is om de genoemde opties eclectisch
te combineren. Bijvoorbeeld door volkomen schijt te hebben aan zowel de
overheid áls aan al die snelle e-bikers door lekker-lullig-langzaam voort te
blijven zwalken, zoals het een bejaarde wielrijder betaamd. Denk dat ik daar
maar vol op inzet, het liefst heuvelafwaarts.
Mijn trouwe stalen ros. Let op de versleten voorband. |
zondag 12 mei 2019
Hybride
Een van de diersoorten die mij het meest aanspreken is de
gnoe. Waarom nou juist dat beest? Ik bedoel come
on, een gnoe, wat is daar nou zo aansprekend aan? Nou, om te beginnen zijn
naam; zoveel woorden zijn er niet die starten met een g en een n. (Gnoom en gnocchi, zegt Google) Om het makkelijker te maken noemt men hem ook wel wildebeest, wat inderdaad lekker
bekt. Toch hou ik het liever op gnoe. Dat rare woord past perfect bij zijn hybride uiterlijk: schapenkop, buffelhorens, geitensik, hertenpoten en de manen en staart van een paard. Dat alles beweegt zich vervolgens in enorme
kuddes over de Afrikaanse vlaktes, wat eigenlijk best een deerniswekkend gezicht is. Vergelijkingen zijn snel getrokken: de Joodse uittocht uit Egypte, de Grande Armee op terugweg uit Moskou, de hongertochten in 1944/45 en ook de
mensenstromen die we nu kennen waaronder ik eveneens de hordes toeristen reken
die autowegen en vliegvelden doen dichtslibben. Alles en iedereen op zoek naar eten, drinken, veiligheid of vermaak. En overal loert gevaar. Voor de gnoe is dat bijna iedere vleeseter in Afrika. Want dát is hij vooral: voer. Als levend wezen telt hij amper mee, dankzij de wrede grap van een fictieve schepper die
een lelijk dier in mekaar heeft gekleid dat in massa’s over de vlaktes sjokt
zonder enige aanzien of sympathie, en dat vroeg of laat in stukken zal worden
gescheurd. Alleen al daarom heb ik veel meer op met de gnoe dan met zijn fictieve schepper.
donderdag 9 mei 2019
Poetsbeurt
Zinderende voetbalwedstrijden, ik trek ze niet meer. Daarom
stond ik, 's avonds rond de klok van negen, in mijn hofje de auto te poetsen.
Terwijl iedereen opgefokt voor de buis naar Ajax keek, en het dus stil was op straat, wreef
ik de wax uit over zijn dak, motorkap, bumpers en portieren, dit alles onder
begeleiding van een eenzame merel die voor een sfeervolle dagafsluiting zorgde. Zo
je auto poetsen is zen. Daarbij komt dat ik van mijn karretje hou, van zijn
montere blik, zijn weggedrag, van de ruige rasp van zijn drie cilinders die me een beetje
aan de metalige huil van luchtgekoelde boxermotoren van klassieke Porsches 911 doet denken.
Rillingen en een stijve pik, autoliefde bestaat.
Afijn.
Afijn.
De poetsbeurt naderde zijn einde, het resultaat werd zichtbaar. De koets glom als de billen van Beyoncé, de lichtmetalen velgen waren ontdaan
van fijnstof, de spatborden lieten hun spannende lijnenspel weer zien. De merel gaf zingend zijn goedkeuring.
Toen al kon ik me verheugen op de buien die het KNMI had besteld, want regendruppels blijven zo mooi liggen op auto’s die lekker in de wax zitten: de ultieme beloning voor een poetsbeurt. Maar ver voor
het zover was, genoot ik die avond van de glans, van het buiten zijn, de zenbeleving. Bijkomend voordeel was mijn afwezigheid bij een zinderende voetbalwedstrijd, die ik niet meer trek.
dinsdag 7 mei 2019
Sorbets
Het was Bevrijdingsdag. En zondag. En koud. Mijn begeleidster
en ik zaten aan een tafeltje achter het raam met uitzicht op het Ketelmeer. We nuttigden
wat, zagen schepen passeren, futen onderduiken en wolken opgestuwd worden
door de harde noordenwind. Van een bevrijdingsgevoel was weinig te merken; de
vlaggen die we zagen waren voornamelijk Duitse, wapperend vanaf de zeiljachten.
Links naast ons zat een jong gezinnetje met een baby van een
jaar of nul. Ze zat in een babystoeltje. Het was een vrolijk kindje, ze lachte
voortdurend, ook toen ze een zuigflesje kreeg aangereikt. Dat ze een
meisje was, kon ik zien aan het met elastiek bevestigde strikje op haar voorhoofd. Zowel tuttig als dottig.
Aan het tafeltje rechts naast ons zaten twee seniore paren waarvan eentje echt bejaard was. Een stel dat met ‘de oudjes’ op stap was, vermoedden we.
De vier bestelden sorbets. ‘Nemen we er koffie bij?’ hoorden we. ‘Nee, koffie krijgen we thuis wel,’ antwoordde de bejaarde vrouw heel beslist.
Gezien haar leeftijd was die opmerking best begrijpelijk. Ze had de oorlog immers meegemaakt en daarmee ook de bevrijding - zuinigheid
zat ingebakken. Voor haar en haar manlief was het vandaag, de vijfde mei, waarschijnlijk écht
feest en daar hoorde sorbets bij. Koffie hoefden ze echter niet, want die hadden ze thuis, gratis. Mooi toch?
zondag 5 mei 2019
Ricky Gervais
Beroemde mensen met eigenaardigheden, daar zijn leuke lijstjes van. Zo is bekend dat in de bovenkamers van Van Gogh, Woody Allen, Brian
Wilson (van de Beach Boys) en president Nixon lang niet alles op orde was/is.
Maar ik wist weer niet dat dat ook geldt voor Steven Spielberg, Andy Warhol,
Amadeus Mozart en Lars von Trier, allen behept met gruwelijke angsten.
Om persoonlijke redenen vind ik het rijtje chronische hoofdpijnlijders eveneens bijzonder interessant: Julius Ceasar, Napoleon, Freud, Tolstoi en Darwin. (De laatste
leed trouwens aan van alles; zijn beroemde reis met de Beagle, naar o.a. de Galapagos
archipel, was dan ook vrijwel de enige keer dat hij zijn Engelse landgoed verliet, alwaar
hij het liefst in de tuin wroette om aardwormen te bestuderen.) Om dezelfde
redenen dweep ik met vermaarde misantropen als Rousseau, Schopenhauer, Nietzsche,
Newton, Bill Murray, Sartre, Houellebecq en de lolbroek Ricky
Gervais die slechts van zijn hond blijkt te houden.
Ze zullen er vast zijn, maar wat opvalt is dat er zo
weinig vrouwen in deze extreme rijtjes voorkomen. Om toch wat dames te scoren ben ik
op zoek gegaan naar lijstjes met burn out en depressie. Ik werd niet
teleurgesteld.
![]() |
Oppermisantroop Ricky Gervais. Filmpje zien? Klik HIER |
woensdag 1 mei 2019
Dodenherdenking
Twee minuten stilte. Daarmee herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Ik herinner me dat mijn vriendjes en ik, op 4 mei ergens in de jaren vijftig, iets voor achten naar een druk kruispunt liepen om te kijken hoe auto’s stopten en fietsers afstapten. Hoe een enkeling achter zijn stuurwiel vandaan kwam en met ernstige tronie naast zijn Morris, Borgward of Simca ging staan. Tijdens de geforceerde stilte die erop volgde, vielen me ineens andere geluiden op. Het intense ruisen van lindebomen, de melancholische zang van een lijster.
Stil zijn, we doen het in nationaal verband nog steeds, ook al ligt die ene verrekte oorlog inmiddels wel heel ver achter ons. Best mooi en indrukwekkend, maar wordt het niet eens tijd om de Stilte zélf te herdenken? Want zoals het hier op 4 mei klinkt in die twee luttele minuten, klonk het altíjd. Bomen ruisten, vogels floten. Totdat de mens zich begon te manifesteren en binnen relatief korte tijd deze planeet op lawaaierige wijze naar de kloten hielp. En nu gunt hij moeder Aarde slechts twee gestolen minuutjes per jaar haar zo vertrouwde geluiden terug. En dát om zichzelf te herdenken. Je moet maar lef hebben.
Lijster zien/horen? Klik HIER
Dit blogje keert jaarlijks terug.
Lijster zien/horen? Klik HIER
Dit blogje keert jaarlijks terug.
zondag 28 april 2019
Labradoodle
De uitkijktoren beklom ik met klamme handen - hoogtevrees
nam per trede toe. Maar als oude krijger wil je niet teleurstellen, dus
zette ik manmoedig door. Boven aangekomen, bleek ik niet de enige. Een doorzon-gezinnetje stond vanaf deze hoogte het fraaie coulissenlandschap tot zich te nemen. Vader, moeder, zoontje, dochtertje. Een Kia en een labradoodle achtte ik optioneel, maar dat terzijde.
‘Misschien wil die meneer wel een foto van ons maken,’
hoorde ik moeders opperen met haar Huawei in de aanslag. ‘Tuurlijk,’ zei ik joviaal,
terwijl ik me krampachtig aan de balustrade vasthield.
Nadat het viertal zich op het benauwde houten platform voor
het mij aangereikte schermpje had opgesteld, zei de vader: ‘duimen omhoog, jongens.’ Ik zag vier
duimen, vier lachende smoelen en drukte af.
‘Helemaal goed en hartstikke bedankt,’ zei mama nadat ze het resultaat had gecheckt.
Na deze shoot raakten
we kort aan de praat. Een Drents gezinnetje, ze kwamen uit iets met een A, een L en een N: Aalten, Dalen of Halen. Een gelukkig kwartet, leek me. Dat
verklaarde natuurlijk die vier duimen. Nu ja, laten we niet vergeten dat die duimen
waren opgestoken op last van papa, dus heel erg spontaan ging dat nou ook weer niet.
Misschien waren ze met hun vier likes
slechts gelukkig voor de (online) bühne, wat voorkomt. Ik duim voor ze dat dat niet zo
is. Ook voor hun optionele labradoodle.
zaterdag 20 april 2019
Rijkelui-sport
Het gemillimeterde grasveld waar ik over
uit kijk is groener dan groen, de lucht erboven vlekkeloos blauw, mijn biertje koud
beslagen. Mij zie je zelden bij het edele golfspel, vandaag is dus uitzondering. Na een lange heidewandeling ben ik neergestreken op het terras van
het clubhuis van The Links Valley, een fraai aangelegde
golfcourse in de gemeente Ermelo. Nou ja, clubhuis, hier doet men aan golf en dus
heet zulks een brasserie. De uitspanning voldoet aan alle vooroordelen
die een niet-golfer als ik koester omtrent deze bezigheid voor rijkelui met gekleurde broeken. Op de P staat mijn oude torretje ingeklemd tussen nagelnieuwe Volvo's XS60 en Audi's Q5. En ook het Burberry-volk om me heen past naadloos in het plaatje. Iedereen
is reuze aardig, de dresscode passend en de conversaties geanimeerd.
Naast mij zitten twee oude jongens. Ik versta lang niet
alles, maar hoor ze zeggen dat 'de greens verdomd snel zijn vandaag'. Vervolgens
switchen ze doodleuk naar de eveneens edele tennissport, want ik hoor ze babbelen over mixed-dubbels en forehand-drives.
Ook het zakelijke wordt niet vergeten. De ene zegt dat hij 'er al
vijfenzestigduizend in heeft geïnvesteerd maar dat het nu toch eindelijk begint
te draaien', de ander pocht dat hij 'een vrindje' heeft die FC Groningen sponsort, et cetera.
Ik hoor hun sportief-economische gereutel met genoegen aan, mijn blik gericht op de
prachtige greens en de vlekkeloos blauwe
lucht. En op mijn koud beslagen biertje.
zondag 14 april 2019
Gewetenloos
Mijn woonwijk grenst aan het aantrekkelijke Zuigerplasbos. Ik wandel, fiets of jog daar graag. Of ik zit er op een bankje
te navelstaren. Kortom, het is er goed verpozen.
Tussen dit bos en mijn huis ligt een aantrekkelijk
overgangsgebied - de Noordzoom genoemd - dat bestaat uit paardenweiden, volkstuintjes, bosschages en verruigde veldjes waar je soms reeën ziet grazen. Ook hier is het fijn toeven.
Helaas is mijn gemeente nu van plan dit groene overgangsgebied op te offeren ten bate van 150 luxe villa’s. Veel buurtgenoten willen hiertegen protesteren, en terecht. Op mijn deurmat lag daarom ineens een flyer waarin alle wijkbewoners werden opgeroepen om tijdens de gemeenteraadsvergadering op het stadhuis te verschijnen en tegen de bouwplannen te protesteren. Ook ik wil geen 150 luxe villa’s in my backyard. Maar zal ik me aansluiten bij het volksoproer?
Helaas is mijn gemeente nu van plan dit groene overgangsgebied op te offeren ten bate van 150 luxe villa’s. Veel buurtgenoten willen hiertegen protesteren, en terecht. Op mijn deurmat lag daarom ineens een flyer waarin alle wijkbewoners werden opgeroepen om tijdens de gemeenteraadsvergadering op het stadhuis te verschijnen en tegen de bouwplannen te protesteren. Ook ik wil geen 150 luxe villa’s in my backyard. Maar zal ik me aansluiten bij het volksoproer?
Er woont bepaald geen activist in me, bovendien zie ik het echt niet
zitten om me tussen de protesterende massa te begeven, ook al sta ik geheel
achter de drijfveren. Aan de andere kant kun je stellen dat mijn absentie getuigt van lui- en lafheid. Bovendien ontpop ik me, mochten de protesten succes hebben, als een gewetenloze profiteur. Een pijnlijke constatering die ik moeilijk kan ontkennen. Erger nog: mocht de bouw van die verrekte 150 luxe villa's gewoon doorgaan dan kocht ik er zelf een. Als ik dat kon.
woensdag 10 april 2019
Zuurpruim
We zaten in rustig hoekje van het restaurant. Maar dat
veranderde toen twee diensters naar een belendend tafeltje schreden alwaar een drietal gasten zat. Ze droegen dienborden met daarop
feeëriek knetterende nieuwjaarssterretjes. De diensters zetten al
dit feestelijks op tafel en hieven vervolgens voluit het Lang-zal-ze-leven aan
waarna de drie feestvarkens spontaan invielen. En jawel, ook andere gasten -
waaronder mijn begeleidster - begonnen sans gêne mee te zingen. Het hoogtepunt
vormde natuurlijk het driewerf hiep-hiep-hiep… hoeraaaahhh, waarna een luid
applaus losbarstte.
Infantilisering van het zuiverste soort, constateerde de ouwe zuurpruim in mij.
Even later zette de rust weer in, helaas niet voor
lang. Plotseling toeterde een trompet door het restaurant - kneiterhard. Aan een tafeltje
iets verderop, greep een wat ouder vrouwmens paniekerig naar haar tasje. Het
bleek haar ringtone die op standje 'Gehoorgestoord' stond afgesteld. Haar
gerettekkettet galmde zo luid door het etablissement dat alle andere gasten, inclusief het voltallige personeel, in lachen uitbarstten. Ik bleef daarop zitten
met de vraag hoe een oud wijf voor zo’n kinderlijke ringtone
kon kiezen. Het antwoord bevestigde mijn zuurpruimerige constatering van zonet: infantilisering van het zuiverste soort.
![]() |
Benieuwd naar het geluid van de ringtone in kwestie? Klik HIER |
Abonneren op:
Posts (Atom)